Als u in Rome van de Porta del Popolo voor één keer als een oude pelgrim langs de Via del Corso naar het monument van Vittorio Emanuele loopt, loopt u eigenlijk in de voetsporen van Händel. Volgt u daarentegen de Viale Regina Margherita, u kruist de Via Nomentana en u wandelt langs de huidige universiteitsklinieken naar de Villa Wolkonsky, dan treedt u in de voetsporen van Mendelssohn.
Als u in Rome van de Porta del Popolo voor één keer als een oude pelgrim langs de Via del Corso naar het monument van Vittorio Emanuele loopt, loopt u eigenlijk in de voetsporen van Händel. Volgt u daarentegen de Viale Regina Margherita, u kruist de Via Nomentana en u wandelt langs de huidige universiteitsklinieken naar de Villa Wolkonsky, dan treedt u in de voetsporen van Mendelssohn.
Zes wandelingen leiden u in dit boek door het muzikale Rome van weleer. Schitterend !
« Puissant Palestrina ! Vieux maître, vieux génie,
Je vous salue ici, père de l’harmonie ;
Car, ainsi qu’un grand fleuve où boivent les humains,
Toute cette musique a coulé de vos mains. »
(Victor Hugo)
Uitermate onderhoudende reisgids
Het zal u bekend zijn dat we aangaande reizen in het tijdperk van citytrips leven. Bestemming Rome is er zo eentje. Ontwikkelde mensen bezoeken er de architectuur verbonden aan de pausen Farnese, Borghese en Barberini, bewonderen er de onmetelijke pracht aan schilder- en beeldhouwkunst en hebben er het geduld voor over om de ellenlange wachtrijen te trotseren. Maar wie bezoekt Rome omwille van haar muziekgeschiedenis ? Wie zoekt er de sporen op van de grootsten der toonkunst? Juist, omzeggens niemand. Andreas Pehl wel. En hoe! En hij bezoekt Rome niet alleen, hij gidst er ook. En meer nog, hij heeft er een boek over geschreven ook. Meer bepaald een uitermate onderhoudende reisgids in de voetsporen van de componisten die in Rome hebben gewoond en gewerkt.
Na een inleiding over waar precies de “echte” schilder, de Caravaggist Bartolomeo Cavarozzi (ca.1590- 1625) alias Mario Cavaradossi in Puccini’s “Tosca”, gewerkt zou kunnen hebben, volgen we aan de hand van zes uitgestippelde wandelingen, de sporen van Palestrina, Bernini, Händel, Mozart, Mendelssohn, Berlioz en Respighi. De Palestrinawandeling gaat van de S. Maria Maggiore naar het Palazzo del Quirinale, het Capitool en de Villa Farnesina, naar de heuvel Gianicolo met de Porta San Pancrazio, tot aan Sint-Pieter.
Palestrina
Palestrina was koorknaap aan de basiliek Santa Maria Maggiore, kapelmeester aan de Cappella Giulia van de Sint-Pieter en zanger van de Sixtijnse Kapel. Hij werd vervolgens kapelmeester van Sint-Jan van Lateranen, kapelmeester van de Santa Maria Maggiore en muziekleraar aan het Seminario Romano. Van 1571 tot aan zijn dood in 1594 was hij kapelmeester aan de Sint-Pieter.
Händel
Händel ontmoeten we aan de Piazza del Popolo, in het Teatro Capranica, het Pantheon, in het Palazzo Doria Pamphili en in de S. Maria in Aracoeli met haar oude orgels en haar schattige, olijfhouten Santo Bambino, gesneden uit een boom uit de tuin van Gethsemane, de tuin aan de voet van de Olijfberg waar Jezus zijn leerlingen onderwees. Het huidige beeld is weliswaar een replica want het origineel werd in 1994 gestolen. (Een Ara Coeli is overigens een hemelaltaar). Händel verbleef van 1707 tot 1710 in Rome en componeerde er o.a. wondermooie cantaten en het prachtig motet Dixit Dominus in opdracht van markies Ruspoli en de kardinalen Pamphili, Colonna en Ottoboni.
Mozart
Met Mozart die in 1770 tijdens zijn eerste Italiaanse reis twee keer verschillende weken in Rome verbleef, hebben we afspraak in de Vaticaanse paleizen en in de Chiesa Nuova, het Teatro Valle, ooit van de familie Capranica, de Piazza Nicosia en het Capitool.
Mendelssohn, Berlioz, Rossini, Respighi
En, de auteur beperkt zich niet tot de barokperiode. In de 19de eeuw dwaalden Mendelssohn en Berlioz, soms begeesterd, soms melancholisch, van de Piazza di Spagna met de Scalinata Della Trinità die naar de Obelisco Sallustiano en de Trinità dei Monti leiden, naar de S. Maria in Via en het Largo di Torre Argentina. Daar staat het operahuis waar Rossini’s meesterlijke “barbiere” in 1816 in première ging. Vervolgens slenterden ze langs de Via Appia Antica naar de Villa Borghese. (5.Spaziergang, “Romantische Begeisterung und Melancholie an der Spanischen Treppe”). Ottorino Respighi (1879-1936), vanaf 1913 leraar compositie aan en korte tijd directeur van de Accademia Nazionale di Santa Cecilia in Rome, haalde de inspiratie voor zijn klinkende stadsgezichten Fontane di Roma, Pini di Roma en Feste Romane dan weer bij de Fontana di Trevi, het Teatro dell’Opera, de Piazza Navona en de Villa Borghese. Anita Ekberg (Sylvia) ligt helaas niet meer in de fontein en het Christusbeeld per helikopter door de lucht zal u zich ook nog wel herinneren, 1960, neen?
Bernini
En omdat Rome haast nog eerder voor te stellen is zonder paus dan zonder Gian Lorenzo Bernini (hoewel mijn zoon mij er op wijst dat er geen Bernini is zonder de paus, ook waar) heeft de auteur voor ons een speciale Berniniwandeling uitgestippeld. Die brengt ons van St. Pieters, langs de Piazza Navona en uiteraard langs de basiliek S. Maria sopra Minerva met Bernini’s marmeren olifantje als sokkel voor de obelisk op het plein. Dat beeld is weliswaar voltooid door zijn leerling Ercole Ferrata, jawel die van de prachtige “Engel met het Kruis” (trouwens één van de tien engelen!) op de Peperino-Ponte Sant'Angelo over de Tiber. Dan gaat de wandeling naar het Palazzo Barberini en opnieuw naar de Piazza del Popolo.
En denk maar niet dat onze gids zich beperkt tot genoemde componisten en die ene geniale architect en beeldhouwer. Bij elke wandeling ontmoeten we o.a. verschillende leden van de, toch wel om en bij de 27 leden tellende componisten van de Romeinse School uit de 16de en 17de eeuw. Naast de andere “Italianen” die toen in de eeuwige stad zijn komen wonen. Bvb. Girolamo Frescobaldi uit Ferrara die in Rome organist van de Santa Maria in Trastevere en van St. Pieters werd en die we in het gezelschap van de kardinalen Bentivoglio en Aldobrandini ontmoeten tijdens die mooie Berniniwandeling (2.Spaziergang, “Eine Stadt als Theaterkulisse”).
Pittige anekdotiek en interessante feiten
Op de achterzijde van het boek lezen we dat Rome een podium bood aan componerende architecten, ijdele zangvirtuozen en triomfantelijke dirigenten en dat illustere namen als Palestrina, Händel, Mozart, Mendelssohn, Berlioz en Puccini onder hen waren. Andreas Pehl, zelf opera- en oratoriumzanger, is onze sublieme gids bij het ontdekken van deze grote stad van de muziek. Zes wandelingen, voorzien van aanbevolen luisterfragmenten, van Lassus en Palestrina tot Nino Rota, leiden ons naar de belangrijkste plaatsen van Rome’s muzikale leven door de eeuwen heen. Informatie over het werk en het leven van de componisten wordt aangevuld met pittige anekdotiek en interessante feiten uit de geschiedenis en kunstgeschiedenis. Afbeeldingen van gravures van het historisch Rome, o.a. van de incisore Giovanni Battista Falda (ca. 1640–1678) en van Piranesi (1720-1778), illustreren de wandelingen. Die staan met stippellijnen op kaarten, in het boek aangeduid. Een aan te bevelen literatuurlijst en een handig bruikbaar register besluiten deze uitermate interessante gids. Onontbeerlijk voor wie nu nog Rome bezoekt. Un sublime sentimento di grandezza del passato musicale. Nu alleen hopen dat Andreas Pehl ook nog Venetië en Napels bezoekt… Ik maak alvast een afspraak met Andreas om voor één keer in de voetsporen van Casanova, een koffie of een cioccolata (“il Cibo degli Dei”) te drinken in de Sala Rossa van het Caffè Greco. Con una vivacità d’intelleto. Of wordt het fettuccine bij Alfredo, stracciatella-ijs bij Giolitti of een zabaione, a base di uova e zucchero, en gemaakt met twintig jaar oude, dolce marsala bij Il Gelato di San Crispino? ‘k Weet het nog niet. 'k non lo so ancora. Nu, wat we ook doen, eerst langs bij Gucci en Armani e, 'k farà pensare a te. Promesso. Un bacio. Zeker, zeker lezen.