Nominatie Gouden Label – Muziek van topkwaliteit gespeeld door topuitvoerders van eigen bodem. Althans gedeeltelijk. Wat had u nog meer gewenst? De composities van Saint-Saëns zijn stuk voor stuk meesterwerken en de solisten zijn stuk voor stuk virtuozen. Het label ZZT bracht een box uit die u niet mag missen.
Nominatie Gouden Label – Muziek van topkwaliteit gespeeld door topuitvoerders van eigen bodem. Althans gedeeltelijk. Wat had u nog meer gewenst? De composities van Saint-Saëns zijn stuk voor stuk meesterwerken en de solisten zijn stuk voor stuk virtuozen. Het label ZZT bracht een box uit die u niet mag missen.
Geef toe, we denken een beetje te weinig aan Camille Saint-Saëns (1835-1921) wanneer we het hebben over de grootmeesters der Toonkunst. Nochtans behoort zijn oeuvre tot het beste en mooiste dat de 19de eeuw heeft voortgebracht. Als we de componerende violisten van zijn tijd Vieuxtemps, de Bériot en Wieniawski even buiten beschouwing laten, was Saint-Saëns wellicht de belangrijkste componist van muziek voor de viool en misschien ook wel voor de cello. Spaanse violisten als Pablo de Sarasate en Diaz Albertini (eigenlijk een Cubaan), de Belgische violisten Pierre Marsick en Eugène Ysaÿe en cellisten als Auguste Tolbecque en Joseph Hollmann zaten daar voor iets tussen. Zijn meesterlijke concerti voor viool en orkest en voor cello en orkest zijn daar treffende voorbeelden van. En zeker wanneer ze gespeeld worden door solisten die als leerling of als docent verbonden waren en zijn aan de meer dan prestigieuze Muziekkapel Koningin Elisabeth, bij ons in Argenteuil. En dat geldt uiteraard ook voor de cellisten. Want het zijn precies die jonge solisten die u op deze cd’s kan beluisteren en ontdekken.
Dit ambitieuze en prestigieuze project is de uitvoering en opname van het complete werk voor viool en orkest en voor cello en orkest van Camille Saint-Saëns. Het betekent het begin van een intense samenwerking tussen het label Zig-Zag Territories en de Muziekkapel Koningin Elisabeth. De waarde van de solisten en van de muziek wordt daarenboven prachtig in de muzikale verf gezet door het prestigieus Koninklijk Filharmonisch Orkest van Luik dat o.l.v. Christian Arming en de bezielende opnameleiding door Aline Blondiau, als een toporkest klinkt! Om fier op te zijn.
Periode late jaren ’50 tot 1910
De composities overspannen de periode late jaren ’50 tot 1910. Saint-Saëns componeerde ze dus als jonge twintiger tot zijn 74ste. Naast de drie concerti voor viool en orkest ontdekt u de twee bijzondere concerti voor cello en orkest gespeeld door Adam Krzeszowiec en Deborah Pae. Wees gerust, hun prestatie komt in de buurt van deze van Christine Walevska en Eliahu Inbal, de meest spectaculaire opname van deze concerti aller tijden! U ontdekt ook werken die veelal oorspronkelijk gecomponeerd waren voor viool en piano, maar naderhand georkestreerd werden door Sant-Saëns.
Zo is er “La Muse et le Poète” in mi mineur, op. 132 door Noëlle Weidmann, cello en Maria Milstein, viool, er is zijn Suite voor cello, op. 16bis met o.a. een Prélude à la Bach en een wondermooie Sérénade en Romance door Pau Codina , de Romance voor cello, op. 36 (ook voor hoorn) door Wojciech Fudala, en het “Allegro appassionato” voor cello en orkest op. 43 door Noëlle Weidmann. Daarnaast zijn ook de andere werken opgenomen die Saint-Saëns componeerde voor de viool als solo-instrument, naast zijn concerti. Er is uiteraard het overbekende “Introduction et Rondo Capriccioso” voor viool en orkest op. 28, meesterlijk gespeeld door Liya Petrova, de verleidelijke “Havanaise” in mi majeur op. 83 en de beide beeldschone Romances op. 48 en op. 37 (ook voor dwarsfluit), die, gespeeld door de 21-jarige, Australische Harriet Langley, wondermooi passen bij de sfeer van de prachtige Art deco villa en de inspirerende omgeving van de Kapel in Argenteuil. Er is daarnaast ook het onbekende “Caprice andalous” in sol majeur op.122 en het bangelijk, virtuoze “Morceau de concert” in sol majeur op. 62, door de 23-jarige Elina Buksha. Een echte ontdekking is de prélude uit “Le Déluge”, oratorio (eigenlijk een "poème biblique" op tekst van Louis Gallet), op. 45, met de opvallende eerste episode enkel voor strijkorkest, eveneens gespeeld door Elina Buksha, en de aanstekelijke “Etude en forme de Valse” voor viool op. 52 door Maria Milstein, die ook kamermuziek speelt met o.a. Hannes Minnaar. De drie prachtige concerti worden gespeeld door Liya Petrova (nr.1), onze eigenste Jolente De Maeyer (nr.2) en de ongelooflijke Russische violiste Tatiana Samouil (nr.3) die in 2001, eindigde in de finale van de Koningin Elisabethwedstrijd. Baiba Skride won toen de eerste prijs.
Jonge solisten
Toeval of niet, maar het gaat om zes violistes, dames dus, en twee cellistes, naast drie cellisten, heren van Spaanse en Poolse oorsprong. De meeste van deze jonge solisten studeren viool bij Augustin Dumay en cello bij Gary Hoffman.
Zo studeert Elina Buksha sedert september 2011 aan de Kapel. Zij speelt op een viool van Domenico Mantagnana (1723), haar ter beschikking gesteld door de Muziekkapel Koningin Elisabeth. Jolente De Maeyer studeerde van 2008 tot 2012 aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth onder leiding van Augustin Dumay en Harriet Langley studeert er sinds 2006. Violiste Maria Milstein bespeelt een Francesco Goffriller (Venetië, ca. 1725) haar in bruikleen gegeven door het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds (Nederland) en studeert sinds 2011 aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth bij Augustin Dumay. Ook Liya Petrova studeert er sinds 2010, bij Augustin Dumay. Zij bespeelt een unieke, Italiaanse Matteo Goffriller (1690), haar ook ter beschikking gesteld door de Muziekkapel Koningin Elisabeth. Tatiana Samouil is sedert 2004 docent aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth en sinds 2009 aan het conservatorium van Antwerpen. Sinds 2012 is ze concertmeester van het Orchestre Philharmonique de Liège. Dankzij de generositeit van een anonieme donateur, bespeelt ze een schitterende Stradivarius die ooit toebehoorde aan… Fritz Kreisler. Wojciech Fudala en Adam Krzeszowiec studeren beiden cello bij Gary Hoffman aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth, en ook Deborah Pae die een Vuillaume cello (ca. 1860) bespeelt, haar in bruikleen gegeven door het Ravina festival, studeert er sinds 2012. Noëlle Weidmann uit Metz, de celliste van het Goldberg Trio, en Pau Codina studeren er dan weer sinds september 2011. Niet dat ik hier alle solisten met elkaar zal vergelijken maar de box biedt wel de gelegenheid om vooral bij de dames violisten, het mogelijke verschil in boogtechniek, velociteit, toonvorming en frasering te beluisteren, en de klank van bepaalde zeer waardevolle instrumenten te beluisteren.
Een passende onderscheiding
De opname gebeurde in de Salle Philharmonique in Luik waar de gewezen assistent van Seji Ozawa, de Weense dirigent Christian Arming (°1971), een meer dan puike prestatie neerzette. Eerlijk gezegd heb ik zelden een zo geslaagde uitvoering en opname door een Belgisch orkest gehoord. Bravo Liège! En het is dan ook niet zonder enig chauvinisme dat ik deze, eigenlijk Belgische uitgave, omwille van de samenstelling, de prestaties van solisten en orkest, de kwaliteit en waarde van de instrumenten en de bijzondere opnamekwaliteit, uitzonderlijk waardeer en honoreer met een passende onderscheiding.