Niettegenstaande we allemaal in ons kot zitten, voelen we ons allemaal ontheemd. In het leven vóór Covid 19, ‘corona’, waren we betrokken in een netwerk van contacten en relaties. Nu zitten we thuis, far from the madding crowd. De eerste week was het ontspannend, relaxt, maar al snel begonnen we het bruisende leven te missen.
Naïef dacht ik vroeger: gevangenschap is in onze contreien (dat zeg ik er wel bij) toch geen zware straf: eten, drinken, een dak boven je hoofd. Het gemis van vrijheid: komen en gaan waar je wil, ja dàt is fnuikend! Dat ondervinden we nu allemaal aan den lijve. We reisden op een golf van extatisch geluk, zonder het te beseffen. We zitten nu opgehokt als het enige verweer tegen een virus, een niets of niemand ontziende killer. Met een analytische precisie anticiperen de virologen en wetenschappers op wat komen gaat.
Wat missen we de contacten en knuffels met onze kinderen en kleinkinderen, familie- en restaurantbezoek, kuieren door de stad, een terrasje doen, een bioscoopbezoek, opera- en dansvoorstellingen, concerten, festivals… Dat moeten we allemaal derven. Halsreikend werd de voorbije weken uitgekeken dat het tij zou keren en er groen licht zou gegeven worden om de activiteiten te hervatten. Het virus bleef hardnekkig stand houden, meester van de situatie. Een onzichtbare vijand die terreur zaait en een schrikbewind voert zonder weerga.
Exit
De theaters en operahuizen sluiten vroegtijdig de deuren. Het doek is nu definitief gevallen wat het seizoen 2019-2020 betreft. Alle voorstellingen zijn afgevoerd of verplaatst naar een latere datum. Onze cultuurhuizen en gezelschappen hadden zwaar geïnvesteerd in producties en talent. Het hele culturele veld blijft verweesd achter. Veel artiesten die, willens nillens, als freelancer zelfstandig moeten werken staan in de kou. We zitten allemaal verstrikt in een verstikkend niemandsland, een soort van twilight zone.
Veerkracht
Onze samenleving is dank zij de inspanning van velen niet als een kaartenhuisje in elkaar gezakt. In deze aanslepende lockdown blijft er gelukkig licht aan het eind van de tunnel. Een eresaluut aan al de onbaatzuchtige mensen, die op gevaar van eigen leven, op de barricade blijven staan in de ziekenhuizen en WZC: verplegend personeel en dokters, technici, de poetsdienst, de vele mensen in de distributie- en voedselketen, apothekers, politie, het openbaar vervoer, en zovele anderen in sleutelsectoren. De dankbaarheid van de samenleving is groot.
Met uiterste voorzichtigheid worden eerstdaags de strenge maatregelen versoepeld. Het wordt een tour de force om niet overijld te werk te gaan en het vraagt luisterbereidheid en discipline van iedereen.
De kunsthuizen zetten nu al hun troeven in en richten hun hoop op het seizoen 2020-2021. Er zal, denk ik, nooit méér reikhalzend uitgekeken zijn naar theater- en dansvoorstellingen en de weidse klankwereld van opera, concerten en de brede waaier van festivals. Kunst kan weliswaar de wereld niet veranderen, wél draaglijker maken. Iedereen, van jong tot oud, wil zich laven aan al dat moois, een energetische positieve stroomstoot die ons uit de lethargie moet trekken van de dagelijkse sleur en routine en het leven weer kleur zal geven.
Epiloog: Politiek en media
Politiek is een woud van oeverloos gepraat geworden zodat men het bos tussen de bomen niet meer ziet. De kiezer wordt gegijzeld door de politici. Op politiek vlak is ons landje verworden tot een kerkhof van illusies. Er zijn geen zekerheden meer. Niet ’s lands belang staat voorop, maar hun postje. Ik wil niet iedereen over dezelfde kam scheren, maar de feiten spreken voor zich. We zijn al maanden op drift. Een noodregering moet nu de hete kolen uit het vuur halen.
We leven in een gemediatiseerde wereld. Men bedrijft politiek via lekken, altijd met de sloganeske taal: we doen het voor de mensen. Bullshit en levensgevaarlijk! Journalisten moeten dan ook de reflex hebben: is deze informatie wel correct én waarom geeft men deze informatie prijs? Wat is het plan dat hier achter steekt en wil ik daarin meespelen? Het element van discretie is uit de politiek verdwenen, wat eigenlijk broodnodig is. Daarnaast, journalisten beschouwen zich bijna als de drijfriem van het politieke gebeuren. Kritische journalistiek in het bevragen en controleren van de macht: oké, maar geen inquisitiejournalistiek. Iets waar vooral televisie zich aan bezondigt. Politici kunnen amper hun zegje doen en worden constant onderbroken. Het wederzijds respect en nederigheid is zoek.
Waar België (en ook andere landen) nood aan heeft is een goede ‘leader’. Mag ik volgende beeldspraak hanteren: een goede ‘leader’ is als een schipper. Je kan de stromen en natuurelementen niet beheersen, maar rekening houdend met de elementen stippel je de best mogelijke koers uit. Een tweede factor: een goede ‘leader’ is iemand die zijn mensen constant in het oog houdt. Hij moet inschatten: zijn ze moe, hebben ze honger, zijn ze angstig? Een goede schipper analyseert en moet bovenal een goede coach zijn die zijn mensen motiveert. Daar hebben we méér dan ooit nood aan.