Was het 2004? Ik meen van wel, de eerste kennismaking met het jonge koor Octopus geleid door de al even jonge, zelfverzekerde dirigent Bart Van Reyn. Het was Bach, welk werk weet ik niet meer maar Bach herinner ik me, maar dat het veelbelovend was, weet ik nog maar al te goed.
Was het 2004? Ik meen van wel, de eerste kennismaking met het jonge koor Octopus geleid door de al even jonge, zelfverzekerde dirigent Bart Van Reyn. Het was Bach, welk werk weet ik niet meer maar Bach herinner ik me, maar dat het veelbelovend was, weet ik nog maar al te goed.
Vanaf de zijlijn volgde ik de groei van het koor waar een instrumentaal ensemble bijkwam. Grotere werken werden geprogrammeerd – geen gebrek aan ambitie! – en de duivel-doet-al wist al snel solozangers, presterend boven de middelmaat, te strikken. Eerlijk toegegeven dacht ik zo’n jaar of twee, drie geleden dat de muzikale grens van Bart Van Reyn en zijn mensen bereikt was. Vorig jaar ontkrachtte hij die gedachte met opnieuw Bach op de affiche en zaterdag 2 juni? Toen raakte hij mijn ziel zoals het niet dikwijls gebeurt. De woorden die ik in 2004 schreef zijn bewaarheid. Hij is een opvolger van onze grote musici, die spraakmakende generatie: Kuijken, Jacobs, Van Immerseel, Herreweghe en anderen (ik kan ze niet allemaal opsommen, té veel). Met onder meer Bart Van Reyn is ze er, de opvolging, maar hij is geen naloper. Hij is persoonlijk en duikt met zijn neus en vooral zijn hart en verstand in de partituur, in de componist. Hij leidt met grote energie zijn muzikanten door al het moois dat we van de muziekscheppers erfden, in dit geval het moois van Joseph Haydn aan wie ik me even persoonlijk richt. “Sehr geehrter Herr Haydn, du Joseph, lieber Kerl! Liebe, Freundschaft, Humor, Spass: Du bist es. Danke schön! Wo du auch bist, vergiss uns nicht.”
Zingende weelde
‘Die Jahreszeiten’, opnieuw verwijs ik naar een eerdere ervaring. Een jaar of 7, 8 was ik toen mijn moeder de LP’s kocht. De Jaargetijden van Haydn, geleid door Karl Böhm met onder meer de indrukwekkende bas Martti Talvela in de rol van Simon. Zo wilde ik ook kunnen zingen en dus zong ik met mijn sopraanstem mee met wat een van mijn meest favoriete aria’s werd: ‘Schon eilet froh der Ackermann zur Arbeit auf das Feld…’. Mijn moeder besprak de tekst met me: “Luistert toch ne keer mannekes, hoe schoon? Da’s als een gebed. Amaai…” Ja het ging er gemoedelijk én met heel veel liefde voor de muziek aan toe als de platendraaier opstond met Haydn, Mozart, Beethoven, Chopin, Wagner… Zo werd dit oratorium een van mijn grote voorkeurwerken en ja hoor, ik kan het helemaal meezingen en dus zong ik ook bij deze uitvoering mee, innerlijk weliswaar want de zangers? Die vulden het podium van de Blauwe Zaal in deSingel. Die zangers… mmmmm… Het koor is groot, een 80-tal zingende stemmen en als je zo’n groot koor achter een barokorkestje ziet staan, dan word je wat ongerust want gaat dat koor het orkest niet overstemmen? Met Bart Van Reyn op het voetstuk van de dirigent overstemt het koor niet. Hij weegt en wikt en de balans is er. In de weelde van koorpartijen, waar vreugde, angst, het dagelijkse leven, aanbidding, nederigheid, jubel en lof worden vertolkt, leeft alles, ja, zoals de tekst het voordraagt: “Alles lebet, alles schwebet, alles reget sich”.
Koor en orkest: prima! En de solisten?
Iedereen smolt als boter voor de zon voor de stem, muzikaliteit en présence van de Zweedse wereldster in wording, de sopraan Ida Falk Winland. Een echte Freya, zeg de Germaanse Venus. Ze kreeg niet zomaar de ‘Tagore Gold Medal’ bij het beëindigen van haar studies in de National Opera Studio London. Ze zong Hanne alsof ze dit voor de 25ste keer deed. De vlotheid, de vreugde, de stemkleur – in de hoogte zuivere room, het muzikale inzicht: alles maar dan ook alles wat je maar kan wensen van een sopraan heeft ze, toont ze, laat ze horen. Onze eigen Yves Saelens stond mee te genieten op het podium van Hanne in zijn rol als jonge Lukas. Het liefdesduet dat zich afspeelt in de herfst: dat wil je opnieuw en opnieuw zien en horen. Opnieuw om te smelten als boter voor de zon. Saelens is momenteel een van onze allerbeste opera- en oratoriumzangers. Zijn interpretatie stond gelijk aan die van Winland. En dan had je natuurlijk nog Simon. De jongere bariton Birger Radde vertolkte de rol van de rijpe wijze man. De stem van Radde is heel vol, draagt, warme klinkers en ademsteun die ik ook zou willen maar hij is iets te jong en zijn stem niet diep genoeg om de vaderlijke ernst uit te stralen. Dat weet hij en daarom benadrukt hij het lyrische element. Op zijn niveau is dat absoluut te aanvaarden omdat hij heel goed weet waar hij voor staat.
‘Die Jahreszeiten’, het muzikale en menselijke testament van Joseph Haydn, de kroon op zijn leven en werk, hier uitgevoerd in een zeer mooie interpretatie, muzikale volle warmte, de humor ook die er in verweven zit, de goedhartigheid die het oratorium uitstraalt, alles kwam tot zijn recht. Dank je wel, Haydn, in de eerste plaats om dit werk gecomponeerd te hebben en ons in uw testament gezet te hebben en dank aan alle uitvoerders. Wat een mooie, mooie avond!