Wat ik het liefst doe bij ontvangst van een cd met onbekende muziek? Nee, niet eerst de halve wereld rond ‘googelen’ of The Grove Dictionary of Music raadplegen, allebei waardevolle maar vaak ook zeer uiteenlopende bronnen van informatie…
Wat ik het liefst doe bij ontvangst van een cd met onbekende muziek? Nee, niet eerst de halve wereld rond ‘googelen’ of The Grove Dictionary of Music raadplegen, allebei waardevolle maar vaak ook zeer uiteenlopende bronnen van informatie…
Nee, mijn grootste genoegen als melomaan, en ook wel een beetje audiofiel, is rustig in de zetel gaan zitten, de cd behoedzaam in de toplader leggen – voor mij zijn cd’s nog steeds waardevolle dingen – en luisteren. Laat maar komen, whatever.
Ofwel geraak ik zowat in trance, gaat het haar op mijn voorarmen rechtop staan, ofwel wordt een ander deel van mijn grijze massa aangesproken: dat analyseert, verbanden zoekt, achtergronden… weet ik veel. In het eerste geval is de ontroering min of meer compleet, in het tweede vind ik de ervaring interessant tot boeiend en leer ik iets bij, word ik een beetje wijzer. Een derde geval is ook mogelijk. Een verkeerde cast, een slechte opname, valse noten en dies meer… doen mij besluiten de luisterbeurt af te breken. Om mijn vriend Fons De Haas zaliger te citeren: “Er is al te weinig tijd voor al het goede op deze wereld, verlies je tijd niet met wat minderwaardig is”.
Zo wordt wel eens beweerd dat ik alles goed vind, maar niets is minder waar. Iedereen doet zijn best mogen we hopen, maar als iets echt niet goed is, verkies ik te zwijgen. “Schrijven over muziek is een heikele zaak”, vond Mahler al. “Met muziek kan je zo veel méér uitdrukken (dan met woorden). Alleen muziek kan bij de kern komen”. Et voilà!
Zo komen we na deze lange inleiding bij de twee cd’s met voor het grote publiek vrij onbekende orgelmuziek.
**** Georg Böhm
Van Georg Böhm (1661-1733) is zeer weinig bekend en ook weinig overgebleven. Hij was zo ongeveer een tijdgenoot van Bach en Buxtehude en heeft beide grootmeesters ook gekend. Hij was naar alle waarschijnlijkheid de belangrijkste orgelleraar van J.S. Bach en initieerde zijn meest befaamde leerling ook in de orgelbouw. Böhm zocht echter geen roem maar een vaste betrekking. Op 36-jarige leeftijd werd hij hoofdorganist aan de Sint-Jacobskerk in Lüneburg en zou dat blijven tot aan zijn dood.
Deze cd is een pareltje in de reeks Norddeutsche Orgelmeister vor Bach. Zoals gezegd, is veel van Böhm verloren gegaan maar Bernard Foccroulle vond achttien relatief korte stukjes, die hij uitvoert op het Van Hagebeer-orgel in de Grote Sint-Laurenskerk in Alkmaar. Dit instrument heeft een fascinerende geschiedenis en is een van de best bewaarde barokorgels. Bernard Foccroulle is zelf een ‘wonder‘ op het orgel. Wij hebben hem nog nooit één valse noot horen spelen. Voor wie zijn of haar kennis van de orgelmuziek wil bijvijlen, is die cd een must.
Johannes Brahms
Johannes Brahms (1833-1897) was een fenomenale pianist en een groot liefhebber van J.S. Bach. Hij was echter wel al de twintig voorbij toen hij door zijn vrienden Robert en Clara Schumann en violist Joseph Joachim overtuigd werd van de noodzaak serieus contrapunt te studeren. Brahms was namelijk geen ‘product’ van de klassieke conservatoria waar contrapunt en orgel inderdaad een essentieel deel vormden van de opleiding.
Het werk dat Brahms schreef voor orgel wordt vaak ‘vergeten’ maar vormt niettemin een belangrijk aspect van zijn hele oeuvre, vooral de link met zijn vocaal werk met orgelbegeleiding.
De Noorse organist Anders Eidsten Dahl (°1976) vult die leemte op met een puike productie waarop ook werk te horen is van Clara Schumann (1819-1896). Het is wachten tot strookje 5 van de cd, na vier preludes & fuga’s, voor we de echte Brahms ontdekken in de intieme Fuga in as (WoO 8). Ook Choralvorspiel & Fuge “O Traurigkeit o Herzeleid” (WoO 7) zijn typisch Brahms.
Tijd voor twee strookjes Clara Schumann: de Prelude & Fuga (op. 16) die op het koororgel van de kerk in Bragernes (het centrum van de Noorse stad Drammen) bijzonder goed tot hun recht komen. Klein maar fijn, met een sierlijke vrouwelijke toets. Neem er de tijd voor om die muziek tot uw kern te laten doordringen.
We verhuizen opnieuw naar het hoofdorgel van dezelfde kerk voor 11 Choralvorspiele (op. 122) van Brahms. De erfenis van J.S. Bach is nooit ver af en dit is misschien de reden waarom het orgelwerk van Brahms niet vooraan in de discografie prijkt. Het is correct componeerwerk – Brahms had zijn les wel geleerd – maar briljant origineel is het slechts sporadisch. Brahms heeft veel sterkere dingen geschreven dan zijn orgelmuziek.