Satyagraha was in 2018 voor het eerst te zien in de Opera van Gent. Toen kwam corona roet in het eten gooien. Opera Ballet Antwerpen herneemt nu dit unieke werk. Mondreclame zorgde voor uitverkochte zalen.
Sidi Larbi Cherkaoui is geen pleaser. Hij houdt zich ver weg van hapsnap discussies en oppervlakkige polarisatie. Een man met levenservaring, een gigantisch intellectueel vermogen, rechtvaardigheidsgevoel en een aversie voor politieke vaudeville. Deze levenshouding, dicht bij de vaak onthutsende realiteit, resulteert in voorstellingen die beklijven.
Dat hij uit het oeuvre van Philip Glass precies voor deze opera koos ligt bijna voor de hand. ‘Satyagraha’ (de titel betekent waarheidskracht in het Sanskriet) is een indrukwekkende realisatie over de gehele lijn: muziek, zang, ballet in een aangrijpende emotionele alchemie.
Deze opera vormt het tweede deel van Glass’ Portret Trilogy van opera’s over mannen die de wereld veranderden. Ze gaan over historische figuren, waaronder ook Einstein en Achnaton. Glass streefde met deze opera’s de visie na van een muziektheater dat de grenzen van tijd en ruimte overstijgt en dat zich ontvouwt in de vorm van associatieve beelden. Het verhaal speelt zich af in verschillende parallelle dimensies.
Voor Ghandi op het internationaal toneel verscheen en de Indische onafhankelijkheidsbeweging leidde als ‘Mahatma’ (grote ziel), spendeerde hij zijn jonge jaren in Zuid-Afrika waar hij als antwoord op discriminatie en onrecht het concept ontwikkelde van geweldloos verzet onder de naam Satyagraha. Larbi distilleert uit het gegeven een organische mix van lichtheid en zwaarte. Ghandi in zijn streven naar een beter leven voor de onderdrukten: minder honger, minder pijn wordt geportretteerd in drie bedrijven. Het is evenzeer een ritueel als een drama in een fantastische gelaagde enscenering. Satyagraha is een meeslepend en overdonderend muzikaal portret van Mahatma Ghandi en vertelt over de jonge jaren van de Indiase vrijheidsstrijder die in Zuid-Afrika er de leer van het geweldloze burgerlijke protest, pacifisme ontwikkelt. In het programmaboekje is een van zijn bedenkingen te lezen die in deze benauwende tijden toch een sprankeltje hoop biedt: “Als ik wanhoop, dan bedenk ik dat, door de hele geschiedenis heen, waarheid en liefde altijd alles overwonnen. Er zijn tirannen geweest en moordenaars, en hoewel ze soms onoverwinnelijk lijken, aan het eind verliezen ze altijd. Onthoud dat – altijd.”
De grote bezetting (koor, dansers, solisten) zit in een aaneengesloten rij langs de drie wanden van de scène op taboeretten. Het immense koor is in blauwtinten: indigo, licht- en donkerblauw gekleed, de dansers in warme roestbruine, oranjetinten met hier en daar een toets beige en blauw. Ghandi, vertolkt door tenor Stefan Cifolelli, is in een wit pak gekleed, een figuur waar je niet naast kan kijken, een spirituele leidsman (kostuumontwerp van Jan-Jan Van Essche).
Over de hele scène verspreid reiken staaldraden van plafond tot vloer. Je vraagt je af: heeft dit een symbolische betekenis… de draden van het leven? Ze hebben echter een functie blijkt verder in de voorstelling en maken deel uit van een ingenieuze constructie, kunnen de vloer optillen, zowel deels als helemaal, of het scènevlak schuin laten hellen. De teksten zijn afkomstig uit het heilige boek van de Hindoe-cultuur, de Bhagavad Gîtá. Zowel de muziek als het tekstmateriaal vormden een rijke voedingsbodem voor S.L. Cherkaoui. Orkest, koor, dansers en solisten vormen een caleidoscoop van immer wisselende figuraties en beelden.
Glass werkte zich in the picture met zijn minimalistische componeerstijl. Kleine en grotere ritmische en harmonische motieven in constante herhalende bewegingen die samen pulserende cycli vormen. In deze opera maakt hij vooral gebruik van strijkers en houtblazers in een voortjagende, kolkende dynamiek. Dirigent Jonathan Stockhammer handhaaft een stevige puls. De dansers volgen het grillige ritme of gaan er lijnrecht tegenin.
In de openingsscène van het eerste bedrijf is er een scène tussen Ghandi en de mythische krijger Arjuna, gezongen door tenor Daniel Arnaldos en bas-bariton Justin Hopkins als Krishna. Koor en solisten worden uit hun comfortzone gehaald. Larbi betrekt ze in het dansproces, zijn subtiele danstaal, waardoor een unieke eenheid wordt gecreëerd. Zingen en daar bovenop de abstracte, vloeiende bewegingen van handen en armen synchroon uitvoeren vergt uiterste concentratie. Larbi is een man met feeling voor compositie en groepsdynamiek. De muziek gaat in crescendo, de dansers warrelen over de scène als bladeren meegevoerd door de wind. In sterk contrast laat hij het koor in lijnrechte lijnen er tussenin bewegen. Hij werkt ook graag met objecten. Met enkele rechthoekige panelen worden tafels, hoepels, zelfs een huisje geconstrueerd. Later in de voorstelling worden er draaiende bewegingen mee gemaakt als rope skipping, waar de zangers doorheen lopen. Met krijt worden vierkanten, cirkels, strijdkreten op de panelen geschreven. Dit deel eindigt met het koor, een moment van een onwaarschijnlijke intensiteit. De volle klank van het koor, zowel de kwantiteit als kwaliteit hakt in op je gemoed, tot tranen toe.
De tweede scène van het eerste bedrijf opent met een tableau vivant. De dansers, een hoop herrieschoppers, zijn in een zwarte kiel gehuld, zwarte handschoenen en muts. Een onrustwekkend zootje. Ze molesteren Ghandi. Een enkeling tegenover de overmacht. Ghandi wordt als een ledenpop van links naar rechts geduwd. Ze proberen hem te lynchen. Terwijl Stefan Cifolelli zingt wordt hij ondersteboven gedraaid, over de schouders doorgegeven. Als zanger dan nog puntgaaf presteren, daar komt meesterschap en professionaliteit bij kijken. Er wordt getoond hoe mensen, de massa zich laat meeslepen door onwetendheid. Vrouwen worden geslagen, bij de haren gesleurd. De grammatica van de angst wordt getoond. Verkrachters en bandieten hebben bloed aan hun handen. De teksten van het koor en de protagonisten spreken voor zich: “Je wordt ofwel gedood en verdient de hemel, of je wint en geniet op aarde.” En “De wijze is tevreden met wijsheid en weet zijn zinnen te beheersen.” Er is vaak een massa volk op de scène, maar wat een coördinatie. Alles vloeit naadloos in elkaar over in kringlopen van bewegingen. De dansers krijgen de kans om solo te dansen maar voegen zich op de cadans van de muziek naadloos en organisch in een ensemble. Er is zowel eenheid in het getal als de soberheid van de enkeling. Sopraan Cathrin Lange geeft gestalte aan Miss Schlesen, bariton Jorge Eleazar Alvares aan mijnheer Kallenbach, Ghandis’ echtgenote Kasturbai is toevertrouwd aan mezzosopraan Maren Favela, verder geven nog acte de présence sopraan Sophia Burgos en mezzo Raphaëlla Green. Ze eigenen zich het personage toe en schitteren in hun rol.
In het laatste bedrijf gebeuren er onverwachte zaken met de dansvloer. Het geheel helt lichtjes schuin. Dansers en protagonisten lopen er in kringen overheen en laten witte snippers tussen hun handpalmen op de grond dwarrelen. Er ontstaan een figuur die in het begin van de voorstelling op het tafelblad getekend werd. De muziek is nu zacht en meanderend. De vloer gaat meters de hoogte in met Ghandi in het midden erbovenop, daalt weer en een eenzame danser wordt er bijna onder geplet. Er ontstaat een immens hellend vlak. Een danser wil omhoog maar duikelt omlaag. Begint opnieuw maar faalt weer. Sisyfusarbeid. Weer wordt de vloer omhooggetrokken en is onderaan hel wit verlicht. Het lijkt wel een ruimtetuig. Daalt weer, de lichten kleuren nu rood. De dansers, een wroetende massa, wil er onderuit, als ontsnappen uit de hel. In een van de laatste scènes wordt weer de figuur getekend op het hellend vlak, deze keer met witte, rode en groene snippers. Ghandi gaat in het midden zitten in een meditatieve houding. Een eenzame figuur in het wereldgewoel. Hij tekent figuren in de lucht. Een prachtig eindbeeld op de muziek die stilaan uitfade. Het publiek, was even stil, maar ging daarna uit de bol. De hele cast kon rekenen op een minutenlang applaus en bravo-geroep.
De dansers van Opera Ballet Vlaanderen geven blijk van een enorme veelzijdigheid en virtuositeit, kunnen alle dansstijlen aan. Ook voor het Koor van het huis niets dan lof. Het is geen monoliet blok maar neemt deel aan de actie, de unieke danstaal van choreograaf Sidi Larbi Cherkaoui.
Van deze voorstelling gaat een verontrustende betovering uit door de gewelddadigheid die gecounterd wordt met sereniteit en geweldloos verzet.
Een aangrijpende dansvoorstelling die je aan het denken zet. Die je van begin tot eind ademloos, in trance bijna laat kijken en luisteren. Weergaloos mooi. Wereldklasse.
Theater is een nooit eindigend proces van zoeken naar het spanningsveld tussen de werkelijkheid van de scène en die van het leven zelf.
WIE:
WAT: Satyagraha – Opera in drie bedrijven Philip Glass
WAAR: Opera Ballet Vlaanderen Antwerpen
WANNEER: zondag 19 februari