***** Het is bijzonder druk aan het pianofirmament. Ik zal niet beweren dat de sterren tegen elkaar opbotsen – er is ruimte genoeg in de ruimte – maar jonge wolven en wolvinnen dringen zich op en eisen de aandacht die kort tevoren voorbehouden was aan ‘gevestigde’ waarden. Eén ding moet u weten: het is hard ‘knokken’ om aan de top te komen en je moet hard blijven werken om aan de top te blijven.
***** Het is bijzonder druk aan het pianofirmament. Ik zal niet beweren dat de sterren tegen elkaar opbotsen – er is ruimte genoeg in de ruimte – maar jonge wolven en wolvinnen dringen zich op en eisen de aandacht die kort tevoren voorbehouden was aan ‘gevestigde’ waarden. Eén ding moet u weten: het is hard ‘knokken’ om aan de top te komen en je moet hard blijven werken om aan de top te blijven.
Wonderbaarlijke ervaring
In een kort interview, afgedrukt in het bijbehorend boekje, vertelt de Braziliaanse toppianist Nelson Freire (°1944): “Telkens als ik begin na te denken over een concert of recital – en ik heb er een hekel aan jaren vooraf een programma vast te leggen – dwaalt mijn geest af en kom ik bij Frédéric Chopin (1810-1849) terecht. En telkens als ik de muziek van Chopin ter hand neem, ontdek ik nieuwe ‘dingen’, zo wonderlijk is ze. Ze vergt honderd procent aandacht en concentratie maar beloont muzikant én luisteraar steeds weer met een wonderbaarlijke ervaring”.
Monomaniakaal
Een beetje criticus zal zich afvragen waarom iemand met het talent van een Freire zijn carrière bijna monomaniakaal aan Chopin wijdt. Zijn eerste opname, toen hij amper 12 was, was er een met muziek van Chopin en de 70-jarige is er nog steeds mee bezig. Onder andere met de Ballade nr. 4 die ook op die langspeelplaat stond in zijn prille jeugd.
Freire: “Het is ook zo dat ik steeds meer van die muziek ga houden. Ik krijg nog altijd kippenvel van zijn tweede concerto voor piano en orkest (opus 21), een van mijn favoriete werken”.
Een beetje oneerbiedig denken we dan “oude wijn in nieuwe zakken” maar als het om zeer goede wijn gaat, kan het geen kwaad…
Programma
Vreemd combinatie is dit: iets meer dan de helft van de cd met piano solo en eindigen met een concerto voor piano en orkest. Freire: “Nou ja, dat is nu een beetje in de mode en ik heb er geen bezwaar tegen als het maar met muziek is van dezelfde componist… Anders krijg je een moeilijk te verdedigen allegaartje”.
De Britse krant The Guardian doet er geen doekjes om: “Er zijn weinig nog levende pianisten zoals Nelson Freire waar de ongecompliceerde vreugde bij het spelen en het meesterschap zo van afstraalt”.
Moeilijk
Freire: “Chopin is klassiek en romantiek tegelijk. En zeer moeilijk correct over te brengen.” Er zijn tientallen ‘half en half’ uitvoeringen (tijdens het derde kwart van de 20ste eeuw vooral, red.) zodanig dat de melomaan een verkeerd beeld kreeg van stroperige muziek. Er is een maximum aan ontroering maar daar houdt het niet mee op.
Het tweede concerto voor piano en orkest (opus 21) (tweede gedeelte van de cd) werd in feite vóór het eerste geschreven maar later uitgegeven… met veel verbeteringen. De dramatische accenten en de doorwerkingen van de thema’s zijn intenser dan in het eerste. De opbouw is vrijwel identiek maar de tussenkomsten van het orkest nemen meer plaats in.
Het gedeelte met piano solo (eerste helft van de opname) omvat een paar onafwendbare ‘musts’ die we met vernieuwde aandacht beluisteren.
Het Impromptu nr. 3 (opus 51) komt vrij laat in het leven van Chopin (1842) en is gebaseerd op een eerste teder thema, gevolgd door een tweede nogal pathetisch en meer expressief.
De Berceuse (opus 57), 3 Mazurka’s (opus 50), en de Polonaise héroïque (opus 53) slaan we voor ’t gemak even over om ons te concentreren op de Ballade nr. 4 (opus 52), die Freire als het ware op het lijf geschreven is. Een uitzonderlijk meesterwerk waarop heel wat pianisten hun tanden al stukgebeten hebben. De motieven zijn Slavisch van oorsprong maar via een complexe – soms moeilijk te volgen – lijn is de muziek afwisselend smekend, droef, pathetisch. De coda daarentegen is wild en bijzonder virtuoos. Wie aandachtig luistert, hoort harmonische effecten die een nieuwe richting aangeven. Na Chopin (hij heeft niet lang genoeg geleefd om het mee te maken) komt namelijk het impressionisme.
Wonderbaarlijk
We kunnen alleen maar vaststellen dat iemand van 70 jaar, met respect toch al in de herfst van zijn leven nog enorm veel aankan. Jawel, het is geen gewone ‘burger’ en het zal door dagelijkse oefening zijn maar de soepelheid en virtuositeit die Nelson Freire hier laat horen, zijn wonderbaarlijk.