De muziektheatervoorstelling De vijfde van Ludo geeft de struikelende zoektocht weer van twee mensen in een lange flashback, vertolkt door de protagonisten Frank Focketyn en Evgenia Brendes.
De theaterbezoeker wordt bij het binnentreden van de zaal geconfronteerd met een enigszins frivole rouwkamer, geen zwarte of paarse doeken maar roze. Centraal in het midden staat een lijkbaar opgesteld met een lichaam erop. De kille onpersoonlijke plek van een rouwcentrum. Twee figuren zitten vereenzaamd op een bank. Achteraan op het podium heeft een muzikant een plekje. Wanneer het zaallicht dimt weerklinken de eerste noten van de 5de Symfonie van Beethoven, ook bekend onder de noemer ‘noodlotsymfonie’. Ta Ta Ta Taa… muziek die nog altijd overweldigd, waarvan Beethoven ooit moet gezegd hebben: “Het noodlot klopt aan de deur.”
Een symfonie op accordeon
De muziek van Beethoven werd door Robert Groslot gearrangeerd voor accordeon, een instrument dat danig onderschat wordt en indrukwekkend klinkt. De laatste jaren is de accordeon dan ook aan rehabilitatie toe.
Door de barricade van decibels schiet het lijk overeind. We maken kennis met Ludo en krijgen een unieke inkijk op zijn levensparcours. Al van kindsbeen af hangt de schaduw van z’n gevierde oudovergrootoom over Ludo heen. Ludwig van Beethoven – dé grote Duitse componist. Een naam die deuren opent, zou je denken. Achterachterachterkleinneef Ludo is echter een teleurgesteld man. Geen familie, gescheiden, muziekcarrière onbestaande. Opgevist uit het kanaal, met een delirium als diagnose, ontwaakt Ludo in een psychiatrisch ziekenhuis: Het Beloofde Land. Cynischer kan haast niet! Zijn enige bezit: de kleren die hij aanhad en een koffer met een kapotte accordeon en enkele partituren met zelf gecomponeerde muziek.
Beknotte verwachtingen en dromen
Hij zit gevangen in zijn verleden, vol onvervulde dromen en ambities. Met het bloed van zijn betovergrootvader in de aderen zou hij toch enigszins muziekaal aangelegd moeten zijn? Maar hij kwam talent te tekort om aan het conservatorium toegelaten te worden. Zijn enige link met het conservatorium is dat hij er conciërge was. Een geflipte muzikant en componist in het diepste van zijn gedachten. Hij filtert alles, zijn hele leven, een zoekend en falend proces met als laatste halte: de psychiatrische kliniek. Hij komt er in contact met een jonge verzorgster. Aanvankelijk weert hij alle hulp af, soms apathisch dan weer agressief. Hij verschuilt zich in zijn cocon, snakt naar stilte. Allebei zijn ze eenzaam, het leven heeft hen teleur gesteld. Zij is samen met haar zoontje Kazakstan ontvlucht om haar kind een beter leven te geven. Zij verblijft hier al een tiental jaar, een persoon zonder papieren, en werkt voor een hongerloontje. Om vaste voet aan de grond te krijgen is ze op zoek naar een relatie. Een kind erbij krijgen schrikt veel mannen echter af. Ludo wordt in de rol van oppas geduwd zodat ze weer kan gaan daten. Haar zoontje, het kind van een muzikant die in een symfonisch orkest speelde, kreeg de muzikaliteit van zijn vader in zijn genen mee en wil componist worden. Puzzelstukjes die in elkaar vallen. Ludo gaat de jongen helpen zijn dromen waar te maken. Zijn devies: muziek aanleren met focus en discipline. De muziektechnische uitleg over tertsen en kruisen is niet altijd toegankelijk voor iedereen maar vertelt iets meer over de complexiteit van muziek schrijven voor een symfonisch orkest. De theatrale begeestering en vooral de verstilling in het spel van Focketyn wanneer in zijn hoofd een compositie vorm krijgt, simultaan gespeeld door de accordeonist – een compositie van Robert Groslot – is zowel wat betreft gevoelswaarde als auditief prachtig en zinnenstrelend. Muziek is in zijn leven duaal: langs de ene kant een verlossing, langs de andere kant een bezetenheid. De eenzaamheid is voor beiden een beklemmende en grimmige benauwdheid. In hun precaire situatie groeien ze enisgzins naar elkaar toe. Ze danst zelfs voor en met hem. De danssequentie van de verzorgster oogt technisch en qua inleving bijzonder knap. Ook in de belichting zijn pareltjes terug te vinden.
De vijfde van Ludo is een verhaal over de falende mens, de onverschilligheid van de maatschappij en muziek die zowel toxisch als bevrijdend kan zijn. Het spel van Focketyn overtuigt. Alleen in het begin zie je vertrouwde tics van de acteur. Het is aan een regisseur om daarop te wijzen. Evgenia Brendes speelt de rol van verzorgster met inzet van lijf en leden. Soms wordt haar tekst te veel met handen- en armbewegingen onderstreept, waardoor het wat enerverend wordt. De tienerjongen Frits De Ruyter acteert sober en naturel. Op het einde stelt Ludo een goede daad; hij geeft zijn spaarcenten en twee vliegtuigtickets aan de verzorgster. Zo kan ze met haar zoon terug naar huis of waarheen ze wil. De cirkel is rond. Ludo gaat weer op de lijkbaar liggen. De dood is voor altijd.
De vijfde van Ludo wordt geschraagd door de prachtige muziek van Ludwig van Beethoven en Robert Groslot in een straffe vertolking van accordeonist Philippe Thuriot. Een overtuigend quartet.
INFO
- Wat: De vijfde van Ludo
- Wanneer & waar: vrijdag 29 oktober – CC Westrand Dilbeek
- Productie: La Volta Stage Productions
- Tekst en regie: Thomas Janssens
- Muziek: Ludwig van Beethoven en Robert Groslot
- Acteurs: Frank Focketyn, Evgenia Brendes,Frits De Ruyter
- Accordeon: Philippe Thuriot
Afbeeldingen: www.lavoltastage.be