Als theaterbezoeker maak je je dezer dagen toch wel de bedenking: is het safe? Het onthaal in de Arenbergschouwburg is in elk geval geruststellend coronaproof. De theaterbezoekers volgen gedisciplineerd de richtlijnen. Bij het binnentreden van de zaal sta je even verrast en amused te kijken. Niet alleen op de scène wordt een ode gebracht aan de verbeelding en fantasie. De social distancing wordt hier niet met papiertjes ‘verboden te zitten’ kenbaar gemaakt. Over de hele zaal zitten met tussenruimte dierenkoppen vastgemaakt op de stoelen. Antwerpen is niet voor niets een zoo rijk. Ik zit geflankeerd door een leeuwen- en een pandakop. Leuk gezelschap. Je zit niet alleen, allemaal zoogdieren onder elkaar!
Uitgangspunt
Het leven is een aaneenschakeling van kantelmomenten, kleinere en grotere, positieve en negatieve schakeringen, die je onvermijdelijk polijsten tot individu. Wat begon als een onderzoeksproject hoe twee mannen zich gedragen op de top van een berg bij stormweer transformeerde al snel in een mix van theater, performance, dans, muziek en ruimte, getuigend van een ongebreidelde fantasie. Een collage van ideeën en improvisaties ontstaan uit de noodzaak om te spelen, bedacht door twee klasbakken Wim Opbrouck en Wilfried De Jong. Ze raakten bevriend tijdens de opnames van de film ‘Ventoux (2015). Deze vriendschap resulteerde in 2017 in de voorstelling ‘We free kings’ en ze blijven elkaars sparring partners in ‘Jungfrau’. Het toont de eenzaamheid en zelfredzaamheid van beide mannen. In een overlevingsstrategie groeien ze naar elkaar toe. Ze etaleren kracht, vitaliteit maar ook kwetsbaarheid.
Enscenering
Er wordt gespeeld in een ultra sober decor. Een ecru doek in de fond en een versneden boomstam met latten tussen. Vooraan, dicht tegen de grond een contactmicrofoon die uiterste stemprecisie mogelijk maakt. In het diffuse licht kruipt een man naar de microfoon toe (Wilfried De Jong). Het publiek krijgt het geluid te horen van een aanzwellende wind. Hij produceert het geluid. Uit de coulissen treedt Wim Opbrouck naderbij terwijl hij op een microKORG synthesizer tokkelt, daarbij heft hij met een hoog koorknapenstemmetje een lied aan van een breekbare schoonheid, getekend Schubert. Instant chemistry. Het geeft een zekere serendipiteit, iets licht dat zich in je borst nestelt.
Raden naar het hoe en waarom
Waarom trekken twee mannen naar het hooggebergte? In een spiegelend beeld staan beide heren te telefoneren. In de rhythm & blues song ‘Don’t decieve me’ van James Brown vragen, smeken ze beiden hun geliefde hen niet te verlaten. Ego aan flarden. Waarschijnlijk om de innerlijke pijn van de stukgelopen relatie kwijt te geraken gaan ze een fysieke uitdaging aan: ze willen de legendarische Alpenreus: de Jungfrau beklimmen in een gevecht met de elementen. Er groeit een symbiotisch bondgenootschap. Dit telefoongesprek, waarvan de tekst wordt gelipt, is eerst leuk en geïnspireerd, maar wordt iets té lang uitgesponnen om boeiend te blijven. Jungfrau is voor 80% fysiek theater: trekken en sleuren aan de houten constellatie. In een spel van afstanden scheppen en kloven overbruggen. Een pas de deux met elkaar en de materialen. Het speelse uitdagen versus hard labeur. Soms teder, dan weer heroïsch. De muziek volgt, net zoals het pad naar de top, geen vertrouwd terrein. Het is een onvoorspelbaar traject. Dan weer hoor je klanken uit het hoge Noorden of zingen de protagonisten warm en kinderlijk een lied uit The Sound of Music: ‘Edelweiss’. Het geheel is mimisch met een draagvlak van woorden die niet gesproken worden. Met emoties wordt behoedzaam omgesprongen. Ze worden op een apothekersschaaltje afgewogen. Verdriet en lichtheid zijn perfect gedoseerd. Het onderwerp zou kunnen afglijden naar een tearjerker, maar dat is het zeker niet. Het is mooi om te zien hoe de struise Wim Opbrouck vederlicht over de scène danst. Charlatanisme krijgt ook een veeg uit de pan: in moeilijke levensmomenten worden kwetsbare mensen letterlijk en figuurlijk uitgekleed door would be goeroes. Balanceren op de rand van de afgrond kan in deze pandemische tijden op twee manieren geïnterpreteerd worden: zuiver fysiek overeind blijven of psychisch ten onder gaan. Mooi gekaderd zit het gedicht ‘De dood’ van het enfant terrible van het Nederlandse poëzielandschap Jules Deelder. De voorstelling eindigt in een magistraal crescendo: een sneeuwstorm waar de twee protagonisten op inbeuken. De blizzard wordt indrukwekkend visueel en auditief weergegeven met massa’s rook, opbollend gordijn en een loeiende wind. Een soundscape waarvan de bastonen je hartritme verstoren. Afgepeigerd tot de ultieme fysieke grens eindigt het avontuur van de twee mannen. Elkaars laatste getuigen.
Met hoeveel zwier ook voor het voetlicht gebracht, toch munt het geheel niet in helderheid uit. Het blijft enigszins hermetisch. In elke geval een straffe tour de force gebouwd op jongensachtig branie. Moraal: geen Weltschmerz zonder onblusbare levensdrang.
Wat: Jungfrau
Wie: Toneelgroep Maastricht; Eindregie Frank Van Laecke.
Waar: Arenbergschouwburg Antwerpen
Wanneer: 16 oktober 2020
Foto’s: Luc Monsaert