Vrijdag 25 september was voor ondergetekende een welgevulde muzikale dag, met twee bijzonder positief verrassende concerten. Zo leerde ik het Pianoduo Izumi kennen tijdens een Middagconcert Antwerpen en ’s avonds was ik een van de vele toehoorders in de Sint-Gummaruskerk in Lier waar in het raam van Musica Divina twee amper gekende Vlaamse 18de eeuwse componisten aan het publiek werden voorgesteld.
Pianoduo Izumi op romantische paden
Componist Wilfried Westerlinck is de vaste inleider van de Middagconcerten van Antwerpen (haast elke vrijdagmiddag om 12 uur is er in AMUZ een kamermuziekconcert van +- 1 uur) en we leerden van hem dat vele componisten hun orkestwerken ofwel eerst voor piano, al dan niet meerhandig, schreven of bewerkten. Het laatste omdat ze dan gemakkelijker bij een zeer ruim publiek bekend gemaakt konden worden. Het eerste omdat het praktischer is bij het componeren. Zo hebben we heel wat werken voor piano vierhanden al worden ze minder dikwijls gespeeld. Middagconcerten van Antwerpen nodigde het Pianoduo Izumi uit om het publiek een aantal werken uit de romantiek te spelen.
Het duo bestaat uit de Japanner Kiyotaka Izumi en Russin Polina Chernova. Beiden kwamen jaren geleden in het Antwerpse conservatorium terecht en wie denkt dat ze elkaar al pianospelende leerden kennen, heeft het mis. Een wandeling in het park, elk met een hondje aan de lijn, bracht hen samen en kijk eens aan: “Jij speelt ook piano?”… Daaruit groeide niet alleen het pianoduo maar ook een langdurende liefde.
Het concert opende met de ouverture Midzomernachtsdroom van Felix Mendelssohn (1809-1847). Heel mooi voor orkest en wie aanwezig was, kan niet anders dan beamen dat de transcriptie voor piano vierhanden zeer geslaagd is. Met zoete romantische inslag vertolkten Izumi en Chernova deze droom van Mendelssohn die ons bracht op de dansvloer met Ball-Szenen opus 109 van Robert Schumann (1810-1856). Opnieuw was het luisteren naar een zeer evenwichtig samenspel, over heel het concert zouden we niet een keer kunnen horen dat er twee mensen aan de piano zaten, zo perfect viel alles samen. Dat is eerder zelden in vierhandig pianospel.
We begrijpen dat het duo in de prijzen viel op wedstrijden. Na de danspartij vertolkten man en vrouw Schumanns Manfred-ouverture. Een werk waar je de spanningen in hoort die hem de laatste jaren van zijn leven tergden. Je moet een genie zijn om dat wat je dwars zit in het leven zo muzikaal om te zetten zodat de mensen er kunnen van genieten. De interpretatie van de uitvoerders was er naar: een zeer fijn gefraseerd en diepbeleefd spel. Van Franz Liszt (1811-1886- was het luisteren naar zijn Mephisto wals – bravoure ! – en naar Les Préludes (dat we voor twee weken nog hoorden in een transcriptie voor een pianist, gespeeld door Yury Favorin). Dit symfonisch gedicht werd met visie gespeeld, ondanks de gedoseerde energie en stevige aanslagen bleef het toch een verfijnde uitvoering met wat fluweel. Het typeert de karaktertrekken van zowel Kiyotaka Izumi als Polina Chernova.
Een over heel de lijn bijzonder geslaagd concert dat met een betere piano nog meer het oor zou gestreeld hebben dan al was. Die betere piano, komt ze er?
Willem Gommaar Kennis en Christoffel Drymans in hun ‘Grote Kerk’ in Lier
De stad Lier viert dit jaar de traditionele 25-jaarlijkse Sint-Gummarusfeesten. De stad leeft dan meer dan ooit met tal van activiteiten waaronder een historische praalstoet met de reuzenfamilie. In de omkadering van de festiviteiten programmeerde het Festival van Vlaanderen met het luik Musica Devina werken van de Lierenaar Willem Gommaar Kennis (1717-1789) die in Leuven aan de slag ging en de Leuvense componist Christoffel Drymans (1739-1797) die in Lier de muziek zou dienen. Bart Rodyns kreeg de opdracht om in muziekarchieven te gaan neuzen om een aantal vergeten werken van beide al even vergeten componisten terug tot leven te wekken. Rodyns zocht en vond een aantal werken die werkelijk tot de top behoren op Europees vlak. Wat we hoorden, moet algemeen repertoire worden en vraagt om meer werken van beide componisten vanonder het stof te halen. Klara presentatrice Katelijne Boon presenteerde het concert.
Rodyns kon beroep doen op zijn Euterpe Baroque Consort en het Utopia Ensemble om de gezongen werken samen uit te voeren. Als overgang koos Rodyns om door het Blazersconsort korte werken van Pieter Cornet (ca. 1575-1633) te laten spelen.
Het Blazersconsort zette aan het orgel, voor een volgelopen Sint-Gummaruskerk, in met een Magnificat dat meteen werd gevolgd door een Te Deum van Kennis. Het is een werk voor vier zangers en basso continuo. Redelijk kort, maar daarom niet minder rijk aan melodie ondersteund met een brede continuo en rijke harmonisering. Je hoort meteen dat Kennis een hoogbegaafd componist was en je stelt je meteen de vraag hoe het mogelijk is dat hij onbekend is. Het is een schandvlek op ons cultureel erfgoed die nu gewist kan worden. We kunnen het zelfde zeggen van Kennis zijn Salve Regina voor vijf stemmen en kleine instrumentale bezetting.
Vioolmuziek voor de grootste virtuozen !
De vocaal/instrumentale werken waren een openbaring, jazeker maar hoe moet je dan de eerste ontmoeting noemen met Willem Gommaar Kennis zijn vioolcomposities? Heerlijke muziek die geen continuo vereist, ook als was hij voorzien. Wat een fraaie, enig mooie werken van Lierse kant als het ware. Alles klinkt eenvoudig, ligt vlot in het oor, boeit van de eerste tot de laatste noot en zonder je het beseft, moet de violist zich in alle mogelijke violistieke bochten wringen om de virtuoze grepen te halen, om de hoogste noten die Kennis met een uiterste finesse wilde laten klinken, te kunnen spelen. Aartsmoeilijk is het en je beseft wat een zeer zeldzaam groot virtuoos Kennis moet geweest zijn. En dan nog te bekenden dat hij speelde op darmsnaren in kerken die nooit warm zijn en waar die oude violen snel ontstemmen. Ja, ik ben er perplex van dat deze muziek sinds het in archieven doen verdwijnen van de partituren, deze nooit meer gespeeld is geworden. Dit zijn ontdekkingen van wereldformaat en dat is geen overdrijving van een enthousiast recensent. Het is een feit.
Neemt u aan dat het ene werk van Christoffel Drymans, dat ook een première voor onze eeuw beleefde, eveneens aan het grote repertoire mag toegevoegd worden. Voor vier stemmen en continuo luisterden we naar ‘Lamentatio Prima in Coema Domini’ uit ‘9 Lamentiones’. Deze werken mogen, wat mij betreft, meteen doorgegeven worden aan buitenlandse ensembles en solisten. Zij zullen Bart Rodyns en zijn musici zeker navolgen. Het kan en het mag niet anders.