Al negentien werkjaren lang houdt vzw Euterpe in het Kortrijkse de klassieke kamermuziek alive and kicking. Voor het eerste concert van het nieuwe seizoen had de vereniging ‘een sympathiek duo’ aangezocht. En inderdaad, een encore krijg je doorgaans niet elke avond voorgeschoteld. Waarna celliste Camille Thomas en pianoman Julien Libeer met een bij vlagen heerlijke zin voor nuance Beethoven, Franck én Ginastera bij de horens zouden vatten.
Al negentien werkjaren lang houdt vzw Euterpe in het Kortrijkse de klassieke kamermuziek alive and kicking. Voor het eerste concert van het nieuwe seizoen had de vereniging ‘een sympathiek duo’ aangezocht. En inderdaad, een encore krijg je doorgaans niet elke avond voorgeschoteld. Waarna celliste Camille Thomas en pianoman Julien Libeer met een bij vlagen heerlijke zin voor nuance Beethoven, Franck én Ginastera bij de horens zouden vatten.
Bent u een jong ensemble, met een hart voor kamermuziek en enkele Belgische, misschien zelfs hedendaagse, componisten in het repertoire? Dan is er in de Kortrijkse concertstudio een podium voor u. Want al vele jaren organiseert de vzw Euterpe – de mythologische muze die de dubbele fluit beheerst – concerten aan de boorden van de Leie. De zevenkoppige stuurploeg houdt daarbij, met de steun van talrijke sponsors, mecenassen en vzw SWUK Vlaanderen, op enthousiaste wijze de vinger aan de muzikale pols. Komen dit seizoen onder andere nog langs: het Franse Quatuor Zaïde en pianotrio Impression. Wat een geluk dat de taal der muziek in de verste verte geen grenzen kent.
Ook tijdens het openingsconcert van het negentiende Euterpe-seizoen diende zich een geoliede, Frans-Belgische combo aan: Camille Thomas en Julien Libeer. Sinds vorig seizoen concerteert het tweetal regelmatig samen. Een cd-project zit in de pijplijn. De Franse celliste, met stevige wortels in ons landje, studeerde in Parijs en Berlijn en vervolmaakt zich op dit moment aan de Hochschule für Musik in Weimar. Voor de Belgische pianist Julien Libeer zit zijn verblijf als ‘artist in residence’ aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth er onderhand op. Hij werkte er met Abdel Rahman El Bacha en Maria João Pires, die zich sinds een drietal jaar niet alleen als diens mentor, maar evengoed als manager opwerpt. En dat opent internationaal deuren. Later dit jaar zal Libeer, die in Kortrijk een halve thuismatch speelde, zijn kunnen zelfs in Japan mogen tonen. Reeds in 2012 sleepte de jongeman overigens een Gouden Label aanmoediging in de wacht, en dat na een concert van het Trio Avanesyan dat onze hoofdredacteur in lyriek deed ontsteken.
Markante uitlaatklep
“Muziek kan een krachtige uitlaatklep voor gevoelens en indrukken zijn, maar haar verwoorden in concrete beelden is zich op glad ijs begeven.” Wijze woorden van Euterpe-lid Sarah Vandemoortele uit het boeiende programmaboekje, maar die ondergetekende er niet van weerhielden om toch maar de schaatsen aan te binden. Het muzikale parcours begon nochtans onverwacht atypisch, met als het ware een toemaatje: het laatste Lied ohne Worte in D van Felix Mendelssohn (1845). Het bleek in meerdere opzichten een schot in de roos. Zo kon Libeer van bij de start zijn troeven als omzichtige begeleider uitspelen. Met zijn tactiele spel creëerde hij terstond een juiste balans, daarbij geholpen door een gekortwiekte Steinway. Aan Thomas de even uitdagende taak om de woorden te verzorgen. Kunnen fraseren is een kunst en deze dame durfde het nog eens ook. Eerst zeer smaak- en gevoelvol, maar evenzeer flamboyant brommend wanneer erom verzocht.
Het duo stoomde zo meteen naar een volgend werk door. Welgemeend applaus zou helemaal aan het eind, na een innemende recapitulatie van dit Mendelssohn-preludium, wel volgen. De muzikale frasen vloeiden ook in Beethovens derde cellosonate (1808) van bij aanvang rijkelijk en werden in wat volgde op opmerkelijk genuanceerde wijze gevarieerd. Thomas gleed met evenveel gemak als grinta van de ene naar de andere noot. Libeer reageerde gevat op haar appel, maar liet zich nimmer meeslepen. En toch klonk de doorwerking eens dynamisch urgent, dan prachtig berustend. Gewoon overheerlijk. Samen hielden ze in deze groots opgezette eerste beweging (Allegro ma non tanto) het opzienbarend goede midden tussen heerlijke lyriek, frêle pianissimo’s en de typisch Beethoveniaanse vlagen van robuust temperament. Ook in het vijfdelige scherzo (Allegro molto) bleef het duo zeer knap meester over de puntige partituur. Vooral de manier waarop in de toetsen het initiële thema een laatste keer terugkeerde, maar dan op een ostentatief verslagen – lees: markant ingehouden – manier, was simpelweg briljant. Een knipoog van Libeer aan het adres van zijn muzikale partner later weerklonk al het Adagio cantabile: het anderhalve minuut durende, broze hart van dit schitterende werk. Het werd een enig moment van verstilling. Geen stilte voor de storm, zoals men bij Beethoven allengs zou verwachten, maar wel als inleiding op een speelse finale waarin beide musici vingervlug hun punt maakten en doorheen rallentando’s en crescendo’s naar een zinderend orgelpunt toewerkten (Allegro vivace).
Géén déjà entendu
Was Beethoven niet uniek wanneer hij een trage introductie op een finale componeerde – Mozart deed het hem bijvoorbeeld op geniale wijze in de finale van zijn derde strijkkwintet voor (KV516) – dan vatte César Franck in zijn Sonate pour Piano et Violon ou Violoncelle (1886) een cyclisch concept op. Dat was zo’n beetje het handelsmerk van de Luikse zestiger geworden. Met een zeer fijnzinnige Beethoven nog in het geheugen was het uiteraard vol verwachting uitkijken naar een werk dat door reminiscenties aan elkaar is gevlochten. En het mag gezegd: met Libeer en Thomas groeide Francks score allesbehalve tot een déjà entendu uit. In elk van de vier delen werd de stemming met zin voor momentum gevat: van het doorleefde Allegro ben moderato, die in een eerste climax uitmondde, over het vurig geëngageerde Allegro tot de finesse in de pakkend langzame Fantasia. De laatste beweging, een onmiskenbare oorwurm getiteld Allegretto poco mosso, was er eentje om zeer aandachtig te beluisteren. Prachtig om horen hoe Libeer en Thomas elkaar hier speels op de hielen zaten. En ook al was die eerste tijdens een opvallend stormachtige passage een seconde zijn draad vergeten, een mens gaat er allesbehalve minder plezierig mee van neuriën. Muziek op deze wijze gebracht, wil je steeds opnieuw horen. En waarom dan niet eens opteren voor de versie met viool.
Als rapsodische cliffhanger kreeg een talrijk publiek een Argentijns landschap gepresenteerd. Alberto Ginastera, leermeester van onder andere Astor Piazzolla (1921-1992), inspireerde zich bij het pennen van zijn drie Pampeana’s op de uitgestrekte pampa’s in zijn geboorteland. Voor Thomas het sein om, als volleerde meesteres onder de gaucho’s, nog eens alle timbres van haar Gagliano aan te boren. En dat zijn er wel wat. Ondertussen schudde Libeer het dansante karakter van deze exotische eenakter stevig uit de vingers.
Met vereende kracht verzorgden dit ‘sympathieke duo’, vzw Euterpe en presentatrice Greet Samyn een onvergetelijke avond. Eentje waar met genoegen nog een glaasje op geheven kon worden. Brindiamo!