Het Festival van Vlaanderen Vlaams-Brabant houdt stevig vast aan zijn profiel: het Novecento, of de muziek van de 20ste eeuw als “repertoire-concerten” en de muziek van de 21ste eeuw in het gebalde TRANSIT-weekend.
Op een persconferentie vlak voor het openingsconcert gaf artistiek directeur Mark Delaere een gepassioneerd overzicht van 20 jaar Festival van Vlaanderen (FvV) Vlaams-Brabant in Leuven: een parcours waar onderweg weliswaar aan gesleuteld werd, maar dat in grote mate rechtlijnig en consequent vervolgd werd. Met ja, als resultaat, “Hedendaags wordt klassiek”. Het werd de titel van een themanummer “Kunst Tijdschrift Vlaanderen” dat die 20 jaar FvV Vlaams-Brabant belicht. In elk geval, die rechtlijnigheid én de consequente bewaking van het artistieke niveau hebben mettertijd de waardering, de nieuwsgierigheid en de respons van een ruimer publiek gewekt. Je moet het maar doen!
29 september 2014: het Goeyvaerts Strijktrio en Jan Michiels samen in het Leuvense STUK voor pianokwartetten, trio’s en pianosolo. Op het programma: twee Belgen, twee Grieken én Arnold Schoenberg.
Karel Goeyvaerts & …
Het Goeyvaerts Strijktrio zijn drie musici van bij ons: violiste Kristien Roels, altviolist Kris Matthynssens en cellist Pieter Stas. Ze hebben hun roots in het Waasland, maar hun niveau is internationaal. Het drietal leverde al enkele opmerkelijke cd’s af: de strijktrio’s van Schoenberg, Webern en Schnittke (Gouden Label Klassiek Centraal in 2011) en verder nog cd’s met werk van onder andere Sofia Gubaidulina (strijktrio) en het ontroerende Stabat Mater van Arvo Pärt voor drie stemmen en strijktrio dat terecht de internationale aandacht trok.
Werk van Karel Goeyvaerts zelf konden ze nog niet opnemen om de eenvoudige reden dat Goeyvaerts geen strijktrio nagelaten heeft. Wel een pianokwartet! En dat was ook een goede reden voor het Festival van Vlaanderen om het Goeyvaerts Strijktrio te linken aan Jan Michiels voor de uitvoering van het merkwaardige pianokwartet met tape. Het werk dateert van 1972, maar moet bij elke uitvoering geactualiseerd worden: de tape bevat opgenomen nieuwsfragmenten van de dag zelf, rustig voortkabbelend onder of tijdens de muziek.
Het is aan de luisteraar zelf om te bepalen of hij hierin al dan niet toevallige relaties wil bespeuren. Vreemd: relaties, bewust of onbewust, duiken altijd op! In die zin is elke uitvoering van dit pianokwartet tijdsgebonden én actueel.
… Tijdgenoten
De andere Belg op het programma was Norbert Rosseau, voorloper en outsider onder de Vlaamse componisten van zijn generatie en minzame leidsman en leraar voor Lucien Goethals. Toen Rosseau in 1975 plotseling overleed lag op zijn werktafel nog een quasi volledig uitgewerkt pianokwartet. Het was niet volledig af, maar wel uitgewerkt, en ongelooflijk secuur dodecafonisch in elkaar gestoken. Als argeloze luisteraar besef je dat niet eens, want ja, “indien ik dodecafonisch schrijf, dan doe ik dat tonaal” placht Norbert Rosseau te zeggen. En ook te doen. Begin en einde ademen een rustige en serene sfeer uit; het middendeel is compacter, maar zoekt geen climaxen op.
Voor Jan Michiels en het Goeyvaerts Strijktrio was het een erezaak om beide pianokwartetten opnieuw in de belangstelling te plaatsen. Ze zijn ervoor gegaan en het is hen gelukt ook.
Voor de rest scheidden de wegen van de musici zich: strijktrio’s en piano-solo. Het Goeyvaerts Strijktrio vertolkte een werk van Schoenbergleerling Nikos Skalkottas en de vitale klankenwolk “Ikhoor” (1978) van Iannis Xenakis: pulserende en dreunende ritmes schuiven hier in een verwarrende intensiteit over elkaar.
“Ikhoor” is het oude Griekse godenbloed. Het was geen gewoon bloed hoor, maar blijkbaar een etherische gouden vloeistof die door hun aderen klopte. “Ikhoor” is één brok rauwe emotie, die later in het programma afgewisseld werd met de meest verinnerlijkte pianostukjes uit de muziekgeschiedenis: “Sechs kleine Klavierstücke” van Arnold Schoenberg door Jan Michiels.
De afsluiter was het strijktrio dat Schoenberg in zijn latere jaren schreef als een gekwelde, getormenteerde neerslag van zijn confrontatie met ziekte en lijden. Het vijfdelige werk (Part 1, Part 2, Part 3, telkens gescheiden door een episode) is een complexe eenheid van thematische motieven, ritmische cellen, dodecafonische reeksen en allerhande speeltechnieken. Het trio was en is berucht voor zijn moeilijkheidsgraad en de meeste ensembles lopen er liefst in een wijde boog omheen. Het Goeyvaerts Strijktrio vertolkte het, tot mijn verbazing, zonder partituur (!), en brachten een heldere en indringende uitvoering met grote feeling voor het onderliggende, getormenteerde karakter.
Steven Osborne ontmoet Olivier Messiaen
Twee dagen later hoorden we in de aula Maria Theresia de “Vingt regards sur l’enfant-Jésus” van Olivier Messiaen in een verbluffend magistrale uitvoering door Steven Osborne. Men kan zich op dit moment wellicht geen betere pianist voor dit werk voorstellen. Osborne voert ons naadloos van de tederste, intiemste bespiegelingen (Regard du Père) naar de meest exuberante uitbarstingen van vreugde (Regard de l’Esprit de joie) en terug, zonder ook maar één moment de spanning los te laten tijdens deze meer dan twee uur durende extase.
Osborne voerde deze cyclus onlangs nog uit in het Concertgebouw in Brugge. Zijn cd-opname uit 2002 is legendarisch en sindsdien is zijn vertolking alleen maar gerijpt. Terecht wordt de Schot Osborne internationaal beschouwd als de vertolker bij uitstek van de “Vingt regards”. Voor het FvV Vlaams-Brabant: een “Schot” in de spreekwoordelijke roos. Voor ons: een onvergetelijke belevenis.