Het afgelopen academiejaar stond voor de dansafdeling van Het Koninklijk Conservatorium Antwerpen / AP hogeschool in het teken van de idee ‘Sharing is learning’.
Er wordt de studenten de kans geboden om met verschillende choreografen te werken zodat ze hun eigen zwaktes en sterktes leren kennen en ook een netwerk kunnen uitbouwen. Een interessant toonmoment met werk van verschillende choreografieën groeide uit tot een avondvullende spektakel. De dance vibes vliegen op zo’n avond om je oren. Centraal in een dansopleiding staat niet alleen techniek, maar zeker ook het gebruik van het lichaam als communicatiemiddel.
Programma
Terwijl het publiek binnen sijpelt nemen ook de dansers druppelsgewijs hun plaats op het podium in. Langs de drie wanden staan 18 stoelen opgesteld. De 11 dansers gaan zitten, de handen in de schoot gevouwen. Twee werelden en allebei afwachtend: het publiek – versus performers.
Filip Van Huffel (Retina Dance Company) nam de studenten van het eerste jaar onder zijn hoede voor ‘Electric Counterpoint’, een abstracte, mathematische bewegingsstudie die eenvoud, complexiteit en herhaling aan elkaar koppelt op muziek van Steve Reich. Zeker in het eerste jaar van de bachelor opleiding dans wordt talent aangewakkerd, gevoed. Op de scène wordt een lijnenspel ontrafeld. Elf dansers nemen één na één hun plek in de ruimte in. Gaan weer zitten en laten het podium aan iemand anders. De solo bewegingen groeien uit tot ensembles. Mooie passages in een komen en gaan. Het publiek kreeg een homogene groep te zien die overtuigend overkwam. Het solowerk verliep prima, maar bij kleine lifts en andere bewegingen in duo zie je nog te vaak een zekere aarzeling. Het wederzijdse vertrouwen moet nog groeien. Work in progress.
Tony Vezich creëerde voor de dansers van het tweede jaar ‘Broken’, een eigenzinnige en gedurfde choreografie. In hedendaagse dans zit veel vloerwerk. Als grondlegger van de Temper-Temper Dance Company richt hij zich aan de hand van zijn Release The Beast techniek specifiek op het vloerwerk. Deze act overtuigde het meest. In een diffuus rood/zwarte belichting komen drie dansparen traag naar voor. Ze torsen iets. Tot je merkt dat het lichamen zijn. De setting heeft iets apocalyptisch. Dit optreden getuigt van talent, originaliteit en stilistische bravoure. Een paringsdans, een verstrengeling van lijf en leden, dragen en gedragen worden, in elkaar haken, de verhouding meester en knecht en dit alles met grote expressieve bewegingen en acrobatiek. Er zijn ook flitsen van urban dance met afgebroken headspins, power moves en freezes. De voorstelling, getuigend van een enorme energie, verloopt als een roetsjbaan van formaties, temperament en karakter met fellere en meer ingetogen momenten. Het tweede jaar laat een bijzonder sterke indruk na. Het publiek was laaiend enthousiast over deze sfeervolle en spannende opvoering en toonde zijn waardering met een uitbundig en warm applaus.
Voor de tweede generatie afstuderende dansers onder leiding van Iris Bouche, werd ‘Rabble’ gecreëerd. Na een bijzonder sterke choreografie het podium op moeten is geen zegen. De vrij timide choreografie van de eindejaars liet me een beetje op mijn honger, zeker na de sterk visuele voorstelling van de tweedejaars. Van deze jonge performers, op de springplank van een professionele carrière, had ik méér verwacht. De choreografie is vrij statisch zodat je weinig kan zeggen over de bewegingskwaliteit en de danstechnische aspecten. Het is geen prikkelende, inspirerende, out-of-the-box choreografie zoals ‘Broken’. Je ziet wel bezieling bij de dansers. Ik ergerde me er ook aan dat een danser bij elke buiging zijn broek opschortte. Kleding mag voor een danser geen belemmering zijn maar moet eigenlijk als een tweede huid zijn. Dit oordeel is natuurlijk louter subjectief, maar ik vond het geheel geen interessante tijd-ruimte-structuur hebben en de dansers kregen weinig gelegenheid om te excelleren. Ik wens de eindejaars bachelor dans in elke geval een schitterende carrière toe.