Auteur Milo Derdeyn
Het mocht nog eens een thuismatch zijn van deSingel. “De fijnste liedvertolkers van om de hoek”, zoals de cultuurinstelling het zelf uitdrukt, mochten eens hun beste kunnen tonen. Zangeres Hendrickje Van Kerckhove en Pianist Nicolas Callot brachten een interessante kijk op het romantische lied met bekende en minder bekende liederen van Edvard Grieg, Robert Schumann en Richard Strauss.
Soprane Hendrickje Van Kerckhove en pianist Nicolas Callot presenteerden een greep uit het Romantische liedrepertoire in deSingel te Antwerpen. Noorwegens bekendste componist Edvard Grieg vulde de eerste helft van het recital. Een selectie liederen, onder andere ‘Hjertets Melodier’ (Op. 5) op liefdesgedichten van de bekende sprookjesschrijver Hans Christian Andersen, werden door korte intermezzo’s uit Griegs ‘Lyrische Stücke’ voor solo piano onderbroken. De tweede helft van het concert speelde zich af op het bekendere terrein van het Duitse lied. Robert Schumanns Frauenliebe und –Leben (Op. 42) werd voor Richard Strauss Mädchenblumen (Op. 22) en Ständchen (Op. 17, Nr. 2) geprogrammeerd. Bekend en minder bekend werk vonden zo een plaats in dit lijvige recital.
De Noorse taal van Griegs liederen klonk bij sommige luisteraars wellicht wat onwennig in de oren, maar dat Van Kerckhove ze overtuigend uitspreekt daar heerst geen twijfel over. De gretigheid waarmee ze aan de slag gaat met de vaak weinig betekenisvolle teksten geven de reeds vloeiende melodieën van Grieg nog die extra sprankeling. Van Kerckhove weet in haar zangkunst de verschillende emoties goed te vertolken. En dit zonder het nostalgische en vaak speelse karakter van deze liedjes uit het oog te verliezen.
Dit naast elkaar plaatsen van contrastrijke gemoedstoestanden is één van de kenmerken van Griegs compositiepraktijk. Nicolas Callot speelde hier graag verder op in. De manier waarop hij de melodieën afwerkte met welgekozen articulaties en hoe hij Van Kerckhoves gezang ondersteunde, toonden aan dat hij goed vertrouwd is met deze muziek van Grieg. Zeker bij liederen die inhoudelijk weinig om het lijf hebben, is een dergelijke doortastende manier van begeleiden een must. In de ‘Lyrische Stücke’ kon hij dat zelfs nog verder doortrekken. Voor deze ogenschijnlijk eenvoudige muziek, toonde Callot volop zijn articulatiekunst. Hij durft tijd te nemen om een melodie uit te spelen of een korte stilte zijn effect te gunnen.
Betekenisrijke teksten vinden we uiteraard wel in Schumanns Frauenliebe und –Leben. Vanaf het begin wist Van Kerckhove die geladenheid van de teksten ook te vatten. Ze interpreteerde de liedcyclus op een doorvoelde manier. Ze weet wanneer ze wat bitterheid mag tonen. Ze weet wanneer ze introverter mag zijn. En ze weet wanneer ze aan een gevoelige snaar mag plukken. Callots pianobegeleiding was ook voor deze cyclus van belang. Hij slaagde erin om Schumanns uitgewerkte begeleiding met rijke harmonie in overeenstemming te brengen met Van Kerckhoves interpretatie van de zangpartij. In de korte tussen- en slotspelen kon hij telkens de juiste sfeer verder doortrekken. Ook voor de liederen van Strauss gingen Van Kerckhove en Callot op ditzelfde elan door.
Hendrickje Van Kerckhove en Nicolas Callot waren zeer goed op elkaar afgestemd. Het vertrouwen dat ze aan elkaar schonken, was bijzonder groot. Dit zorgde voor een avond met doorvoelde interpretaties van Griegs, Schumanns en Strauss’ liederen. Het contrast tussen enerzijds de kinderlijke miniatuurtjes van Grieg en anderzijds Schumanns en Strauss’ “zwaardere” liederen gaf de luisteraar de kans om verschillende ontwikkelingen van de romantische liedkunst te leren kennen. Van Kerckhove en Callot konden dit verschil duidelijk hoorbaar maken. Speels bij Grieg, droeviger en bitterder bij Schumann en Strauss, maar bij die laatste twee steeds met de nodige ernst, bezorgden zij een veelzijdige, interessante, maar vooral een meer dan voldoening gevende luisterervaring.