Het operaseizoen van de Munt opende met een hedendaags werk van Pascal Dusapin, Passion, in Aix-en-Provence gecreëerd in 2008. De tekst is van de componist zelf en choreografe Sasha Waltz nam de regie voor haar rekening. Dat haar regies meestal parels zijn van poëzie hebben we al eerder in de Munt kunnen zien.
Het operaseizoen van de Munt opende met een hedendaags werk van Pascal Dusapin, Passion, in Aix-en-Provence gecreëerd in 2008. De tekst is van de componist zelf en choreografe Sasha Waltz nam de regie voor haar rekening. Dat haar regies meestal parels zijn van poëzie hebben we al eerder in de Munt kunnen zien, ik herinner enkel aan de wondermooie productie van Matzukaze van Hosokawa in maart 2011.
Passion zet in met een erotisch geladen beeld van een koppel dat een sterk sensueel verlangen uitdrukt. Ze worden in het stuk enkel als ““hij” en “zij” aangeduid. Vanaf dan worden we meegenomen in een (vergeefse) zoektocht naar elkaar zonder te weten of ze ooit (terug) bij elkaar komen, elkaar bereiken. Passion moet doorgaan voor een Orfeus en Euridice- versie van Dusapin, maar veel houvast krijg je daar niet voor. Het kan ook gewoon een naast elkaar heen leven zijn van een paar, dat nu eens ruziet en kwaad is, dan weer elkaar niet kan missen en naar elkaar verlangt. De tekst is alledaags en heeft niets poëtisch in tegenstelling tot de dans. Sasha Waltz laat de dansers bewegen met verrassende subtiliteit en veelzeggende expressiviteit.
Tegen de lege en donkere achtergrond van de scène brengt de choreografie leven in de voorstelling. Ze betrekt de twee zangers, mee in haar bewegingsregie wat voor de soepele Barbara Hannigan (ook al te zien in Hosokawa) duidelijk beter lukt dan voor de stijvere Georg Nigl. De muziek van Dusapin is gelukkig boeiender dan zijn tekst en evoceert de innerlijke “struggle for life”. Hij maakt op expressieve manier gebruik van het kamerorkest van de Munt en hij geeft mooie passages aan solo-instrumenten als de contrafagot en de harp. De zanglijn is soms declamatief maar vaak kleurrijk wervelend en ze vraagt zeker het uiterste van de zangers die evenwel nooit overstemd worden door instrumenten. Franck Ollu verdient grote waardering voor de manier waarop hij het geheel muzikaal leidt.
De scène is bijna het hele stuk door compleet leeg met zwarte en blauwe belichting. De kledij is uitsluitend zwart, wit en blauw. De dansers hebben wel eens een rekwisiet bij, ballonnen of pluimige roze bolrokken. Heeft het een betekenis of is het puur visueel? De balonnen verdwijnen op het einde in de hoogte met de jurk van de danseres, die naakt achterblijft. “Zij” blijft in de onderwereld, enkel het omhulsel gaat mee?? Is die lege scène trouwens de onderwereld? En de film met de verlaten “archeologisch industriële” grote hal? Waar zwerft “zij” daar? Wereld of onderwereld? Ook hier weer is het effect mooi, maar wat brengt het bij? Een voorstelling die veel vragen oproept en bewondering afdwingt voor de vertolkers, maar te eenzijdig rond een zelfde innerlijke leegte cirkelt om een boeiend geheel te vormen dat beklijft. Zo wordt Passion te lang, te eenzijdig en bij momenten vervelend.