Auteur Nathalie Hamaekers
Op donderdag 10 oktober 2013 stonden de Zwitser Heinz Holliger en Jan Michiels op het podium in deSingel. Deze avond bewees Holliger nog maar eens dat hij de beste hoboïst is van zijn generatie.
Op het programma stonden ‘Temporal Variations’ van Benjamin Britten, ‘Drei Romanzen’ van Robert Schumann, ‘HBHH’ en’ Figment VI’ van Elliott Carter en ten slotte Holligers eigen werk. Sommige musici noemen Heinz Holliger een genie omdat hij de enige is die zowel kan dirigeren, hobo en fluit spelen als componeren. Hier is Holliger zich welbewust van. Jan Michiels, pianist en docent aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel, kwam in contact met Heinz Holliger tijdens een muziekfestival in Basel. Sindsdien is Jan Michiels een van de belangrijkste pleitbezorgers van Holligers muziek. De Zwitserse muzikant heeft een obsessieve passie voor Robert Schumann, die telkens aanwezig is in zijn programma. Jan Michiels beschrijft Holliger als een vertakking van Schumann omdat ze beiden mentaal tot het uiterste willen gaan.
Het buitenbeentje Britten
Benjamin Britten was net zoals Holliger een componist die zichzelf tot het uiterste dreef. Dat is ook te horen in ‘Temporal Variations’, een van Brittens twee werken voor hobo en piano. De luisteraar wordt opgeschrikt door hoge tonen waarin Holliger een prachtig vibrato speelt. De doordringende klank sleept je mee naar onbekende terreinen waar nog maar eens bevestigd wordt dat Holliger een uitzonderlijke muzikant is. Terwijl de angst van de Tweede Wereldoorlog over de partituren glijdt, neemt Holliger een diepe, roestige adem als aanzet voor een scherpe noot. Hier sneed hij voor de eerste keer mijn adem af. Critici vinden de toon van Holliger afschuwelijk. Hij zou te scherp en nasaal zijn. Als je geconcentreerd blijft luisteren, hoor je evenwel de essentie van zijn klank die noodzakelijk is om een verhaal te creëren.
Obsessieve passie voor Schumann
De muzikaliteit tussen Holliger en Michiels in Schumanns ‘Drie Romanzen’ maakte van hen één muzikaal geheel. Ze gaven zich helemaal over aan de gedachtegang van Schumann. Ze brachten hem weer tot leven en lieten hem gedurende het hele recital niet los. De interactie tussen de twee virtuozen was opmerkelijk. Ze speelden naar elkaar toe zoals het hoorde en vulden elkaar aan op plaatsen waar samenspel een belangrijke factor vormde. Heinz Holliger liet na de ‘Drei Romanzen’ de noten over aan Jan Michiels die op piano ‘Gesänge der Frühe’ voor ons bracht. De luisteraar voelt zich betrokken in het stuk, maar wordt in sommige passages in de war gestuurd door de complexiteit van de compositie. Het einde zorgt voor harmonie wanneer het vuur stilletjes uitdooft.
Eerbetoon aan Carter
Nog voor de pauze bracht Heinz Holliger twee stukken van de Amerikaanse componist Elliot Carter. Carter schreef net voor zijn dood ‘HBHH’ en ‘Figment VI’. Deze twee kleine werkjes voor hobo waren een cadeautje voor Holliger. ‘Happy Birthday Heinz Holliger’ wordt verklankt in zijn muziek. Figment VI is maar een fragment van nog andere kleine deeltjes die allemaal verschillende instrumenten vertolken. Opvallend is de hoge noot telkens aan het einde van beide stukken, waardoor het lijkt alsof we er zelf een einde aan moeten breien.
Tussen droom en dood
Eindelijk kon ik horen waar andere musici maar niet over kunnen zwijgen. Heinz Holliger zette de toon met zijn stuk ‘Elis’ uit 1961. Al snel drongen de verschillende klanken tot je door en namen ze je mee in de abstracte ideeën van de poëzie van Georg Trakl. Die laatste beschreef de figuur Elis als een paradijselijke, pure geestesverschijning tussen droom en dood. Die exotische sfeer was zeer duidelijk aanwezig in zijn drie nachtstukken waarin de Indische ritmes nooit ver te zoeken waren. ‘Zwei Stücke nach Mani Matter’ werd ingespeeld door Michiels en is gebaseerd op Matters poëzie. Holliger schreef dit stuk als nagalm bij de dood van zijn vriend. Voor dat zijn hoofdgedachten de zaal konden doorkruisen, speelde Michiels ‘Feuerwerklein’ dat meteen zijn recentste stuk is, gebaseerd op de ‘quatorze juillet’ waarin de statigheid van de Nationale Feestdag terugkeert. Het vuurwerk gooide alle registers open waarin de piano in al zijn facetten werd blootgelegd.
De hoofdmoot van het concert
Veertig minuten lang heb ik genoten van de ‘partita’, Holligers meesterwerk. Het stuk is geschreven voor zijn zielsverwant, de Hongaarse pianist András Schiff. Enkele biografische elementen van Schiff komen hier in terug. Het meesterwerk vertrok vanuit het oogpunt van Schumann, maar stierf langzaam weg terwijl Holligers noten uit de piano vloeiden. In Holligers Sphynxen kwam je Schumann opnieuw tegen. De bedoeling is de noten van de partituur niet te spelen. Dat paste Holliger ook toe in zijn pianospel door de snaren binnen de klankkast aan te raken op een nauwelijks hoorbare en heel slimme manier. Tussen de twee Sphynxen vind je het kleine ‘Csardas’, dat verwijst naar de Hongaarse roots van Schiff. De laatste noot stierf weg in de zaal en al snel sprong Heinz Holliger als een klein kind op het podium om Jan Michiels te feliciteren.
Heinz Holliger voldoet aan verwachtingen
Als kers op de taart vertolkte Holliger zijn ‘Dr Igu und Dr Haas’ met Michiels aan de piano en Holliger als recitant. Holligers doel is om jongeren te overtuigen van het belang van folkloristische muziek opdat deze nooit verloren zou gaan. Hij maakte de muziek aantrekkelijk door zijn stem op een speelse manier te gebruiken. Jan Michiels bouwde de spanning op door met de piano allerhande technieken uit te voeren.
De twee musici kregen een staande ovatie. Het publiek was tevreden, de uitvoerders evenzeer. Twee uur lang was het een wervelwind van noten die elkaar aanvulden. Hun muzikaliteit was een streling voor beide oren en voor eventjes waande ik mij op een exotisch eiland waar extreme temperaturen een normaliteit zijn.