***** Met Orlando componeerde Händel een van zijn mythische verhalen van passie, bedrog en waanzin. Wie beter dan René Jacobs kan de betovering van deze barokopera overbrengen?
***** Met Orlando componeerde Händel een van zijn mythische verhalen van passie, bedrog en waanzin. Wie beter dan René Jacobs kan de betovering van deze barokopera overbrengen?
Hij werkt dit keer samen met een verbluffend ensemble, het barokorkest B’Rock. Ze brachten de opera in april 2012 in de Munt in regie van Pierre Audi wat de kans bood de dramatische impact van de opera in de vingers te krijgen. De cd is een in praktijk gebrachte illustratie van Jacobs’ credo “Ich will Musik neu erzählen”, wat ook de titel is van het interessante boek dat vorige herfst verscheen bij Bärenreiter.
Bejun Mehta is een ideale titelvertolker. Hij zingt Orlando (een partij geschreven voor de beroemde castraat Senesino) met stralend stemgeluid dat past bij de stoere held die innerlijk verscheurd aan waanzin ten prooi valt. De coloraturen vloeien soepel en hij heeft een sonore diepte (“mio furor” in de prachtige slotaria van bedrijf II “Vaghe pupille”). Net als Mehta is Sunhae Im een van de favoriete zangers van Jacobs. Als Dorinda beheerst ze elke emotie vocaal, speels en nonsensicaal, spontaan en innemend. Sophie Karthäuser zingt Angelica met lichte sopraan rijk aan coloratuur (“Verdi piante”) maar soms gaat de partij boven haar kracht en forceert ze (“Non potrà dirmi ingrata”). Kristina Hammarström is een mooie Medoro, terwijl Konstantin Wolff ontgoochelt als Zoroastro. Hij zingt de tovenaar met een rafelige basstem, glansloos en met lelijke trillers.
Jacobs houdt het orkest continu alert en bij het verhaal. De muzikanten geven hem een sprankelende respons. B’Rock gaat strijdlustig te keer bij Orlando’s aria Fammi combattere, strijkt subtiel de emotionele peripetieën in de tedere passages, gaat schitterend in dialoog met de solisten (aria Dorinda “O care parolette”). De bassen grommen in de recitatieven als drijvende kracht. B’Rock kent de kunst van het variëren in da capo’s en ondersteunt daarin de solisten. Jacobs schrikt niet terug voor een razendsnel tempo en enig auditief spektakel. Gewoonweg zinderend, spannend en betoverend.