‘Rossinissimo’ was het thema van het Salzburgse Pinksterfestival 2014, het derde onder de artistieke leiding van Cecilia Bartoli, die ondertussen haar mandaat met drie jaar verlengd heeft. In vijf dagen bood het goed gevulde programma drie opera-opvoeringen (La cenerentola (2x), en Otello), twee zangrecitals (Franco Fagioli en Joyce DiDonato), een pianorecital (David Fray), drie concerten (Stabat Mater, Petite Messe Solenelle, Rossini-Gala), drie opvoeringen van “Il barbiere di Siviglia” door het Salzburgse Marionettentheater en een gala-diner ‘à la Rossini’. Daarnaast was er nog een tentoonstelling ‘Rossini-mania Wien 1822’ en werden verfilmingen van Rossini-opera’s geprojecteerd.
‘Rossinissimo’ was het thema van het Salzburgse Pinksterfestival 2014, het derde onder de artistieke leiding van Cecilia Bartoli, die ondertussen haar mandaat met drie jaar verlengd heeft. In vijf dagen bood het goed gevulde programma drie opera-opvoeringen (La cenerentola (2x), en Otello), twee zangrecitals (Franco Fagioli en Joyce DiDonato), een pianorecital (David Fray), drie concerten (Stabat Mater, Petite Messe Solenelle, Rossini-Gala), drie opvoeringen van “Il barbiere di Siviglia” door het Salzburgse Marionettentheater en een gala-diner ‘à la Rossini’. Daarnaast was er nog een tentoonstelling ‘Rossini-mania Wien 1822’ en werden verfilmingen van Rossini-opera’s geprojecteerd.
Voor de enige opvoering van ‘Otello’ in dit Rossini-festival heeft men de productie van de Opera van Zürich in de regie van Patrice Caurier en Moshe Leiser ontleend, een realisatie die onlangs nog op de affiche van het Théâtre des Champs Elysées van Parijs stond en ook dit seizoen door de Vlaamse Opera gepresenteerd werd in Antwerpen en Gent.
‘Authentieke’ uitvoering
‘La cenerentola’ echter kreeg een nieuwe enscenering door Damiano Michieletto en werd gedirigeerd door Jean-Christophe Spinosi aan het hoofd van zijn Ensemble Matheus. Cecilia Bartoli droomde immers van een ‘authentieke’uitvoering op historische instrumenten. In het akoestisch weinig gunstige Haus für Mozart klonk deze versie echter vrij mager, miste kleur, energie en dramatisch elan. Jammer. Energie had de enscenering echter meer dan genoeg, te veel zelfs af en toe.
Michieletto heeft het sprookje van Perrault, verwerkt in het libretto van Jacopo Ferretti, naar vandaag verplaatst. Don Magnifico baat blijkbaar een self service restaurant uit, ‘Buffet’ genaamd waar Angelina (Assepoester) voortdurend aan het werk is, geplaagd en gepest door haar stiefzusters en meer dan eens erg hardhandig aangepakt door haar stiefvader. De prins die het restaurant aandoet is een ‘star’ (pop of film ?) achtervolgd door een horde krijsende teenagers en opdringerige rijpere vrouwen (de heren van het voorgeschreven koor in travesti!) en zijn paleis is een luxueuze design bar ‘Palace’ (decor Paolo Fantini). Alidoro is een echte tovenaar die bij het begin van de opvoering uit de wolken neerdaalt en in verschillende gedaantes door de opvoering wandelt, het decor doet bewegen, meubilair verdwijnen enz.. De auto van de prins rijdt zich vast in de glazen ingangsdeur van het ‘Buffet’ en Angelina zingt haar bekende ‘rondo finale’ te midden van een sneeuw van zeepbellen.
Constante illustratie
Dat zijn slechts enkele voorbeelden van de visuele overdaad waarmee Michieletto de opvoering begeleidt en die uiteindelijk gaan vervelen. Er is genoeg energie en fantasie in Rossini’s partituur die deze constante illustratie echt niet nodig heeft. Maar ik moet toegeven dat Michieletto een wervelend spektakel realiseert en dat het publiek dit blijkbaar fantastisch vindt. Hier moet je uiteraard geen psychologische interpretatie van de figuren verwachten. Ze hebben allemaal scherp getekende profielen: Don Magnifico de hardvochtige vader, Clorinda en Tisbe, de venijnige en domme zussen, Dandini, de dienaar die ervan geniet de ster te spelen en Angelina, de assepoester die zich in haar lot schijnt te schikken maar beslist karakter heeft.
Cecilia Bartoli die na jaren terugkeerde naar de rol van haar debuut, geeft haar veel energie. Deze Angelina slooft zich uit, kan zich moeilijk tegen haar brutale stiefvader verzetten maar blijft dromen en treedt met ongeloof en verrukking haar sprookjeswereld binnen om uiteindelijk te triomferen en vocaal te jubileren.
De stem heeft een lichter timbre gekregen, het lagere register klinkt minder sonoor en vol maar de muzikaliteit is intact gebleven, de virtuositeit verbluffend en de stijl voorbeeldig.
Als Don Ramiro blijft de Mexicaanse tenor Javier Camarena aanvankelijk wat te bescheiden maar in “Si, ritrovar la io giuro” trekt hij alle registers open en laat zijn stem van edel metaal met triomfantelijke topnoten schitteren.
Nicola Alaimo zet een pittoreske en sympathieke Dandini neer en laat genieten van zijn warme, soepele bariton.
De Don Magnifico van Enzo Capuano met stevige bas, heeft minder buffo accenten dan gewoonlijk.
Lynette Tapia en Hilary Summers vormen als Clorinda en Tisbe een visueel komisch duo met wisselende vocale kwaliteiten en Ugo Guagliardo is een bijdehande, zoetgevooisde Alidoro.
Deze “Cenerentola” staat ook op het programma van de Salzburger Festspiele deze zomer. De Pfingstfestspiele 2015 hebben als thema ‘So ruf ich alle Götter’ (Zo roep ik alle goden aan) met o.m. opvoeringen van ‘Iphigénie en Tauride’“ (Gluck) en ‘Semele’ (Händel) natuurlijk met Cecilia Bartoli in de hoofdrol.