Onze website is vernieuwd, geef zelf je evenementen in. Heb je een fout gezien. Mail ons!

Klassiek Centraal

Kunst, klank en caractère : Salon Satie

Festival 20·21 koos voor hun themadag dit jaar als centrale componist de Franse componist Erik Satie (1866-1925). Het idee van vertoeven in de mistige straten van het vroeg twintigste-eeuwse Parijs kwam visueel spontaan naar boven. In het geval van Salon Satie, het tweede concert van de dag, brachten pianiste Inge Spinette en sopraan Lore Binon een selectie van, onder andere, Eric Satie, Claude Debussy, Francis Poulenc en Maurice Ravel. Wisselende temperamenten en Franse chansons-avant-la-lettre-gevoelens weergaven de sfeer die dit concert naar boven bracht alvast. Een glimp in het verleden? Dat is zeker goed mogelijk.

Wisselende tijden

Aan het einde van de negentiende eeuw leek er iets gaande te zijn in de muzikale sferen. Klassieke muziek, die in het midden van dit centennium uitgeroepen werd als bastion van de gegoede smaak, keerde bij een aantal componisten terug naar de intimiteit – en vrijheid – van het (publieke) salon. Erik Satie was een componist die hier alvast gretig gebruik van maakte. Zijn muzikale stijl zweefde tussen minimalisme, moderniteit en expressiviteit in. Het is deze eenvoud die zijn muziek eigen maakte; waaronder de Trois Gymnopédies (1888) en de mysterieuze Gnossiennes (1890-93) die in al hun simpliciteit desalniettemin experimenteel waren voor de tijdsperiode. Satie verzaakte alle gevoel van muzikaal tijdsbesef. Zijn muziek voelt aan als een mystieke tableau, of als een karikaturale schets van het Franse leven.

In het geval van Salon Satie is het een mix van beide. Van de Gymnopédies komt het eerste deel, Lent et douloureux, aan bod. Dit sterk gecontrasteerd met de opening: de alom bekende Le Petit Nègre (1909) van Claude Debussy.  Momentopnames, extase en mysticisme komen gedurende het hele concert aan bod – met de nodige al dan niet ludieke teksten. Vergeet niet, dit was ook de periode van het Symbolisme: betekenis en uitvoering konden wel eens suggestief gescheiden zijn. Maar de intentie? Die is altijd hoorbaar in de muziek.

Satie en vrienden

Dat is de beste manier om deze selectie aan vroeg twintigste-eeuwse componisten te omschrijven. Hun muzikale intentie en stijl passen naadloos in elkaar. Dit was ook hoorbaar gedurende het concert, dat aanvoelde als een petit salon in het midden van de Leuvense Stadsschouwburg. Het was een afwisseling tussen schetsen en schertsen – zoals het eerder vernoemde Le Petit Nègre, maar ook Satie’s Sports et Divertissements (1914) –, en zwaardere momentopnames uit het verleden. Om hier een voorbeeld van te noemen: Poulenc’s La Dame de Monte-Carlo (1961). Dit was duidelijk een andere taal en wereld, een die bijna verloren aan voelde. Is het verlangen naar? Mogelijks. Er zit alvast een fragiele schoonheid in dit soort muziek. Dit zowel voor piano, als voor stem.

In dit geval waren Spinette en Binon, ogenschijnlijk trouwe partners in de muziek, aan elkaar gewaagd. In het geval van de piano wil ik hier zeker de nadruk leggen op de kwaliteit van accentuatie die Spinette naar boven bracht tijdens het spelen. Bij de Gymnopédie was het interessant om te letten op waar ze de zwaartepunten van het accent legde – of dat deze juist hoorbaar zijn. Bij de muziek van Satie, die ogenschijnlijk in zijn simpliciteit straalt, zijn dit de klanken die tellen. Met de nodige fragiliteit weerlegde ze soms het accent juist voorbij de aanvang van de melodie, wat het luisteren innemend maakte.

Binon, met een krachtige stem als altijd, was zeker thuis in de expressiviteit die ze ten dag kon stellen in zowel klankuiting, als intonatie. Geen verloren klinkers of medeklinkers hier, alles kwam er geloofwaardig en helder uit. Bijzonder om naar te luisteren is hoe zij al glijdend en zonder verlies van klanksterkte, kan wisselen tussen vocale registers als de muziek hier om vraagt. Het geeft het resultaat van een pijlsnelle verandering van klankkleuren – van sprankelende hoogtes, naar een gedragen middenregister. Voor beide uitvoerders komt deze recensent alvast woorden tekort. Het is zeker een duo om in de toekomst nog eens te aanschouwen.

Met Salon Satie kwam er een soort intiem verleden naar boven. Het zweefde tussen muzikaal thuiskomen, en verloren geraken in wat voorbij is. Er is iets aan vroeg twintigste-eeuwse Franse aria’s en liederen die dit teweeg kunnen brengen. Het concert was alvast een schot in de roos. En Satie? Die is zeker voor vele herhalingen vatbaar.


WAT: Salon Satie (themadag Satie S’amuse), met composities van Erik Satie, Claude Debussy, Francis Poulenc, Reynaldo Hahn, Arthur Honegger en Maurice Ravel

WIE: Lore Binon (sopraan) en Inge Spinette (piano)

WAAR: Festival 20·21, Leuven

WANNEER: zondag 8 oktober 2023

Details:

Titel:

  • Kunst, klank en caractère : Salon Satie

Blijf op de hoogte

Elke donderdag sturen we een nieuwbrief met de meest recente berichten op onze website

– advertentie –

© 2025 klassiek-Centraal.be - Alle rechten voorbehouden.