Onterecht onbekend
***** Felix Mendelssohn-Bartholdy (1809-1847) is bij het grote publiek bekend om zijn ouvertures Ein Sommernachtstraum (op. 21), Die Hebriden (op. 26), Meeresstille und glückliche Fahrt (op. 27) en met een beetje geluk ook zijn “Italiaanse” Symfonie nr. 4 en dat is het ongeveer. Zeer ten onrechte, zo blijkt telkens weer.
***** Onterecht onbekend
Felix Mendelssohn-Bartholdy (1809-1847) is bij het grote publiek bekend om zijn ouvertures Ein Sommernachtstraum (op. 21), Die Hebriden (op. 26), Meeresstille und glückliche Fahrt (op. 27) en met een beetje geluk ook zijn “Italiaanse” Symfonie nr. 4 en dat is het ongeveer. Zeer ten onrechte, zo blijkt telkens weer.
Hij werd geboren een jaar voor Chopin en Schumann en twee jaar voor Liszt en zat (als componist) als het ware tussen twee stromingen in: klassiek en romantiek.
Hij schreef ook niet voor de piano op dezelfde wijze als Chopin en Liszt dat deden maar de creativiteit in zijn werk voor dit instrument is er niet minder om. Zijn acht (!) boeken van Lieder ohne Worte bevatten vijftig relatief korte, technisch niet té veeleisende maar muzikaal wonderlijke werkjes. Let wel: geen peulschillen voor eerstejaars… Hij was wel de uitvinder van een genre. Een lied zonder titel, met één enkel in ABA-vorm uitgewerkt motief. Het is als het ware een dagboek van een romanticus, nooit oppervlakkig, soms geladen en mysterieus, altijd boeiend. Een schat waar te weinig (goede amateurs en andere) pianisten uit putten.
Op deze cd vertolkt de Spaanse pianist Javier Perianes nog andere pareltjes van Mendelssohn. Perianes is bij ons nog niet bekend maar een van de beste jonge pianisten die er momenteel in Spanje te vinden zijn en die niet toevallig optrad in gerenommeerde concertzalen als Carnegie Hall, Concertgebouw Amsterdam, Royal Festival, Barbican and Wigmore Halls in London, Suntory Hall in Tokyo, New World Center in Miami en Théâtre des Champs Elysées in Parijs…
Luister, om in de sfeer te komen, naar het Andante con variazioni (op. 82) en overtuig u van de kracht van deze muziek en het talent van de vertolker.
Na een eerste greep van vier Lieder ohne Worte (boeken I, II en III) vergast Perianes ons op het wondermooie Rondo Capriccioso (op. 14). Als u hierbij geen krop in de keel, kippenvel of tranen in de ogen krijgt, moet u naar de audioloog of zit u op de verkeerde website te browsen… Zuivere romantiek met een klassiek sausje, afwisselend ontroerend en dartelend fris.
Er volgen nog zeven Lieder (uit de boeken IV, V en VI) waarin de emotie nog intenser wordt. In Präludium und Fuge in es (op. 35/1) laat Mendelssohn zich even gaan in een bijna barokke belevenis (vooral in de fuga), maar opnieuw met een diepliggend romantisch karakter. De volgende Lieder – uit de boeken VII en VIII, beide postuum uitgegeven – zijn vier andantes om duimen en vingers van af te likken. En het is niet alles. Slotstuk vormen Thema & 17 Variations Sérieuses (op. 54) die muzikaal belangrijk zijn in de literatuur die Mendelssohn ons in zijn te korte leven (38 jaar) naliet.
*** Vier handen op één klavier
Hoewel ik geen onverdeeld grote fan ben van al of niet nagemaakte oude instrumenten, valt hier en daar wel een juweeltje in de brievenbus.
We zaten gevangen als ratten in verkeersproblemen die een hele dag duurden en konden daardoor (nog) niet live meemaken hoe Nicolas Callot en Lucas Blondeel, twee briljante pianisten van bij ons, er samen op één klavier – vierhandig dus – in slagen bekende muziek van Franz Schubert (1797-1828) onder een noemer “Für Karoline” te vertolken op een originele Conrad Graf piano uit 1826. Argument pro: zo zou het ongeveer geklonken kunnen hebben tijdens het leven van de componist zelf. Argument contra: “We gaan al lang niet meer met de boerentram naar de stad en lopen ook niet meer op klompen”, dixit André De Groote, een van de grootste Belgische pianisten. De intimiteit van de klank die als het ware opstijgt uit een Conrad Graf is onmiskenbaar. Maar we missen de diepte, de volheid en de kracht van een moderne Bösendorfer of Fazioli (in dit geval beter geschikt dan een Steinway).
Een kwestie van smaak, zal u zeggen. Maar ik heb onlangs Lucas Blondeel gehoord op een moderne vleugel (Fazioli) en – hoe virtuoos ook – tokkelen op een oude vleugel (zeer waardevol, dat zal wel), doet zijn talent te kort.
Esterhazy
Zoals in het leven van Joseph Haydn (1732-1809) speelde de familie Esterhazy ook een belangrijke rol in dat van Schubert en in het hele muzikale leven van hun tijd. In 1818 wordt Schubert leraar van van Karoline en Marie, twee dochters van de tak van die familie die toen verbleef op hun landgoed in Zselitz (nu Hongarije). Het ontstaan rond die tijd van pianowerken voor 4 handen is daar niet vreemd aan en het feit dat die muziek beïnvloed is door Hongaarse volksmuziek evenmin. Schubert schreef zijn Fantasie in f (D 940) voor Karoline… vandaar de titel van deze cd.
Een pluspunt alvast: de Conrad Graf klinkt zuiver van hoog tot laag en is ook behoorlijk juist gestemd.
De Fantasie in f (D 940), aan Karoline opgedragen dus, is een overbekend deuntje. Een meezinger bijna. En jawel, Callot en Blondeel halen zowat alles uit de… oude kast. Maar het grapje waarmee ik Jos Van Immerseel eens in de gordijnen joeg, schiet me te binnen: een pianoforte is makkelijk te herkennen. Het is als een piano maar dan een met astma. Jos is de man die een stuk muziek uit (pakweg) 1815 alleen wil spelen op een instrument uit (pakweg) 1815…
Dat het hier allemaal wel snor zit, hoor je in de volgende stroken. Allegro in a (D 947), Rondo in A (D 951), Deutscher mit zwei Trios (D 618), Polonaise (D 824), Allegro moderato & andante (D 968), Fugue in e (D 952). Muzikaal is dit van de bovenste plank maar het gaat vreemd genoeg gauw op onze moderne zenuwen werken… of je bent een fan van oude klank op dito instrumenten.
Mooi blondje speelt piano
De “petite histoire” in de carrière van Valentina Lisitsa (°1973, Kiev) hoeven we niet opnieuw uit de doeken te doen. Het mooie blondje dat “toevallig” ook bijzonder goed piano speelt…
Op Wikipedia lees je het volgende: Ze begon op de leeftijd van drie jaar met pianospelen en amper een jaar later gaf ze haar eerste solorecital. Ondanks de zeer vroege ontwikkeling van haar muzikale talenten droomde ze ervan professioneel… schaakster te worden. Ze studeerde aan de Lysenko-muziekacademie voor hoogbegaafde kinderen en later aan het Conservatorium van Kiev, waar ze Aleksej Koeznetsov ontmoette, nu haar echtgenoot. Vanaf dat moment begon ze zich serieuzer op de muziek toe te leggen. In 1991verhuisde het koppel naar Amerika om hun carrière als concertpianist verder te ontwikkelen. Valentina Lisitsa heeft haar carrière met succes gelanceerd via de sociale media. Door opnames op YouTube te plaatsen, bereikte ze wereldwijd een miljoenenpubliek en dat resulteerde in een contract met platenmaatschappij Decca. Er verschenen twee solo-cd’s met als gevolg optredens in de meest prestigieuze zalen ter wereld: Royal Albert Hall, Carnegie Hall, Wiener Musikverein…
Flitsend
Waarom speel Lisitsa zo snel Chopin? Omdat zij dat kan! Het lapidaire antwoord van een beroepspianist aan wie we de vraag stelden. Haar jongste cd-productie omvat niet minder dan 85 minuten adembenemende pianomuziek. Van Frédéric Chopin (1810-1849) twee ‘cahiers’ (opus 10 & 25) van 12 Etudes. De meest formidabele en verschrikkelijk moeilijke pianomuziek waarbij je als luisteraar bijna zelf naar adem snakt. Soms aan een snelheid die je niet voor mogelijk houdt. Mijn voorkeur gaat nochtans naar de trage ‘oefeningen’: de nrs. 3 en 6 uit opus 10 en de nr. 7 uit opus 25 omdat daarin de meeste muziek te horen is. Lisitsa vertolkt het snelle werk nog net muzikaal genoeg dat het geen competitie wordt van “hoeveel noten haal ik per seconde” maar de trage delen zijn bijzonder aangrijpend, zonder de minste slijm die we in onze jeugd – nu gelukkig veel minder – te horen kregen bij Chopin.
Etudes (bis)
En nu we toch met études bezig zijn, zou Lisitsa gedacht kunnen hebben, waarom niet eens ’n kijkje nemen bij leeftijdgenoot Robert Schumann (1810-1856). De Symfonische Etudes, opus 13 en 5 (postuum uitgegeven) bijkomende variaties zijn een rist kleine werkjes met grote inhoud en hoge moeilijkheidsgraad.
Het voorafgaande thema (1’22”) bevat al voldoende muziek om… een jaar lang aan te werken. Wat een rijkdom. Maar er is nauwelijks de tijd om een en ander te laten doordringen of je krijgt Variation I – Un poco più vivo en een eerste bijkomende variatie over je heen. Al het talent van Lisitsa in een notendop: snel, traag, vervaarlijke versnellingen, gedurfde rubato’s…
Na Etude nr. 5 Scherzando, de vierde variatie in feite, komen de vier “bijkomende” eraan in een schier naadloze overgang. Muziek recht uit de hemel, alsof daar geen Lisitsa of een Bösendorfer aan te pas komt. Dit kán eventueel anders… maar zeker niet beter. Tip: niet alles in één ruk beluisteren maar mondjesmaat van genieten.