Vier totaal verschillende cd’s beluisterden we voor u, beste lezers. Van klavecimbel tot beiaard. Alle vier de cd’s zijn in een bepaald opzicht identiek: zee staan onomwonden voor de muziek op zich op zijn best mogelijk uitgevoerd, zonder daarbij de eigen ik op het voorplan te plaatsen.
Vier totaal verschillende cd’s beluisterden we voor u, beste lezers. Van klavecimbel tot beiaard. Alle vier de cd’s zijn in een bepaald opzicht identiek: zee staan onomwonden voor de muziek op zich op zijn best mogelijk uitgevoerd, zonder daarbij de eigen ik op het voorplan te plaatsen. Wie? Korneel Bernolet, Nicolas Achten, Thomas Baeté en Elena Sadina.
***** Korneel Bernolet met ‘Pièces de clavecin’ van Claude-Bénigne Balbastre
Wie is die componist? Van Claude-Bénigne Balbastre (1724-1799) zal je niet elke dag horen, van Korneel Bernolet des te meer en het waarom is snel duidelijk. Niet dat ‘Pièces de clavecin / Premier Livre’ (1759) waardeloos zou zijn en het is goed dat een componist, die in totale armoede dit aardse dal moest verlaten – waarvoor dank aan de gruwelen van de Franse Revolutie – opnieuw ontdekt wordt en postuum opnieuw de rijkdom van erkenning mag genieten – dat was zo, in zijn hele carrière tot de revolutie er anders over besliste – en dat dankzij een van onze jongste klavecinisten.
Is het zo dat we Rameau (broer van de hofcomponist) nog horen in dit eerste boek? Het kan zijn maar toch heeft het iets zeer eigen, mogelijk het virtuoze dat duidelijk maakt dat Balbastre niet voor ‘kleine kinderen’ componeerde. Je moet behendige vingers hebben en muzikaal weten waar je staat of je loopt hopeloos verloren in de fraaie laat-barokke werkjes.
Korneel Bernolet loopt met deze debuut solo-cd niet verloren. Integendeel. Hij schiet in vuur en vlam en laat zijn jonge instrument, gebouwd door Augusto Bonza (Turbigo 2011 naar een klavecimbel uit 1736 van Jean-Henri Hemsch, Parijs), in weelde klinken. Vele mensen denken dat je niet kan fraseren op klavecimbel, maar dit is een totaal foute inschatting die al dikwijls, voor onder meer verschillend van onze eigen talenten, is weerlegt. Dat doet ook Bernolet. Hij laat horen dat een klavecimbel meer is dan een begeleidend instrument of slechts goed solo klinkt in een kleinere ruimte.
Je begrijpt waar ik met deze recensie naartoe wil: juist, ik wil je aanzetten beste lezers om deze zeer goede cd aan te schaffen en te beluisteren. Pièces de clavecin is een initiatief van de vsw SWUK (www.swuk.be) die jaarlijks een jong, Vlaams talent tot laureaat kiest en met hem/haar een CD realisteert bij het Nederlandse label Aliud. Voorgaande laureaten waren Liebrecht Vanbeckevoort, Anneleen Lenaerts en Stephanie Proot. De keuzen van de laureaat gebeurt door het bestuur van de VZW die daarvoor op zoek gaat naar jong taleng van bij ons. De opname werd gemaakt in de befaamde Academiezaal van Sint-Truiden.
**** Paolo da Firenze door ClubMediéval o.l.v. Thomas Baeté
ClubMediéval, het zeer jonge ensemble van Thomas Baeté heeft geen website en dus moet je via Amuz op zoek om iets meer over zowel de dirigent als het ensemble te vernemen. Amuz heeft meteen ontdekt waar het over ging, liet er geen gras over groeien en al in 2010, van bij de start, werd ClubMediéval een podium geboden. Het was ook in Amuz dat de eerste cd van ClubMediéval onder leiding van Thomas Baeté werd voorgesteld.
Onze jonge fanatieke fan Gommaar Elst was wat in zijn nopjes dat hij voor Klassiek Centraal op het presentatieconcert mocht zijn en de cd mocht in ontvangst nemen. Een tekst schrijven zag hij nog niet zitten maar ik kan begrijpen dat hij vol jeugdig vuur kwam vertellen over zijn luisterervaring. Dat zal iedereen die de cd beluistert begrijpen.
De gotiek inspireert enorm. Het is een stijl van bouwwerken – we denken meteen aan kathedralen en Vlaamse Primitieven of aan onze retabels en muurschilderingen of talloze kerkjes en particuliere kastelen of huizen die ons nog resten. Maar we denken er zelden aan dat de, al dan niet Vlaamse, polyfonie en wat er net aan voorafgaat toch wel de muziek van de gotiek is. Die gotiek vind je natuurlijk in onze Lage Landen – nergens zo fijn uitgewerkt trouwens waar we meer dan trots op mogen zijn – maar ook in onder meer Italië waar Paolo da Firenze (ca. 1355-1436) zijn +- 80 jaar leven niet onbenut liet en de muziek een boeiende erfenis schonk.
Heel wat goede elementen vloeiden samen om de cd Paolo da Firenze – Amor,Tu Solo’l Sai tot een sterk product te maken. Er zijn is de dirigent en het ensemble en Amuz maar er was ook de bijstand van onder meer Bernard Mouton en Bertrand de Wouters d’Oplinter en natuurlijk ook Pavane Records / Musica Ficta om in het kerkje Saint-Remy de Franc-Waret (provincie Namen, Wallonië) in alle rust op twee dagen tijd deze middeleeuwse muziek voor u vast te pinnen zodat u uw huiskamer in gedachten kan omtoveren tot een gotische ruimte wanneer u deze cd beluistert.
U heeft al begrepen dat we deze cd goed vinden. Dat is zo, soms is de zang wel wat nasaal, maar het kan ook aan de opnametechniek liggen die me wat de uitgezuiverd overkomt (het probleem bij veel hedendaagse opnames). En ja, soms kan het voor mensen die met deze muziek minder of niet vertrouwd zijn, iets langdradig overkomen, maar weet dat dit randopmerkingen zijn voor een debuut-cd die meteen zijn plaats pal in het centrum van de ‘oude muziek’ verovert. Kopen en luisteren, dat is mijn boodschap.
Jeugdbeiaardklas Mechelen
“???”. Dat is allicht wat je denkt bij het zien van ‘Jeugdbeiaardklas Mechelen’ in een cd-rubriek. Tja, dat dacht ik ook wel toen Klassiek Centraal voorzichtig gepolst werd of er interesse was voor deze cd. Die interesse werd eerder al wel gewekt door de docente van de kinderklas, beiaard en handbellen Elena Sadina die al enkele jaren een echte ‘kinderklas’ uit de grond stampte, en dit met een groot enthousiasme en het nodige charisma, aan de vermaarde Koninklijke Beiaardschool Jef Denijn in Mechelen. Maar een cd van een kinderklas recenseren? Ja hoor, beluisteren overtuigde. Akkoord, niet alles op deze cd is even perfect. Dat kan ook niet, het gaat tenslotte om soms nog erg jonge kinderen – een bont internationaal gezelschap – die allemaal les volgen, hopend ooit beiaardier te kunnen worden. Sadina leidt de klas met gevarieerde leeftijden uitstekend goed en ze richtte met de klas zelfs een voor Vlaanderen uniek handbellenkoor, naar Engels model, op. Dat handbellenkoor is eveneens op deze cd te beluisteren. Heel fris en origineel klinkt het en er is geen foutje dat het vermelden waard is, te bespeuren. Elena Sadina bewerkte alle stukjes voor het handbellenkoor. Er zijn werkjes van Paganini, Mozart, Susato, Tchaikovsk en Piazzola en met een Russisch volkslied verraadt Sadina haar afkomst. Sergey Gratchev begeleidt het handbellenkoor op accordeon.
Enkele jongeren vallen op door al zeer mooi muzikaal en (redelijk) volwassen beiaardspel. We houden het bij drie namen die ons het meest opvallen. Timothy Couck met een preludium en fugetta van Zipoli, Nikita Gratchev met Carillon van Händel en Arsham Makarian met het o zo romantische preludium in d van Jef Denijn (de stichter van het instituut).
Zo ziet u maar dat deze debuut-cd, meteen ook het debuut op cd van al die jeugd, wel degelijk een plaats verdient in ons webmagazine. We geven geen kwaliteitsoordeel omdat dit, gezien de verschillende niveau’s van de kinderen en jongeren, niet echt kan/mag, maar neem van mij aan dat je met deze cd een vriendelijk, fijn, enthousiast klinkend schijfje muziek in huis haalt dat je niet zal vervelen.
*** ‘How pleasant ‘tis to Love!’ met Scherzi Musicali en Nicolas Achten
Of het plezant is lief te hebben met Scherzi Musicali en Nicolas Achten laat ik in het midden. Dat het ensemble en de dirigent genieten van Henry Purcell zijn muziek en die muziek ook liefhebben, dat laat geen twijfel en zo kunnen wij hen ook liefhebben.
De cd opent met Purcells befaamde Sound the trumpet! uit Come Ye Sons of Art / Birthday Ode for Queen Mary uit 1694. Zouden we uitvoeringen zoals vandaag gekend hebben, mocht de onvergetelijke Alfred Deller, dé absolute pionier van het contratenor zingen, dit prachtwerk niet op de podia gebracht hebben? Er zijn tussen de jaren ’50 vorig eeuw en vandaag talloze opnames van en deze in alle mogelijke bezettingen en tempi. Deller is traag wat destijds normaal was, Achten is snel, wat nu normaal is. De cd biedt natuurlijk meer, ondermeer zoals de titel het verraadt Ah! How pleasant ‘tis to Love! en tal van andere korte werken of delen uit werken.
In deze uitvoering hebben we vooral een boon voor het directiewerk van Nicolas Achten – wat een talent heeft hij als dirigent en instrumentalist! – (als zanger bekoort hij nog niet voldoende, de stem is niet echt die van een solobariton). Maar ook tenor Reinoud Van Mechelen (geen familie van de bas noch van de recensent) presteert op hoog niveau. Hij is een gelukkige aanwinst in het dun gezaaide veld goede tenoren. Laten we toch even de leden van Scherzi Musicali opnoemen want ze verdienen het: Lambert Colson (dwarsfluit), Laura Pok (dwarsfluit), Justin Glaie (gamba), Simon Lanné (Engelse theorbe) en Solmund Nystabank (barokgitaar).
Dankzij onder meer Outhere Music en Alpha en Flagey kwam deze opname tot stand en kan u een gevarieerd pallet Henry Purcell in huis halen. Doen, zo zeg ik maar.