**** “Peu de science, un peu de cœur et c’est tout.” Rossini drukte zich in nederige bewoordingen uit over zijn Petite Messe Solennelle, maar de opname van Pappano en – even ademhalen – het Orchestra e coro dell’ Accademia Nazionale di Santa Cecilia Roma heeft nochtans “beaucoup de coeur”…
Eerder al heeft Antonio Pappano met zijn orkest en koor van Rome het Stabat Mater opgenomen, het andere religieuze werk dat Rossini schreef nadat hij zijn opera-carrière afgesloten had. De Petite Messe Solennelle is het laatste werk van grotere omvang dat Rossini schreef in Parijs, 34 jaar na Guillaume Tell.
Met een boutade relativeert Rossini het "plechtige" van de religieuze compositie en verwijst hij ironisch naar het feit dat hij vooral als componist van buffo-opera gewaardeerd werd, en niet voor zijn opera seria: "Dieu Bon, la voici terminée, cette pauvre petite messe. Je ne sais pas si c’est de la musique sacrée ou de la sacrée musique. Je suis né pour l’Opéra Bouffe, comme Tu le sais. Peu de science, un peu de cœur et c’est tout. Donc laisse-moi chanter Tes louanges et accorde-moi Ton Paradis."
Hij componeerde deze laatste "Péché de vieillesse" origineel voor vier solisten, twee piano’s, harmonium en een koor van twaalf zangers, maar maakte een tweetal jaar later een orkestversie die hij zelf nooit meer gehoord heeft. Het werk lijkt de stijlkenmerken van Rossini’s opera-oeuvre nog een laatste keer in de verf te zetten, en zit wat dat betreft ideaal bij Antonio Pappano. We herkennen zowel zijn vlammende dynamiek (inzet van het Gloria) als de innige verstilling in Qui tollis, een passage waarin de twee vrouwenstemmen in perfecte harmonie klinken.
Pappano haalt een weelde van klanken uit zijn orkest, laat het swingen in het slot van het Credo maar evengoed lyrisch klinken bij O salutaris hostia, elegant gezongen door sopraan Marina Rebeka. De Prélude religieux is als een instrumentaal intermezzo in een opera seria. Het Koor van de Accademia ontroert bij al de wisselende emoties. Mijn enige reserve geldt voor de droge stem van tenor Francesco Meli. Pappano zorgt hoe dan ook voor een opname met "beaucoup de coeur".