Nominatie Gouden Label – Zoals wel vaker gebeurt bij uitzonderlijke prestaties, schieten ook hier woorden te kort. Ontroerend, geniaal, virtuoos, geïnspireerd…
Nominatie Gouden Label – Zoals wel vaker gebeurt bij uitzonderlijke prestaties, schieten ook hier woorden te kort. Ontroerend, geniaal, virtuoos, geïnspireerd… Het recital van de Venezolaanse pianiste Gabriela Montero in deSingel was zo’n topevenement.
Tijdens de eerste helft van haar optreden speelde ze de Drei Intermezzi, opus 117 van Johannes Brahms (1833-1897) en de Fantasie in C, opus 17 van Robert Schumann (1810-1856). Het tweede deel was iets heel bijzonders… Montero is niet alleen een begenadigde, wat heet volleerde pianiste met een zeer breed gamma van composities op haar repertoire; ze vertelt ook virtuoos aan het klavier haar eigen – ter plekke bedachte – muziek.
Voorgerecht
In het licht van wat zal volgen, lijkt Brahms wel een delicieus voorgerecht. De Drei Intermezzi zijn niet van het moeilijkste wat Brahms gecomponeerd heeft en liggen dus makkelijk in het oor. Dat laat Gabriela Montero toe in amper veertien minuten de volle lading van emoties op het publiek los te laten. De typische spanning van grote dagen hangt in de lucht. Eén minpuntje misschien: een paar noten op de Steinway die niet honderd procent zuiver klinken, maar dat zal weinig mensen gestoord hebben. Elke schakering – van fortissimo tot pianissimo – wordt ‘uit te kast’ gehaald. De totaalsfeer is perfect.
Hoge regionen
Nauwelijks bekomen van deze ‘introductie’, krijgen we zo mogelijk nog een breder gamma van emoties te verwerken, in de meerlagige muziek van Schumann. Vooral in de rustige passages van de Fantasie in C – in totaal goed voor iets meer dan een half uur betovering – wordt het zeer stil in de zaal, op hier en daar een zenuwachtige kuch na. De droom van elke muzikant: een publiek dat zeer aandachtig luistert. Zoals Brahms (hierboven) heeft ook Schumann ‘zwaardere’ dingen geschreven dan deze fantasie, maar dit is niettemin een zeer typerend werk voor deze romanticus. Zowat elk van de talrijke dimensies die op de piano mogelijk zijn, wordt aangesproken en Schumann refereert zowel aan de toekomst als aan het verleden. Als we denken aan zijn getormenteerde leven neemt onze bewondering voor zijn werk alleen maar toe.
Gabriela Montero – die we ook kennen van haar cd-opnames – is in zeer goede doen en dat belooft voor het tweede deel van het recital.
Apart genre
Helemaal nieuw is het niet. Componisten als Haydn, Mozart, Beethoven, Chopin en Liszt (om er maar enkele te noemen) maakten naam en faam met hun improvisaties.
Montero improviseert – zeg maar: componeert zonder iets te noteren – naar eigen zeggen al van toen ze een klein meisje was. De manier waarop ze het publiek erbij betrekt, is zeer verfrissend. De zaalverlichting blijft aan en in plaats van een donkere massa ziet de pianiste duidelijk de kleurrijke koppen (meestal grijze haren) zitten.
Opzij van de zaal steekt een kleine groep jonge mensen een bord omhoog: “SOS Venezuela”. In het Spaans verzekert Montero dat dit thema zeker aan bod zal komen. Vooreerst vraagt ze of iemand iets kan zingen dat iedereen kent. Na wat aarzeling komt The Girl from Ipanema tevoorschijn… waarmee we vanzelfsprekend in Zuid-Amerikaanse sferen belanden, de biotoop van Montero. Ze ‘oefent’ het thema een halve minuut met de rechterhand en daarna is iets bijna bovenmenselijk te horen. Een waterval van harmonieën, in grote en kleine terts toonsoorten, met een veelheid aan modulaties… Mijn mond valt open.
Voor de tweede en derde improvisatie vist Montero naar een of andere sfeer, een gebeurtenis in het leven. Iemand suggereert Zonsopgang. Wat erop volgt is zo mogelijk nog mooier dan de improvisatie op een bestaand thema. Ietwat in de sfeer van Debussy maar met veel moderne akkoorden, zie je de zon zo boven de kim verschijnen. Met Storm op Zee denkt iemand Montero in verlegenheid te brengen maar dat is buiten de waard gerekend. Als een virtuele schilder schetst ze het gegrom van een aankomend onweer, dat naadloos overgaat in een echte storm op zee, inclusief de aan- en afrollende watermassa – hier arpeggio’s over de hele breedte van het klavier. Frans Liszt revisited.
Ontroering
Als voorlaatste improvisatie brengt Gabriela Montero een hommage aan de zeer talrijke slachtoffers van het regime in Venezuela. “Zoals elke kunstenaar ter wereld is het mijn plicht dit aan te klagen en dat doe ik met waar ik goed in ben: muziek”. Ze neemt plaats aan het klavier, mediteert even en speelt een van de meest ontroerende dingen die ik de jongste tijd gehoord heb. Er worden heel wat zakdoeken tevoorschijn gehaald en menige traan weggepinkt. Tijdens dit intiemste moment van de avond, zijn geen spandoeken of borden meer te zien…
Om in een wat opgewektere sfeer te eindigen, vraagt Montero opnieuw aan de zaal of iemand een bekende melodie wil zingen… waarop ze dan zal borduren. Maar je moet het wel zingen: “I want to hear my audience sing.” Een olijkerd denkt bij zichzelf “ik waag het er op” en zingt “Zie ik de lichtjes van de Schelde…” Montero kijkt geïnteresseerd en vraagt. Zing het nog eens mijnheer, waarop de hele zaal uit volle borst meezingt: Zie ik de lichtjes… Verrast natuurlijk, dat iedereen dit kent en zij natuurlijk niet, vraag de soliste benieuwd “What is this?” “A song from Antwerp”, kinkt het. “From Antwerp, really? Waw!”
Gabriela gaat zitten, tokkelt meteen de melodie met de rechter hand en verbluft enkele seconden later het Antwerpse publiek met een improvisatie op dit bekende thema… om duimen en vingers af te likken. Dit eenvoudige liedje in driekwartsmaat wordt onder haar vingers een respectabele brok muziek waarin opnieuw bijzonder veel emotie, evenveel virtuositeit en verbazende inspiratie te horen is.
Je denkt “dit is het ongeveer” als la Montero overgaat op een jazzy stijl – met hier en daar de befaamde ‘blue note’ maar aan een tempo waarbij sommige ragtime-pianisten zouden verbleken. Met een spontane staande ovatie en een boeketje bloemen wordt Gabriela Montero uitgewuifd. Voor herhaling vatbaar.