Nominatie Gouden Label Debuut – Het is amper nog voor te stellen dat vandaag nog een toporkest kan opstarten. Als we zien wat er de laatste jaren in Vlaanderen verdween, is het huilen met de pet op. Ooit was Vlaanderen qua kamerorkesten meer dan goed bedeeld en keek Wallonië ons met lede ogen aan, maar daar zag zo’n orkest het levenslicht en wij mochten het nazinderend debuutconcert genieten.
Nominatie Gouden Label Debuut – Het is amper nog voor te stellen dat vandaag nog een toporkest kan opstarten. Als we zien wat er de laatste jaren in Vlaanderen verdween, is het huilen met de pet op. Ooit was Vlaanderen qua kamerorkesten meer dan goed bedeeld en keek Wallonië ons met lede ogen aan, maar daar zag zo’n orkest het levenslicht en wij mochten het nazinderend debuutconcert genieten.
Keren de rollen om?
Bijna op de kop werd een jaar geleden in Namen, tijdens een redelijk druk bijgewoonde persconferentie, het Millenium Orchestra voorgesteld. Het is een orkest dat op tijdsinstrumenten speelt en de muziek van barok tot vroeg-romantiek wil spelen.
Leonardo Garcia Alarcón kreeg de opdracht het orkest te leiden. Hij maakte al furore als dirigent van onder meer het Choeur de Chambre de Namur en andere ensembles. Vele cd-opnames werden bekroond met sterren en kwaliteitslabels. Terecht want Alarcón staat voor energieke, persoonlijke en toch partituurgetrouwe uitvoeringen, gekleurd met een ‘Latino’ inbreng. Waar Vlaanderen zijn beroemde barokensembles ziet verdwijnen, onder meer omdat de overheid het niet meer interessant vindt om hen te ondersteunen, daar krijgt het toch wel veel armere Wallonië, dat bovendien heel wat meer onder de crisis lijdt dan Vlaanderen, een nieuw professioneel kamerorkest. Dit is geen inhaalbeweging maar het keren van de rollen. Is het straks aan de Vlamingen om met lede ogen te kijken naar wat aan kwaliteitscultuur allemaal mogelijk is in het zuiden van dit land? Wat er ook van zij, de concertzaal van het bouwvallig Koninklijk Conservatorium van Brussel liep vol. Er was amper Vlaamse pers te bespeuren. Wat een gebrek aan interesse, alweer.
Debuut met Mozart
Leonardo Garcia Alarcón koos ervoor om voor het debuutconcert meteen het grote repertoire aan te pakken met de ouvertures van Wolfgang Amadeus Mozart zijn drie Da Ponte opera’s en uit elk van die opera’s een aria voor sopraan. De sopraan van dienst was niemand minder dan Jodie Devos (zij zong op onze Uitreiking Gouden Labels 2014) en behaalde kort daarvoor de tweede prijs op de Koningin Elisabethwedstrijd Zang. Het programma werd aangevuld met Mozarts 25ste symfonie en twee concertaria’s.
De ouverture van Le Nozze di Figaro zette meer dan presto in met een orkest dat hier en daar in het verloop van de avond soms een steekje liet vallen, maar dat temperde de vuurbal aan weelde niet. Wat een weelde aan opgewekte, soms radicale vitaliteit werd er gekoppeld aan Mozartiaanse genegenheid, vanzelfsprekendheid, tederheid. Onze jonge stagiair Gommaar Elst was, net als het publiek, zo goed als zonder woorden na het concert, maar wat hij zei tekende Mozart als geen ander: “Hij maakt het onmenselijke menselijk”. En menselijk is Le Nozze di Figaro zeker. Wie dat extra in de verf zette wat Jodie Devos – naar ons bij aanvang kond gedaan werd zou ze wat ziek zijn, al was daar totaal niets van te horen – die met een stout puberaal snoetje de aria ‘Deh vieni non tardar’ met een technische volmaaktheid en een muzikale inleving zong dat je niet anders kon denken: “Voor zo een sopraan schreef Mozart dit. Zo’n stem, zo’n verschijning”.
Er werd vlot vervolgd met de ouverture van Cosi Fan Tutte en de aria ‘Una donna a quindici anni’. Hemel toch! De ‘oude bok’ kan niet anders dan smelten bij het meisje van 15 (hola, dat kon toen) die daar vrolijk en onbevlogen de liefjes van de soldaten uitlegt hoe het allemaal wel in elkaar steekt… Holala…
De muzikale topavond vervolgde met iets veel onmenselijker dat wel degelijk o zo menselijk is: de ouverture van Don Giovanni. Het orkestraal meesterwerk van de avond, klaar om zo op CD opgenomen te worden en meteen bij het beste gecatalogeerd te worden van de laatste jaren. Jodie Devos zong daaropvolgend de aria ‘Batti, batti, o bel Masetto’. Zo zuiver, zo absoluut en onbezoedeld…
Als laatste werk voor de pauze luisterde een muisstil publiek naar de volmaakte concertaria ‘Alcandro, lo confesso… No so d’onde viene’. Mozart componeerde deze dramatischer geladen aria voor zijn schoonzus Aloysia Weber.
Na de pauze werd de aandacht van het betoverde publiek opgeëist bij het spelen van de 25ste symfonie. Zijn er nog woorden om te duiden hoe Alarcón zijn orkest deze symfonie liet vertolken? Dit was een uitvoering van het allerhoogste niveau. Alle waanzinnig rijke details die Mozart erin stopte, kwamen meer dan tot hun recht. Zo doorzichtig en de dialogen ! Een nieuw licht scheen over deze symfonie waar je ontzag moet voor opbrengen om haar weelde, haar eenvoud, haar nederigheid en blijdschappelijke uitgelatenheid.
Het concertprogramma werd afgerond met een diep ontroerende, tranen verwekkende uitvoering van de concertaria ‘Vorrei spiegarve, o Dio’. De verschillende aria’s die Jodie Devos zong, zijn allen zo verschillend van karakter dat haast het hele pallet aan mogelijk vertolkbare emoties in de muziek aan bod komen en ze volbracht die opdracht niet alleen met de bij elke aria vereiste mimieke expressie maar ook met de nodige doorleving. Ja, zeker in die laatste aria waren er meerdere ogen vochtig en kreeg je kippenvel.
Een eindeloos applaus werd ontvangen door een podium vol dankbare musici die het publiek voor dat handgeklap en bravogeroep als eerste bisnummer de aria ‘Ach ich fühle es’ uit Die Zauberflöte liet horen met na een daverend applaus gevolgd door de ouverture uit deze beroemdste opera van Mozart.
Mozart, niets anders dan Mozart. De mens geworden zoon van de God van de Muziek, zo schreef ik in het Mozartjaar 2006, werd door het Millenium Orchestra, door Jodie Devos en door Leonardo Garcia Alarcón bewaarheid. Ja, zo’n debuut dat je overmant door die inzet voor niets anders dan het Schone, dat verdient een Gouden Label !