Wie mij beter kent, weet dat ik een fan ben van Hervé Niquet, de flamboyante Franse dirigent van onder meer het Vlaams Radio Koor. Hij maakt het werk af waar Johan Duijck jaren geleden mee begonnen is: een koor maken van Europees niveau. Meer, het koor kan nu zonder enige moeite met koren die wereldfaam genieten wedijveren. En toch kreeg mijn fan zijn van Hervé Niquet een deuk(je)…
Wolfgang Amadeus Mozart, zijn Requiem, hét Requiem. Het is, althans volgens mij, het summum van alle ooit gecomponeerde muziekstukken en het zal nog eeuwen duren om het te evenaren, als het wel te evenaren is. Dit allerlaatste werk van het grootste muzikale genie aller tijden, moet je met een grootst mogelijke eerbied behandelen. In het raam van ‘Mechelen Hoort Stemmen’, het Festival Van Vlaanderen Mechelen, werd het drieluik ‘Requiem’ afgesloten met Mozarts orgelpunt.
Verantwoorde aanpak?
Zo herinner ik me hoe ik jaren geleden als zanger bij het koor Vivente Voce mee het werk instudeerde. Toenmalig dirigent Edmondus Saveniers sprak over dat werk en de partituur, die hij met witte handschoenen aan had mogen aanraken, op zo’n wijze dat het ontroerend was, ontroerend op een wijze die je net nog kon doen slikken om geen tranen over je wangen te laten rollen. “Het Lacrimosa is het allerlaatste dat Mozart componeerde”, hoor ik Saveniers nog zeggen en dit zodanig zacht benadrukkend, met een oneindig respect, dat je er stil van werd.
Welaan, zo moet je Mozart zijn requiem uitvoeren, zonder er iets eigen aan toe te voegen, zonder het te willen ‘interpreteren zoals toen of nu of zo het misschien ooit klonk’ enzoverder. Als je het ‘puur’ wil uitvoeren, begrijp dan Mozart, begrijp zijn lijden, zijn weerstand tegen die smerige dood die veel te vroeg kwam. Hij wist het maar al te goed. Zoveel zat nog in zijn hoofd, hij moest twee kinderen grootbrengen, een inwonende jonge student (Hummel), had een vrouw met een zwakke gezondheid. Al die dingen, het dwingende en te snel naderende afscheid aan het hem zo dierbare leven, de hoop, de vreugde, de schoonheid van de Liefde in al haar vormen waren de dingen die Mozart vanaf zijn vijf, zes jaar in muziek wilde en zou vertalen, op een wijze hem amper voor- en nagedaan.
Dit alles, de emoties in al hun mogelijke belevingen, zit verweven in hét Requiem. Het is volgens mij totaal naast de kwestie van Mozarts persoonlijkheid om te gaan puren en te zeggen dat het tempo hoger moet dan we gewend zijn, dat de betekenis van de woorden zo is dat het zus moet en Mozart het zeker anders wenste, dat het geschreven is voor een grote kerk en haar manke akoestiek. Nochtans is dat het uitgangspunt van Hervé Niquet geweest om dit Requim aan te pakken op een wijze zoals het nooit eerder gebeurde en voor mij ook nooit meer moet / mag gebeuren. De ziel van dit werk heeft hij kwaad gedaan. Nergens één moment van diepe menselijke emotie. Wel kreeg het publiek in de Mechelse Sint-Romboutskathedraal zeer mooie muziek, een sterk koorwerk dat erg fraai klonk en kracht werd bijgezet door de bijzondere opstelling van koor en orkest. Een opstelling waar ik me 100% achter schaar ook al bleef de slechte akoestiek van die kathedraal parten spelen.
Onverantwoorde aanpak?
Hervé Niquet bewees dat hij het koor en het orkest in de hand heeft. Hij heeft van het Vlaams Radio Koor een van de topkoren in de wereld gemaakt. Het is zowat het beste radiokoor in Europa (het Letse zou nog beter zijn, hoorde ik in de wandelgangen en welja, beter, toch minstens even goed). Het Brussels Philharmonic is ook een ontzettend goed draaiende en flexibele machine geworden waar je U mag tegen zeggen. Daarbij wist Niquet weer enkele solisten te selecteren die er mochten zijn al had ik meer verwacht van de bas Olivier Déjean. Positieve uitblinker was de Vlaamse tenor Reinoud Van Mechelen. Wat is die stem er nog op vooruit gegaan ! Het is de zoveelste positieve recensie die hij van Klassiek Centraal krijgt én meer dan verdiend. De sopraan Anaïs Constans en de alt Anaïk Morel kwamen ook sterk tot hun recht. Tot daar mijn tevredenheid.
In een ontzettend hoog tempo joeg Niquet zijn muzikanten door het werk. Het resultaat was dat talloze fijne details totaal de mist ingingen, de transparantie was regelmatig zoek. De akoestiek vraagt op zich al een subtiele en langzamere directie om niet teveel details in de galm te laten verdwijnen en / of zich te laten vermengen met wat volgt. Dit werk vraagt geen eigengereide persoonlijke inbreng die je dan maar ‘zo historisch mogelijk verantwoord’ noemt. Niets heeft me geraakt, de ontzettende diepgang onbrak en zelfs het Lacrimosa werd herleid tot een stuk mooie muziek zonder meer.
Het werk voorafgaand, de 38ste symfonie van Mozart, werd er ook al doorgejaagd en miste die typische Mozartiaanse kleuren. Mijn vraag is, na deze door de dirigent fout aangepakte werken en daardoor ontgoochelende uitvoering: snapt Hervé Niquet Mozart wel? Ik denk van niet. Niquet is o zo goed in de barokmuziek, in Franse romantiek is hij al even gedreven. Welaan, dat hij het Mozartpad terzijde laat en blijft daar waar hij een van de grootste uitvoerders in is. Het is niet erg dat iets je minder ligt, het is wel jammer als je het toch aanpakt en dan vele mensen met een gemengd gevoel huiswaarts stuurt.