In het programmaboekje van het Leuvense Novecento 20/21 Festival staat Gerard Grisey (1946-1998) omschreven als één van de belangrijkste Franse componisten van de 20e eeuw. Belangrijk ? Oké. Maar bekend ? Dat is iets anders. Bij ons misschien dank zij Anne Teresa de Keersmaeker die op dat muziekstuk van Grisey een choreografie componeerde. De programmatoren van het festival willen met hun concerten the classics of the future promoten, en daar hoort – zo vinden ze – Vortex Temporum bij. En dat promoten gaat ver : het Nederlandse New European Ensemble zal het stuk twee keer na mekaar uitvoeren ! In de korte pauze zullen ze wat tekst en uitleg geven en zal het publiek een glaasje gin aangeboden krijgen en wel van het merk No Ordinary Gin ofte NOG….. dit om nog meer van dat toch moeilijke stuk meer verteerbaar te maken.
Moeilijk ? Ja, want we hebben het over spectralisme. Een strekking in de 20e eeuwse muziek die graag met boventonen werkt en waar timbres belangrijker zijn dan noten. Een compositie moet je bij hen zien als een reeks van klanken die langer of korter duren. Op die manier moeten luisteren is niet evident : je laten mee glijden op de maalstroom van de tijd, op de vortex temporum en op de timbres van de instrumenten. Weg melodie, weg ritme, weg akkoorden. Toch start de compositie met een micro-arpeggio ontleent aan Daphnis et Chloé van Ravel, dat dan helemaal ontrafeld wordt. Het klinkt allemaal ongewoon. Ook al omdat de piano een kwart toon lager is gestemd en ook de twee blazers, fluit en klarinet, hebben hun instrument moeten bewerken. Zelfs de drie strijkers – viool, alt en cello – behandelen hun instrument bijwijlen ‘abnormaal’. Het stuk bestaat uit drie delen die telkens opgedragen zijn aan een collega componist. Bij het laatste deel, “à Helmut Lachenmann” hoor je duidelijk reminiscenties aan de manier waarop deze Duitse componist door andere speeltechnieken nieuwe klanken uit instrumenten haalt. Zijn Erweiterte Spieltechniken waren hier heel aanwezig. En in het tweede, meer ingetogen deel opgedragen “à Salvatore Sciarrino” klinkt inderdaad de verstilde stijl door van deze rustige Italiaan. Het eerste deel is dan weer opgedragen aan een leerling van Lachenmann, de Zwitserse componist Gérard Zinsstag. En het slot van dat deel klinkt allesbehalve stil. De pianiste krijgt solo een cadens. Een improvisatie dus en dan zitten we dicht in de buurt van het begrip jazz. Want haar bijna waanzinnig spel deed me direct denken aan free jazz figuren als Fred Van Hove en Cecil Taylor, inclusief het ellebogenwerk op de arme toetsen, haar handen plukkend aan de snaren. Maar wat een uitgerekte, niet aflatende en nazinderende klank op het einde. Waar vind je nog componisten die pianisten klanken laten klinken tot elke boventoon verdwenen is.
Wat ik zo interessant vind in dit stuk van Grisey – én bij de prachtige uitvoering ervan – is, hoe durvend hij wil laten horen wat uit een instrument kan komen als instrument. Het behandelen van een instrument als voortbrenger van klank eerder dan van melodie en ritme, van noten en tonen. Die grote aandacht om bij strijkers het strijken van de stok te laten beluisteren, ook als dat fluistert of bonkt, bij blazers te luisteren naar wat ademhaling en de variëteit van mondstukken doet, stil of luidruchtig, horen hoe je bij de piano op snaren kan beuken of ze kan strelen. Kortom, aandacht voor het onontgonnen en ongebruikelijke gebruik van een instrument. Zelden heb ik een zogenaamd hedendaags muziekstuk horen uitvoeren dat mij zo (weliswaar meer intellectueel dan emotioneel) in zijn greep kon houden. Vortex Temporum, een hedendaags meesterwerk ? Voor mij – én het enthousiaste publiek – mag het !
Tekst: Roger Creyf
- WAT: Novecento; Gérard Grisey
- WIE: New European Ensemble; Felicia van den End, fluit; Lars Wouters van de Oudenweijer, klarinet; Hanna Shybayeva, piano; Rada Ovcharova, viool; Emlyn Stam, altviool; Willem Stam, cello
- WANNEER: maandag 9/10/2017
- WAAR: Iers College, Leuven
- Foto: m.t.