De muziekwetenschapper en docente Hildegard Herrmann-Schneider stootte tijdens haar dagelijkse bezigheden in Tirol toevallig op een handgeschreven notenboek daterend uit circa 1780.
Dit handschrift bevat o.a. een tot heden onbekende pianopartituut, dewelke ontegensprekelijk aan de jonge "Wolfgango Mozart" toegekend wordt.
De muziekwetenschapper en docente Hildegard Herrmann-Schneider stootte tijdens haar dagelijkse bezigheden in Tirol toevallig op een handgeschreven notenboek daterend uit circa 1780.
Dit handschrift bevat o.a. een tot heden onbekende pianopartituut, dewelke ontegensprekelijk aan de jonge "Wolfgango Mozart" toegekend wordt.
De Mozarteum Stichting Salzburg stelde dit stuk voor piano voor op 23 maart 2012 in de "Tanzmeistersaal" van het Mozart woonhuis te Salzburg.
Florian Birsakt interpreteerde dit voor deze gelegenheid op Mozarts originele pianoforte.
Sinds zaterdag 24 maart kunt u de eerste opvoering van het nieuwe stuk van Mozart met Florian Birsak vanop de originele pianoforte van Mozart horen via Itunes.
De Ontdekking
In het Lechtal (Tirol)werd onlangs de zolder van een privéwoning opgeruimd. Daarbij kwam een volledig in de vergeethoek geraakte verzameling partituren uit de nalatenschap van een Tiroler fanfaredirigent, kerkkoorleider, organist en schooldirecteur in de Ausserfern tevoorschijn.
Om uitsluitsel over de inhoud van de vondst te bekomen, werd Hildegard Herrmann-Schneider van het Institut für Tiroler Musikforschung uit Innsbruck in de Ausserfern erbij gehaald. Zij is een internationaal gerenommeerde expert wanneer het gaat om technische vragen met betrekking tot historische muziekarchieven.
Hildegard Hermann-Schneider stelde vast dat het hierbij gaat om een uiterst interessant bestand van meerdere honderden muziekhandschriften en gedrukte muziekuitgaven van verscheidene muzieksoorten. Deze kunnen gedateerd worden tussen de late 18de eeuw en het midden van de 20ste eeuw. Daaronder viel haar onmiddellijk een handgeschreven pianoboek van meer dan 160 blz op, dat vooraan de datering “Sterzing 1780” draagt.
De wetenschappelijke interpretatie van het handschrift voor het RISM
In het kader van haar werk in Tirol, Zuid-Tirol en de Franciskaanse provincie Austria voor het RISM (Répertoire International des Sources Musicales [Internationaal bronnenlexicon voor Muziekbronnen]), ondernam Hildegard Herrmann-Schneider de catalogisering van het pianoboek “Sterzing 1780”. Daarbij werden de 130 bewaarde pianopartituren gedetailleerd ontcijferd, en elk werd op zijn beurt naar wetenschappelijke criteria gecatalogiseerd. Dit houdt bvb. in dat de correctheid van de vermelding van een bepaalde auteur methodologisch exact gecontroleerd wordt. Voor ieder anoniem stuk wordt tenminste gepoogd om de componist te identificeren. Deze beide onderzoeksmanieren leverden reeds vaak verrassende resultaten op.
Snel werd duidelijk dat pianoboek “Sterzing 1870” een zwaartepunt uitmaakt qua werken van gerenommeerde componisten uit dezelfde periode. Deze waren afkomstig uit de streek rond Salzburg en Wenen, uit Noord-Italië, Tirol en Beieren. Ongewoon is dat vele stukken eerst testimonia vormen. Daarbij is ook veel informatie over componisten opmerkenswaardig, dit niet enkel omdat hun naam wordt genoemd, maar ook omdat er een verwijswoord naar hun beroepsbezigheden gegeven wordt, hetgeen correct is.
Het allegretto molto “Del Signore Giovane Wolfgango Mozart”
Op blz. 12-14 staat een stuk met tijdsaanduiding “Allegro molto” met auteursverwijzing “Del Signore Giovane Wolfgango Mozart”. Het stuk komt niet voor in de Köchel-Verzeichnis, de standaardverwijzing voor het Mozartcorpus. Verder wordt dit ook nergens als een werk van Mozart vermeld. Zoals bekend komen net in de 2de helft van de 18de eeuw talloze valse auteursreferenties voor, zowel in de manuscripten als in de drukversies, en dit omwille van verschillende redenen. Tijdens de wetenschappelijke catalogisering en analyse diende men te onderzoeken of de tegelijk met het muziekstuk neergeschreven bewering “van de jonge Heer Wolfgang Mozart” al dan niet gegrond kan zijn.
Muziekwerken van Leopold Mozart in het handschrift
Direct na het Allegro molto KV deest[1] en verderop nog in de compilatie werden zonder twijfel echte werken van Wolfgang A. Mozarts vader, Leopold, opgenomen. Hierbij wordt de auteur op consequente wijze voorgesteld als “Del Signore Mozart”. Dit veroorzaakt conclusie 1: wanneer in dezelfde bron de vader steeds correct als “Signore Mozart” aangeduid wordt, waarom zou dan de zoon, die hier éénmaal opduikt, niet op passende wijze met het attribuut junior (“giovane”) van de vader onderscheiden worden, zoals dat hier het geval is.
De naamvorm “Wolfgango” Mozart
In het bijzonder valt de naamgeving “Wolfgango Mozart” in het oog. Leopold Mozart gebruikte de vorm “Wolfgango” zelf. Dit zien we wanneer hij de auteursnaam aldus schrijft bij Wolfgang A. Mozarts Menuetten KV 4 en KV 6 (1762, Salzburg), alsook bij KV 7 ( 1763, Parijs) en verder op de titelpagina van het Londense schetsboek uit 1764. Verder werden met de auteursaanduiding “Wolfgango Mozart” voorzien: het Andantino KV 15b en het Allegro in C-Dur KV deest[2]. Deze twee laatste werken vindt men in een klavierboek uit ca. 1765 van het Kapellhaus Salzburg en derhalve uit de dichte omgeving van Leopold Mozart. Hieruit volgt conclusie 2. Indien “Wolfgango Mozart” tot heden consequent en immer juist aangetroffen wordt in de bronnen, die van Leopold Mozart zelf stammen of tenminste uit zijn meest nabije omgeving, dan kan deze formulering (naar analogie van andere correcte aanduidingen erin) ook in het recent gevonden klavierboek niet toevallig uitgekozen zijn.
De herkomst van het manuscript
Op de achterkant van het omslagblad van het handschrift bevindt zich een lange Latijnse aantekening waarin de schrijver zich vereeuwigt met naam en datum bijgevoegd: Johannes Reiserer uit Sterzing (Zuid-Tirol) 1780. Dit roept verdere vragen op. Wie was deze kopiist? Kan men uit zijn persoonlijkheid en werkingsveld verklaren dat hij daadwerkelijk een echt stuk van Wolfgang A. Mozart op- of afgeschreven heeft? Een onderzoekspad dat intensief op onderzoekstechnisch vlak toegespitst was, leidde van archieven in Sterzing en Bozen tot Salzburg en München. Samenvattend kan men het volgende zeggen over het onderzoek van Hildegard Herrmann-Schneider. Johannes Reiserer werd geboren in 1765 in Rattenberg (Tirol) als zoon van een arts. Hij bezocht met succes het universitair gymnasium van Salzburg , alwaar hij ook tussen 1778 en 1780 kapelknaap was. Ons handschrift heeft hij wel als een vademecum van een oponthoud in Salzburg meegebracht naar Sterzing. Dit vademecum heeft hij wel voor een groot deel gecompileerd rond 1779 als resultaat van het intensieve muziekonderricht in het Kapellhaus, d. w. z. in de onmiddellijke omgeving van Leopold Mozart. Hieruit volgt conclusie 3. De schrijver, die nog aan het gymnasium studeerde, wordt bij het kopiëren van het stuk in Salzburg streng in het oog gehouden op technisch gebied, misschien zelfs door Leopold Mozart zelf. Derhalve kan hij zich geen onjuiste aanduiding veroorloven en de naamaanduiding van Mozart “junior” als componist dient dus geloofwaardig te zijn.
Het werk
Het Allegro molto in de door Mozart vaak gekozen toonaard C-Dur bezit de vorm van een sonatebeweging. en omvat 84 maten. Zijn/haar? Het werk is geschreven naar het toonbereik van het klavichord. Het Allegro molto zou een eerste grotere poging van Wolfgang A. Mozart voorstellen om zich sterk te plaatsen in het gebied van de sonate. Hiernaar refereert het relatief hoge niveau van de compositietechniek. De tijd van ontstaan zou men rond 1767 kunnen situeren, wanneer Mozart zowat 11 jaar was. Dit betekent de fase waarbij nog het Londense Schetsboek (1764 met verschillende optekeningen in klaviernotering KV 15a – 15ss) naklinkt en waarop een klein decennium later de eerste klaviersonate KV 279 volgt (München 1775). Het preludeachtige voorspel van het Allegro molto herinnert nadrukkelijk aan de eerste maten van de klaviersonate KV 279. Maten 1 en 2 van het Allegro molto zijn (getransponeerd) identiek aan een door Ulrich Leisinger met waarschijnlijkheid aan Mozart toegeschreven Allegro in G-Dur uit het Nannerl-Notenbuch. In het gehele Allegro molto bezitten de themavormingen, de motieftechniek en harmonie een reeks van componenten die men opnieuw in andere klavierwerken van Mozart terugvindt. Volgens de moderne stand van kennis dient men dit opus derhalve als een echte sonatebeweging van Wolfgang A. Mozart te beschouwen.
De nieuwe bewaarplaats van het manuscript
De volledige muziekverzameling uit het Tiroler Lechtal die vroeger in privébezit was, werd in 2011 met steun van de culturele afdeling van de Tiroler Landesregierung aangekocht door het Grünes Haus Museum in Reutte (Tirol), alwaar cultureel erfgoed dat specifiek voor de regio is zorgvuldig bewaard wordt. In de database van het RISM is het klavierboek “Sterzing 1780” reeds volledig opgenomen. De titelsigla zijn algemeen toegankelijk in de RISM-OPAC www.rism.info (bibliotheeksignatuur A-RTgh).
Voor details wordt verwezen naar het in druk zijnde artikel van Hildegard Herrmann-Schneider in het Mozart-Jahrbuch 2012, uitgegeven door de Stiftung Mozarteum (Salzburg). Deze bijdrage verschijnt waarschijnlijk in september 2012.
[1] Deest: uit het Latijn: “ontbreekt”, dus een Allegro molto dat ontbreekt in de KV.
[2] Zie voetnoot 1.