**** Onder de titel Poetisches Tagebuch verenigt Christoph Prégardien twee hoofdstukken liederen van Franz Schubert. Het eerste deel is gewijd aan liederen die Schubert schreef op teksten van Ernst Schulze: een iets oudere tijdgenoot van Schubert en een zielsverwante geest. Na de Schulze-liederen volgen “8 liederen op favoriete dichters”.
**** Onder de titel “Poetisches Tagebuch” verenigt Christoph Prégardien twee hoofdstukken liederen van Franz Schubert. Het eerste deel is gewijd aan liederen die Schubert schreef op teksten van Ernst Schulze: een iets oudere tijdgenoot van Schubert en een zielsverwante geest. Na de Schulze-liederen volgen “8 liederen op favoriete dichters”.
Schulzes gedichten gaan vooral over de onbereikbare (ge)liefde. Zijn verliefdheid op Cäcilie Tychsen werd niet beantwoord en toen het meisje, amper 18 jaar oud, stierf aan tuberculose, heeft de dichter haar in zijn poëzie geïdealiseerd als zijn verloofde en zijn muze. Zijn gedichten gaan dus over verlies en nooit bevredigd verlangen en passen als een handschoen voor Schuberts liederen. Schulze overleed op 28-jarige leeftijd, in 1817.
Het mooie, specifieke timbre van Christoph Prégardien is nog steeds herkenbaar, maar toch bespeuren we in vergelijking met vroeger een lichte vorm van sleet op de stem. De stem is haar laagje vernis kwijt en is een beetje matter geworden. Soms past Prégardien als poging tot camouflage een licht vibrato toe. Liederen met niet te veel extremen in het register zijn dan ook het best geslaagd, zoals Um Mitternacht (D 862), een rustig en dromerig lied dat ook zeer mooi in de piano vertolkt wordt. Want in sommige liederen is de nochtans gewaardeerde begeleider Julius Drake wat drammerig en te weinig genuanceerd. Dat is bijvoorbeeld het geval in het wondermooie Im Frühling (D 882), dat Drake heel mooi inzet, maar waarin hij dan weer gaat dreunen. Ik vergeleek met een vroegere opname waarin Julius Drake in ditzelfde lied Ian Bostridge begeleidt en dat met veel meer verfijning deed.
Liederen op favoriete dichters
Na de Schulze-liederen volgen “8 liederen op favoriete dichters”. Vooral in de Rückert-liederen vinden we de intense interpretatiekunst van Prégardien terug, waardoor zelfs het wat pijnlijk klinken van de hoge tonen in Du bist die Ruh (D 776) te vergeven is. Prégardien kiest heel intelligent deze acht liederen die hij als een poëtisch manifest vertolkt. Zo maakt hij van het sublieme lied Nacht und Träume, (D 827) (Matthäus von Collin) inderdaad pure poëzie, al is de symbiose tussen stem en piano veel inniger op de vroegere – ik kan al bijna zeggen “oude” – opname van Prégardien met Michael Gees (EMI 7243 555007 2 – 1992!). De cd eindigt met een van de meest ontroerende liederen van Franz Schubert: Der Winterabend (D 938) (Karl von Leitner). Als vertegenwoordiging van het ultieme Schubertiaanse thema leidt het bezoek van de maan tot mijmeren over het verleden, over wat er niet is! Het lied wekt een gevoel van tevredenheid op in het verdriet. Prégardien overtuigt ons dankzij de rustige betovering waarmee hij dit lied vertolkt.
Al bij al een cd waarin Prégardien zijn meesterlijke liedinterpretatiekunst bevestigt en die ik als Prégardien-bewonderaarster en Schubert-fanate niet zou willen missen.