Meer dan veertig jaar gefascineerd door Bachs Matthäus passie

Barend Schuurman

Barend Schuurman (ondermeer laureaat Gouden Label Boek 2015) raakte als dirigent van Bachs Matthäus passie meer en meer geïnteresseerd in de inhoud en achtergrond van de tekst. Voor de reeks Aspektbiografie schreef hij geen biografie over Bach, maar een boekje met tekst en uitleg over het libretto. Heel interessant.

Lutherse leer en mystiek

Barend Schuurman ontdekte blijkbaar uit de praktijk dat maar weinig zangers raad wisten met de tekst. Vaak wist men niet om wie of waarover het precies handelde, stelt hij. Barend Schuurman (°1938) verwierf bekendheid  als dirigent van Bachs cantaten en passies. Wat Bach precies voelde en dacht, zo stelt hij, is moeilijk te achterhalen, daar zijn geen bronnen voor. Maar uit zijn muziek en zijn keuze van teksten en tekstdichters, vervolgt Schuurman, mogen we afleiden dat Bach aanleunde bij de orthodoxe Lutherse leer en de mystiek. Daarom was Picander bv., die veel affiniteit had met de middeleeuwse mystiek, zijn meest geliefde dichter. Zeer juist.

Zelfbewust ambachtsman, aangetrokken tot spiritualiteit van mystiek

Na de Inleiding over bepaalde componisten in Hamburg (bv. Johann Theile en Thomas Selle die Intermedien toevoegde aan zijn Passies), die op belangrijke plaatsen van het Bijbelverhaal nl. religieuze gedichten en koralen gingen invoegen, en over de houding van de luisteraar van de 21ste eeuw t.o.v. de Matthäus passie, heeft Schuurman het in zijn Hoofdstuk I over Bach en zijn teksten. Hoofdstuk I behandelt nl. de verhouding van Bach tot zijn teksten en de enorme betekenis die ze hadden in zijn leven, zijn denken en zijn muziek.

Na de Inleiding over Bachs ambtsopvatting en zijn ideaal van een goed gefundeerde kerkmuziekpraktijk en het schetsen van de Kerkelijk-maatschappelijke context, wordt de betekenis van de teksten in Bachs cantaten en passionen ingevuld door een voorstelling van dichters op wier teksten Bach zijn cantaten en passies heeft gecomponeerd, Neumeister, Franck, Gottsched, Christiane Mariane  von Ziegler en C.F. Henrici alias Picander (ekster). Waarom de auteur het hier niet specifiek heeft over de verschillende tekstdichters van de Matthäus passie is mij een raadsel.

Het werk van  Nikolaus Decius, Johann Heermann, Paul Gerhardt, de Pruisische  hertog Albert, Sebald Heyden, Adam Reusner en Johann von Rist, dat zijn nl. die dichters, geeft immers een mooi beeld van de Lutherse en piëtistische literatuur van de Duitse 16de en 17de eeuw en van de omgang van die dichters met Bijbelteksten in de taal van Luther, het Duits. De tekstuele betekenis wordt wel verduidelijkt met voorbeelden uit Bachs werk, ‘O mensch, bewein dein Sünde Gross’, tekst van Sebald Heyden op de melodie Es sind doch selig alle van Matthias Greitter (1495-1550), en het koraal ‘Herzliebster Jesu, was hast du verbrochen’ (MP nrs.3 & 46).

Voor een eerste kennismaking met de spiritualiteit van de tekst van Bachs Matthäus passie, waartoe deze uitgave toch dient dacht ik zo,  had een toelichting tot het wereldberoemd O Haupt voll Blut und Wunden, het kerklied van Johann Crüger op tekst van de lutherse predikant en Kirchenlieddichter Paul Gerhardt, toch ook opgenomen mogen worden. Beetje jammer. Schuurman komt dan tot de conclusie dat Bach een zelfbewust ambachtsman was met een uitgesproken theocratische ambtsopvatting, die aangetrokken was tot de spiritualiteit van de mystiek en het contemplatief innerlijk.

Ontwikkeling spiritualiteit

Omdat Schuurman terecht het accent legt op de spiritualiteit van de tekst, schetst hij in Hoofdstuk II de ontwikkeling van de spiritualiteit van de 4de eeuw tot  begin 18de eeuw, van 325 (het concilie van Nicea) tot 1707 toen Bach organist was in Mühlhausen, van paus Leo en Augustinus tot het pietisme.  Het hoofdstuk Spiritualiteit-ontwikkeling tussen 390 en 1730, is onderverdeeld in Doctrina, de theologie van het kruis volgens leerstellige uitspraken, de mystieke devotie als spiritualiteit van het innerlijk in Cluny bij Bernardus van Clairvaux, Compassie, zijnde identificatie, medelijden en vereenzelviging van de gelovige met Christus bij Franciscus van Assisi en Thomas a Kempis, de geloofsverinnerlijking van Luthers passietheologie en de ontwikkeling van de Bruid-en-Bruidegom-mystiek van het piëtisme. Knap gedaan.

Kernbegrippen en structuur

In hoofdstuk III gaat het dan eerst over tekstuele kernbegrippen als lam, kruis, geduld en zonde (Schuld), hun onderlinge samenhang, Picanders vormbepalende dialoog en de spiritualiteit van de koralen, waarna Schuurman door de vijftien episoden heen waarin de passie, vanuit de vormbepalende beschouwing verdeeld wordt, de structuur aantoont. Na de Verantwoording (een soort van klein résumé), het Nawoord over Schweitzers visie op Jezus en een beperkte maar aantrekkelijke Literatuurlijst, volgt dan de integrale tekst van de Matthäus passie in het Duits en in het Nederlands. Handig, dus. Hoewel geen lijvige, geleerde studie, (daarvoor kan u terecht in Schuurmans meesterlijk  boek over Bachs cantaten), kan ik u dit boekje (eigenlijk maar 79 bladz.) van toch wel één van Nederlands grootste kenners van Bachs Kirchenmusik, warm, warm aanbevelen. Bravo. Zeker lezen.

Krijg elke donderdag een overzicht in je mailbox van alle artikelen die geplaatst zijn op Klassiek Centraal. Schrijf je snel in: