Een ode aan de Perzische cultuur in 10 symfonische gedichten, elk gewijd aan één ander facet. In dit derde en laatste volume komen de 2 laatste gedichten Nohe Khan en Morshed aan bod. Baritonsaxofonist Ladislav Fančovič en tenor Reza Fekri, samen met het Prague Metropolitan Orchestra en onder leiding van de componist zelf, vertolken deze ceremoniële taferelen.
Alexander Rahbari (علی رهبری)
Ali (of Alexander) Rahbari (°1948) is een Iraans componist en dirigent. Aan het Nationaal Perzisch Conservatorium studeerde hij viool bij Rahmatollah Badiee en compositie bij Hossein Dehlavi. Hij won een studiebeurs van het Iraanse ministerie van Cultuur voor verder te studeren aan de Universiteit voor Muziek en Podiumkunst te Wenen. In 1979 maakte Rahbari zijn grote doorbraak als gastdirigent van de Berliner Philharmoniker en werd daarna assistent van Herbert von Karajan. Rahbari was ook werkzaam in ons land. Hij was 8 jaar dirigent van Brussels Philharmonic. In 2005 keerde Rahbari terug naar Teheran om er Beethovens 9e symfonie te dirigeren. Na de vele kritieken en de beschuldigingen van westerse muziek te promoten, nam hij ontslag en verliet Iran als protest tegen de Iraanse muziekindustrie.
Als componist is Rahbari minder gekend. Zijn compositorische stijl vormde hij onder invloed van Dehlavi en Gottfried von Einem en wordt gekarakteriseerd door Perzische elementen. Als jonge componist schreef hij 1 compositie per maand voor het Iraanse ministerie van Cultuur. Het verklanken van Perzische mystiek werd zijn handelsmerk. Het is ook de titel van een van zijn belangrijkste werken: Persian Mysticism(1968). Andere bekende werken zijn het symfonische gedicht Beirut (1985) oorspronkelijk gecomponeerd voor 9 fluiten, Halfmoon (1984) en zijn muzikale zetting van de 154 sonnetten van William Shakespeare (1990-2000).
Muzikale tocht door Perzië
My Mother Persia (2017-2020) bestaat uit een reeks van 10 symfonische gedichten. Elk gedicht draagt een eigen titel en is gewijd aan één bepaald aspect uit de Perzische cultuur. Als kind dat opgroeide met deze traditie, had Rahbari de kans om te leren van de beste en meest invloedrijke Perzische maestro’s. Het resultaat weerspiegelt zich in een overvloed aan Perzische traditionele melodieën, ritmes en improvisaties. Daarnaast verwijzen deze gedichten ook naar belangrijke momenten in het leven van Rahbari.
‘Nohe Khan’ is de naam van de zanger (meestal een tenor) die in verschillende religieuze ceremonies zingt. Ze zingen meestal in een droevige, melancholische en emotionele stijl, met een authentiek Perzisch ritme dat in de mis herhaald wordt. Als kind was Rahbari diep onder de indruk van de Ashoura ceremonie. Wat hij zich herinnert van deze historische gebeurtenis pende hij neer als een symfonisch gedicht voor viool en orkest (het eerste symfonische gedicht in deze reeks). In 2018 besloot Rahbari een arrangement voor baritonsaxofoon en orkest waarbij deze blazer in de drie delen de rol van de Nohe Khanop zich neemt. De muziek heeft een positieve, energie sfeer en de oriëntaalse modus versast de luisteraar met vaak ongebruikelijke klanken. Het werk vergt niet alleen technische genialiteit van de artiest maar een bijzonder uithoudingsvermogen. Het symfonisch gedicht bestaat in totaal uit drie: een uitvoerig openingsdeel met contrasterende secties en twee krachtige ritmische delen. De solist Ladislav Fančovič, die beter bekend is als pianist dan als saxofonist, brengt de extreme technische eisen tot leven met zijn warme, muzikale toon terwijl het Prague Metropolitan Orchestra, onder leiding van de componist, juist haar veelvoud aan klankkleuren etaleert.
De ‘Morshed’ is een persoon met een goede zangstem die atleten traint en die zingt tijdens de rituelen van de klassieke sporten (varzesh-e pahlavāni). Hij verklankt individuele muziekstukken voor elk onderdeel van de sport waarbij hij het gezang synchroniseert met de bewegingen van de atleten om hen op die manier tot een hoger fysiek vermogen te tillen. De tekst die tenor Feza Fekri zingt tijdens dit 10e symfonisch gedicht zijn afkomstig uit Shahnameh (‘Boek der koningen’) van de Perzische dichter Ferdowsi Tusi (c.940—1020). Saxofoon, harp en percussie begeleiden de gezangen ter ere van de maker van deze wereld. De structuur verwijst naar die van een qawwali-lied. Zoals hierbij gebruikelijk is, begint dit gedicht met een instrumentale inleiding. Maar in plaats van een harmonium en tabla, stellen nu de saxofoon en de vibrafoon de hoofdmelodie voor. Na de inleiding volgen de verzen van de zanger die vrij van ritme en geïmproviseerd, thematisch refereren naar de hoofdmelodie. De westers geschoolde 28-jarige Fekri zingt deze teksten niet volgens onze klassieke zangtraditie. Dat zou dit werk niet tot leven brengen. Rahbari koos voor traditionele, Perzische technieken (zoals de tahrir) die deel uitmaken van avaz (vocale modus zonder metrum) om de Perzische mystiek tot haar volle recht te brengen.
- WIE: Reza Fekri [tenor], Ladislav Fančovič [baritonsaxofoon], Prague Metropolitan Orchestra o.l.v. Alexander Rahbari
- WAT: Rahbari: My Mother Persia Vol. 3
- UITGAVE: Naxos 8574208
- FOTO: n.b.
- BESTELLEN VIA: JPC