Het wordt een primeur die slechts een paar minuten zal duren. Opera Ballet Vlaanderen liet een natuurtrompet bouwen naar instructies van Richard Wagner die in zijn opera Tristan und Isolde gebruikt wordt. Het is voor het eerst dat een operahuis deze trompet bouwt.
In de derde akte van de opera Tristan und Isolde van de Duitse componist Richard Wagner uit 1865 wordt de aankomst van het schip van Isolde aangekondigd door een vrolijke trompetmelodie die vanop het zijpodium klinkt. Het deuntje wordt in het verhaal gespeeld door een herder. Het is een korte melodie maar Wagner wou dat deze een bepaalde klank had. In zijn originele partituur schreef hij enkele aanwijzingen. De trompet moest klinken “als een alpenhoorn” met “een houten beker” en “binnen het natuurscala”.
Deze trompet bestond niet toen de opera in première ging in München. Er is bij ons geen enkele aanwijzing bekend dat ze ooit heeft bestaan. Meestal gebruiken operahuizen voor deze korte melodie een jachthoorn of een ander blaasinstrument met ventielen. Tot vandaag. OBV liet het instrument dat Wagner voor ogen had bouwen en dit speciaal voor de komende productie van Tristan und Isolde die op 22 maart in première zal gaan.
Volgens onze informatie is het een primeur in de muziekgeschiedenis en zullen we voor het eerst kunnen horen wat Wagner bedoelde.
Initiatiefnemer voor het avontuur is Serge Rigaumont, trompettist in het Symfonisch Orkest Opera Ballet Vlaanderen. Hij verdiepte zich in de Wagnertrompet en overtuigde muziekdirecteur Alejo Pérez om de trompet te laten bouwen. OBV stemde toe.
“Dit is een ontzettend spannend project. Hoewel de passage maar een detail lijkt, is niets een detail bij Wagner,” ⎯ artistiek directeur Jan Vandenhouwe
Om het instrument te bouwen, klopte OBV vorig jaar aan bij Gunther Cogen, instrumentenbouwer gespecialiseerd in historische trompetten. Hij ging de uitdaging aan om te onderzoeken wat Wagner precies wilde op basis van de karige informatie die de componist ons naliet. Voor dit project werkte Gunther Cogen samen met Daniël Vernooij, bouwer van historische klarinetten, met een grote expertise in het vervaardigen van houten klankbekers.
Uiteindelijk en op basis van onderzoek die de nieuwste visies op de historische praktijk volgen, werd er gekozen om een natuurtrompet te bouwen. Een natuurtrompet is een blaasinstrument zonder ventielen of kleppen en waarbij de tonen worden bepaald door de lipspanning van de trompetter. Denk bijvoorbeeld zoals bij een klaroen.
Voor de kenners: de trompet werd gebouwd in een achtvoet configuratie zoals dat ook in de achttiende eeuw het geval was, maar dan met een volledig houten beker die gemaakt werd uit gevlamd esdoornhout. De maatvoering werd enigszins aangepast zodat de houten beker zo lang mogelijk kon zijn, wat bijdraagt tot de typische klank. Een koordbinding houdt de beker en de messing samen.
Er zijn weliswaar orkesten die in het verleden voor deze bewuste muzikale passage trompetten hebben gebouwd, maar zij bouwden telkens een ventielinstrument of een variant hierop. Nooit werd er een trompet binnen het natuurscala gebouwd en dat is volgens ons onderzoek de meest plausibele en verantwoorde keuze.
De trompet zal niet te zien zijn in de orkestbak omdat ze tijdens de bewuste scène bespeeld wordt vanop het zijtoneel. Ook voor de muzikant wordt het een uitdaging omdat die deze melodie enkel door het gebruik van de lippen kan brengen.
Het resultaat kreeg alvast de goedkeuring van maestro Pérez en op 22 maart zullen we ze voor het eerst kunnen horen.
Artistiek directeur Jan Vandenhouwe: “Dit is een ontzettend spannend project. Hoewel de passage maar een detail lijkt, is niets een detail bij Wagner. Vandaar dat hij op zoek ging naar een specifiek geluid. Dat geluid onderzoeken en het in de praktijk brengen is ook een taak voor een huis als het onze. Wat we later met de trompet zullen doen? Misschien kunnen we ze verhuren aan andere operahuizen die Tristan und Isolde brengen en de partituur historisch willen benaderen.’
De komende productie van Tristan und Isolde wordt alles behalve historiserend. De Franse regisseur Philippe Grandrieux, bekend om zijn fysieke beeldtaal, benadert de saga als een afdaling in het lichaam van Isolde. Hij zal het publiek onderdompelen in een duistere, sensuele beleving waarbij het verschroeiende verlangen dat sluimert in Wagners muziek volledig tot zijn recht kan komen.