In 1616 vond de Grote Raad onderdak in het Hof van Savoye in Mechelen. Hete hangijzers als broederstrijd, botsende ideologieën en nationalisme versus Europese eenheid, en maatschappelijke evoluties als het groeiende rechtvaardigheidsgevoel bepaalden de werking van de Grote Raad. Componist Willem Ceuleers en librettist Leen Huet creëren voor de gelegenheid een muziekstuk dat met twee roemruchtige processen als uitgangspunt toont dat ethische vraagstukken van vierhonderd jaar geleden vandaag nog brandend actueel kunnen zijn.
In het civielrechtelijk proces rond Béatrix de Cusance oordeelde de Grote Raad over een weergevonden erfgenaam van een adellijke familie, dat eigenlijk het zoontje was van de Antwerpse Elisabeth Van Wetten. Het verloop toonde enerzijds aan dat een gewone volksvrouw ook kon vechten voor haar rechten, anderzijds dat de rechtsorganen – als speelbal van hebzuchtige intriganten– rechtvaardigheid lang niet konden verzekeren. Toch hield Elisabeth met haast onbegrijpelijke moed stand en na verloop van tijd kreeg ze hulp van derden. De ingewikkelde wereld van passie, liefde en haat is nog altijd iets waar het recht slechts weinig greep op heeft.
Willem Ceuleers koos voor de zeer expressieve stijl van Heinrich Schütz, die bovendien enorm veel belang hechtte aan de muzikale vertaling van de tekstinhoud.
Meer info: klik hier
- WAT: Op Recht Mechelen, Mechelen hoort stemmen
- WIE: Willem Ceuleers, Leen Huet, Utopia
- WAAR: Mechelen
- WANNEER: 5 mei 2017
- Foto: m.t.