Niet alleen bekleedt Enrique Granados (1867-1916) een belangrijke plaats in de muziekgeschiedenis omwille van zijn werken voor piano en instrumentale muziek, maar zeker ook omwille van zijn opera’s of andere lyrische werken, een dozijn in totaal, die ten onrechte verwaarloosd worden. Een ervan is ongetwijfeld María del Carmen.
María del Carmen is een vroege opera die door Granados in 1898 werd geschreven op basis van een libretto van de Catalaan Josep Feliu i Codina (= José Feliú y Codina 1845-1897) die aansluiting vond bij de realistische beweging en de Catalaanse Renaixença. Hij had kort ervoor reeds het libretto geschreven voor de zarzuela Los Ovillejos, een éénakter van Granados. M.b.t. de partituur is heel wat te doen geweest aangezien de componist deze in zijn koffers had op het moment dat hij verdronk wanneer zijn schip, de Sussex, in 1916 door een Duitse U-boot tot zinken gebracht werd.
De opera kende tussen 1898-1900 een groot tot matig succes in Madrid, waar Pablo (Pau) Casals hem assisteerde en koningin Maria Cristina hem de Real y Distinguida Orden Española de Carlos III toekende. De componist beschouwde dit werk wel als zijn beste opera. Aangezien het verhaal zich afspeelde in Murcia kende het werk hoegenaamd geen succes in Barcelona. Het Catalaans nationalisme ontwaakte nogal fel, de componist en librettist waren immers Catalanen, maar een Catalaanse couleur locale waren in het werk niet te bekennen. In 1935 was er een herneming in het Gran Teatre del Liceu met de charismatische Conchita (Conxita) Badia en eveneens enkele malen in de jaren zestig, maar daarna geraakte de opera in vergetelheid tot 2003. Minder bekende opera’s terug opvoeren is een van de troeven van het Ierse Wexford Opera Festival. Max Bragado-Darman zorgde voor de herleving van deze Granados, voor de kritische editie ervan en ook voor de opname. Zo werd de opera bij het merk Marco Polo (8.225292-93) in 2004 uitgebracht en deze versie wordt nu opnieuw bij NAXOS ter beschikking gesteld.
Het centrale gebeuren omvat een driehoeksrelatie tussen María del Carmen (sopraan) en twee mannen, de agrariër Pencho (bariton) en de rijke Javier (tenor). Pencho en María zijn geliefden, maar de eerste verwondde tijdens een twist Javier en vluchtte daarna naar Algerië. María verzorgt de gewonde in de hoop dat hij de dader zal vergeven als hij wederkeert, maar de rijkemanszoon wordt op zijn beurt verliefd. Pencho keert terug en verneemt van María dat deze wil huwen met Javier om zijn leven te sparen, maar dat kan hij niet toelaten. De twee zullen een duel uitvechten, gepland voor de derde akte (cfr. Mascagni). Na veel beslommeringen brengt de lokale dokter slecht nieuws voor Javier: hij zal sterven aan tbc… Javier verzoent zich met María en Pencho en helpt hen om te vertrekken. Eind goed, al goed dus, in tegenstelling tot Cavalleria Rusticana.
Het libretto is niet bijgevoegd in het boekje, wel een samenvatting, maar kan via Naxos geraadpleegd worden. De muziek van Granados bezit wel een echo van de zarzuela grande, maar, meer nog, horen we hier Wagner en Mascagni binnensluipen. De rol van het orkest komt op de eerste plaats, gevolgd door koorpassages (dorpsprocessie in akte I en fiesta in akte II) en aria’s, zoals de entrée van María, een opmerkelijke bolero. María wordt geslingerd tussen loyaliteit voor haar geliefde en schuldgevoelend jegens zijn rivaal. De dramaturgie is echter nog niet volledig ontwikkeld in dit vroege werk. Diana Veronese (María del Carmen) is warm, Dante Alcalá (Javier) en Jesús Suaste (Pencho) zingen meer dan voorbeeldig. De kleinere rollen zijn competent gepresenteerd, het koor (Koor van het Operafestival van Wexford) en het Nationaal Filharmonisch 0rkest van Belarus spelen overtuigend. Dirigent Max Bragado-Darman zorgde voor de kritische uitgave van de partituur en hij is een echte expert in het Spaanse repertoire. Zijn interpretatie geeft een waarachtig beeld van wat Granados bedoelde. Deze opname zal een referentie blijven voor toekomstige opnames van het werk.
- WAT: Enrique Granados: María del Carmen
- WIE: Diana Veronese, Dante Alcalá, Jesús Suaste, Koor van het Operafestival van Wexford, Nationaal Filharmonisch 0rkest van Belarus o.l.v. Max Bragado-Darman
- UITGAVE: NAXOS 8.660144-45 (duurtijd: 1:43:21) (volledige opname op dubbele cd)
- Hoes: ©Naxos