Het verdient alvast een pluim dat Opera Vlaanderen deze zelden uitgevoerde opera van Nikolaj Rimski-Korsakov op het speelplan zet. Regisseur Daniel Kramer geeft er een eigenzinnige versie van en lijkt geregeld in de war te raken in zijn eigen uitbundige fantasie. Geen geslaagde herkansing na zijn regie van Carmen in 2012 in de Vlaamse Opera. Dmitri Jurowski tovert als een authentieke muzikale artiest een weelde aan muziek uit de orkestbak.
Rimski-Korsakov inspireerde zich voor zijn opera Sadko op een historisch personage, een lid van de gilde van zeevaarders in het oude republikeinse Novgorod. In de uitgebreide verzameling van troubadoursverhalen (bylini) van Novgorod is deze rijke handelaar uitgegroeid tot een legendarisch figuur. Rimski-Korsakov was vertrouwd met het gegeven, want hij had in 1867 al een symfonisch gedicht op Sadko gecomponeerd. De opera ging in première onder impuls van de rijke spoorwegmagnaat Savva Mamontov in zijn privé-theater in Moskou in december 1897. Het was een succes, maar in het Westen is de opera een rariteit gebleven.
De voorstelling begint met een feeëriek beeld: een processie van in witte gewaden geklede nimfen, dochters van de Zeekoning. Een voorafschaduwing van de wereld waarin Sadko de realiteit ontvlucht. De evocatie zorgt voor een veelbelovend introductiebeeld van het hoofdthema van de opera, maar maakt de belofte van een knappe regie evenwel niet waar.
Geforceerd geëngageerd
De regisseur grijpt de thema’s van het stuk (koopmanswereld, ballingschap, migratie, dromen van exotische bestemmingen) aan om er een geforceerd geëngageerd stuk van te maken. Het kapitalisme avant-la lettre van de rijke koopman en pseudo-artiest Sadko resulteert in een warboel van beelden, die verwijzen naar de huidige tijd en op een scherm boven de scène geprojecteerd worden. Filmbeelden van oorlogsgebieden, vluchtelingen op zee, voetbalwedstrijden, promotiefilmpjes voor toeristische steden wisselen elkaar vrij lukraak af als context voor de ambities, ontgoochelingen en idealen van Sadko. De beeldenstroom beklijft niet. Integendeel, ze stoort en verveelt. Ondertussen zwerft Sadko rond als de eeuwige zoeker en pelgrim, weliswaar van in de eerste scène belachelijk gemaakt door zijn stadsgenoten en letterlijk in zijn onderbroek gezet. Een weinig verkwikkelijk gezicht doorheen de opera.
De aan de reële wereld tegengestelde fantasiewereld levert de mooiste passages op. Sadko verzeilt in het sprookjesrijk van de Zeekoning. Zijn dochter Volchova – een personage te vergelijken met Russalka uit Dvořaks opera – verleidt hem. Voor de wereld van de Zeekoning en zijn nimfen heeft Kramer mooie beelden ontworpen die zowel de beloftevolle droom van Sadko als nadien zijn ontgoocheling en terugkeer naar de aardse realiteit evoceren. Als witte zwanen met lange snavels zweven de vrouwen over de scène en evoceren een magische wereld. Het huwelijk tussen Sadko en de zeemeermin kan natuurlijk niet standhouden en nadat Volchova zich – bij een ontroerend liefdeslied – heeft opgeofferd, verschijnen de nimfen als treurgodinnen: trieste zwarte figuren. Sadko keert uit deze zwarte onderwereld terug naar zijn stad Novgorod en verzoent zich met zijn vrouw Ljoebava.
Subliem orkest
Een episodisch werk als Sadko is uiteraard een hele opgave voor een regisseur en Daniel Kramer is er niet echt in geslaagd ons te boeien. Wat ons wel gefascineerd heeft, is de prachtige orkestpartituur die Rimski-Korsakov ons biedt. Voor elke episode klinkt uit het orkest muziek die een wereld op zich creëert. Verhalend als Sadko zijn vrouw Ljoebava achterlaat, magisch en sprookjesachtig voor de zeemeerminnen, dreigend bij de Zeekoning. De drie kooplui die Sadko in de vierde scène ontmoet (een Varjaag – of Viking-, een Indiër en een Venetiaan), krijgen elk een lied in gepaste stijl. Het lied van de Hindu is trouwens zowat het enige ietwat bekende fragment uit de opera. De liefdesverklaring van Volchova gaat gepaard met smachtende cello’s waar geen minnaar aan kan weerstaan. Deze orkestmuziek wordt trouwens schitterend vertolkt door het orkest van Opera Vlaanderen o.l.v. zijn gewezen chef-dirigent Dmitri Jurowski. Gewoon subliem wat het orkest presteert. Ook de enorme rol van het koor is perfect ingevuld.
Bij de zangers zijn vooral de drie vrouwen knap bezet. De rol van de zanger Nezjata – die Rimski-Korsakov aan een zangeres toevertrouwde – wordt vertolkt door de prachtige zwarte mezzo Raehann Bryce-Davis, een zangeres die deel uitmaakt van het Jong Ensemble Opera Vlaanderen en als een jazzy gospelzangeres haar rol een authentiek modern aspect geeft. Victoria Yarovaya geeft haar trieste partij van de verlaten echtgenote Ljoebava een tedere en innige mezzotoon, terwijl Betsy Horne als Volchova straalt met kleurrijke sopraan en overtuigende présence. Anatoli Kotscherga lijkt stilaan op zijn retour als we zijn vertolking van de Zeekoning horen, terwijl hij er scenisch nog wel staat. Rechtuit ontgoochelend was de vertolking van tenor Zurab Zurabishvili. Zijn stem klonk knarsend en vermoeid, en de manier waarop de regisseur hem uittekende kon daar als acteur niet veel aan goedmaken. De drie kleine partijen van de kooplui waren behoorlijk bezet, met een luxe-bezetting door de Vlaamse bas Tijl Faveyts als de Varjaagse handelaar. Fijn dat we – zij het in een korte aria – nog eens van zijn diepe basgeluid konden genieten.
Na De Gouden Haan in december in de Munt – een voorstelling die net de prijs van de Franse kritiek gewonnen heeft – was dit een kans om twee van de opera’s van Nikolaj Rimski-Korsakov in één seizoen te zien. Viel de enscenering tegen, het was alvast een muzikaal feest waar Opera Vlaanderen ons als afsluiter van het seizoen mee verwende.
- WAT: Sadko | Nikolaj Rimski-Korsakov (1844-1908)
- REGIE: Daniel Kramer
- WIE: Zurab Zurabishvili, Betsy Horne, Victoria Yarovaya, Raehann Bryce-Davis, Anatoli Kotscherga, Tijl Faveyts, e.a.
- ORKEST: Koor en Symfonisch Orkest Opera Vlaanderen o.l.v. Dmitri Jurowski
- WAAR: Opera Vlaanderen, Gent
- WANNEER: première op dinsdag 20 juni 2017 | nog tot en met 2 juli 2017
- CREDIT FOTO’S: Annemie Augustijns