U merkte het reeds elders op deze site: bij Klassiek Centraal worden gangbare paden al eens verlaten. Een uitstapje naar de jazz of een (kinder)musical, dat moet kunnen. Dus wat dacht u van een avondje Max Richter in cultuurcentrum Hasselt. Max wie? Een componist en pianist die even comfortabel toetsen aanslaat als aan de knoppen van zijn Apple zit, vergezeld door een klassiek strijkkwintet. Niet meteen alledaags, wel bijzonder hedendaags.
U merkte het reeds elders op deze site: bij Klassiek Centraal worden gangbare paden al eens verlaten. Een uitstapje naar de jazz of een (kinder)musical, dat moet kunnen. Dus wat dacht u van een avondje Max Richter in cultuurcentrum Hasselt. Max wie? Een componist/pianist die even comfortabel toetsen aanslaat als aan de knoppen van zijn Apple zit, vergezeld door een klassiek strijkkwintet. Niet meteen alledaags, wel bijzonder hedendaags.
Zijn muziek wordt als “post-” en “neoklassiek” bestempeld. En naar aanleiding van het vierde studioalbum 24 Postcards in Full Colour werd hij enkele jaren geleden in The New York Times nog ietwat provocatief “The Ring Tone Maestro” genoemd. Maar, oh paradox, de verwoede pogingen om Max Richter een label op te plakken, bewijzen vooral dat deze Britse componist met Duitse roots moeilijk binnen één stroming vast te pinnen is. Hij schrijft immers ook met de regelmaat van een klok filmmuziek (Lore, Perfect Sense, Die Fremde, …), verzorgde één van zevenentwintig stukjes voor het Encore-project van violiste Hilary Hahn, werkte in het verleden onder andere samen met electrocollectief The Future Sound of London en drum 'n' bass-goeroe Roni Size en herwerkte voor Deutsche Grammophon recent nog de bekende Vier jaargetijden van Vivaldi samen met violist Daniel Hope. Experimenteren, in het bijzonder met elektronica, zit Richter dus in het bloed. In een interview met Het Belang van Limburg zegt hij daarover: “De scheiding tussen 'klassieke' en 'elektronische' instrumenten is voor mij niet zo belangrijk. Ik gebruik elk medium wat past om het idee dat ik wil uitdrukken weer te geven […].”
Vantzou & Little Prism Ensemble
Christina Vantzou deelt eenzelfde filosofie. Deze veelzijdige Amerikaans-Griekse kunstenares verzorgde samen met haar Little Prism Ensemble – een strijktrio, hoorn en klarinettiste/fluitiste – het voorprogramma. Afgelopen najaar wijdde de Canvasconnectie een boeiende aflevering aan haar werk, dat oorspronkelijk uitsluitend beeldend van aard was, maar als half van het audiovisuele duo The Dead Texan vanaf 2004 ook steeds vaker muziek ging omvatten. Eind 2011 verscheen dan haar geprezen debuut N°1. Vantzou speelde met haar piepjonge ensemble in ccha haast een thuismatch – ze woont en werkt al bijna tien jaar in Brussel – en haar uitgepuurde “trein- en keukencomposities” bleken een passende prelude voor wat nog komen zou. De zaal werd er in ieder geval muisstil van.
Veelal korrelige beelden en visuals zouden het concert een extra dimensie geven en legden ook Vantzou's wortels als videoartieste bloot: een synesthesie die aardig uitpakte, maar zonder meer. Daarvoor was de versmelting van beeld en geluid onvoldoende. Het opzet versterkte wel de eens dreigende, dan weer meditatieve atmosfeer die door de ambientmuziek werd opgeroepen. De soundscapes, opgebouwd uit lange, overwegend monotone boogstreken en zacht aangeblazen noten – in het jargon ook wel “drones” genoemd – werden letterlijk verrijkt met de (door de elektronica wat bijgeschaafde?) kinderlijk ijle klanken van Elise Mélinand. Ze werd daarbij ondersteund door de blote stem van de vijf overige instrumentalisten. Mooi zo. Opvallend was voorts de onorthodoxe, grafische manier van dirigeren die Vantzou hanteerde. Geen baton voor haar – net zoals voor de legendarische dirigent Leopold Stokowski (1882-1977) wiens beeltenis de revue passeerde – wel een reeks letters, symbolen en tekeningen, aangevuld met spaarzame vinger- en handbewegingen. Intrigerend. Helaas bleven niet alle stukken even boeiend. En om echt te blijven hangen, had het geheel naar mijn smaak een te manifest gebrek aan melodie. Maar als repetitief-etherische introductie op het universum van Richter vielen Vantzou en haar Little Prism Ensemble allesbehalve uit de toon.
Ongrijpbaar bis
Net als Vantzou liet ook Max Richter zich vergezellen door een handvol strijkers, maar actief dirigeren deed hij van achter zijn vleugelpiano, computer en synthesizer niet. De zelfbenoemde “secret pianist” trapte het concert wel solo af met één van die pianostukken waarop de man een patent heeft: uitgepuurd en introspectief. Riep The Blue Notebooks, tevens het eerste nummer op het gelijknamige album (2004) en dus een gepaste opener, een nostalgische sfeer op, dan was dit nog meer het geval met On the Nature of Daylight. Deze pijnlijk mooie elegie, eveneens terug te vinden op voornoemd album alsook op de 'klassieke' soundtrack van Scorsese's Shutter Island, bezorgde de componist Richter zijn doorbraak en mag daarom wellicht 's mans opus 1 worden genoemd. Alhoewel. Zoiets doet enkele pareltjes uit zijn debuutplaat Memoryhouse – luister maar eens naar Europe, after the Rain, Embers en vooral November (dat jammer genoeg niet werd gespeeld) – onrecht aan. Wel is "OTNOD" hét schoolvoorbeeld geworden van Richters gelaagde compositorische stijl: een ondertussen beproef procedé waarbij de muziek steeds verder aanzwelt door sequentieel meerdere/alle instrumentale partijen te betrekken. Het resultaat mist zijn effect hoegenaamd niet, grijpt toehoorders naar de keel en is tegelijk ongrijpbaar.
Het concert viel dus als het ware met de deur in huis en eindigde ook met bisnummer The Trees op een sfeervol en fel gesmaakt hoogtepunt. Op een gedicht van Nobelprijswinnaar Czesław Miłosz – zeker, Richter is nog in de leer geweest bij de Italiaanse componist Luciano Berio (1925-2003), voor wie literaire referenties gemeengoed waren – volgden enkele minimalistische, steeds sneller uitgevoerde pianoarrangementen en uitgesponnen strijkers. Bastonen drongen naar het einde toe tot diep in de onderbuik door. Of hoe een uiterst energieke live-ervaring de studioversie met verve kan overtreffen. Ertussen kabbelde en stroomde het geheel onophoudelijk verder, met Autumn Music 1 en 2 en het mijmerende Sunlight als adembenemende hoogtepunten. Het opvallend jonge publiek luisterde aandachtig, werd weliswaar doorheen het optreden figuurlijk op afstand gehouden, maar bedacht de uitvoerders achteraf wel met een staande ovatie. De partijen die Richter voorschrijft, mogen dan zelden technisch veeleisend zijn, als medeoprichter en gewezen lid van Piano Circus toonde hij zich in het verleden reeds een veelzijdig uitvoerend musicus, van Brian Eno tot Steve Reich. Het repetitieve in zijn muziek – in Iconography bijvoorbeeld, tevens te horen in de animatiefilm Waltz with Bashir, of het aan Wim Mertens refererende Sketchbook – vereist overigens een aangehouden concentratie en laat ook subtiele nuances doe.
In Richters handen vervaagt de grens tussen klassiek en electro. Moeiteloos, zo lijkt het wel. De stempel die men daarop drukt, is uiteindelijk van weinig belang. Je vindt de man inderdaad niet zo makkelijk terug in de platenzaak om de hoek. Who cares? Want deze ingenieuze muziek heeft karakter, staat daarmee ook stevig op zichzelf, en zet tevens de deur open naar andere kunstmuziek uit iets verder vervlogen tijden. En dat is een onschatbare verdienste.
Met dank aan de heldhaftige daad van A. Verbeeren bij het bemachtigen van de playlist.