In het raam van het loofwaardige initiatief “Podium Jonge Musici” vond op 3 december in de Muziekstudio van deSingel in Antwerpen een dubbelconcert plaats. Twee eersteprijswinnaars van het Internationaal Franz Liszt Pianoconcours te Utrecht traden aan: de Japanner Masataka Goto (prijswinnaar 2011) en de Rus Vitaly Pisarenko (prijswinnaar 2008).
Masataka Goto: te wild
Goto ving aan met een Liszt-bewerking van de Ouverture Guillame Tell van Rossini: een werk dat ons niet in vervoering kon brengen, te meer omdat er nogal wat slordigheden gebeurden. De arrangementen van bekende werken van andere componisten door Liszt getuigen over het algemeen al niet van veel muzikale diepgang, zodat uiteindelijk enkel de virtuositeit enig soelaas kan brengen. Maar zelfs dat hoorden we niet in deze uitvoering.
Daarentegen waren we heel opgetogen over de bewerking en interpretatie van Der Erlkönig (Schubert/Liszt, S558/4). Erlkönig (Elfenkoning) is oorspronkelijk een ballade van de Duitse dichter Goethe en vertelt het droevige verhaal van een vader die ’s nachts te paard naar huis rijdt met in zijn armen zijn doodzieke, stervende zoon. In Goto’s vertolking hoort men heel duidelijk het galopperen van het paard en de angst van het kind dat naar zijn vader roept om hulp. Het vormde dan ook het hoogtepunt van zijn optreden.
Widmung van Schumann/Liszt werd behoorlijk uitgevoerd maar kwam iets te wild over. Dit laatste konden we zeker zeggen over de vertolking van het werk met de lange titel “Hexaméron, Morceau de Concert, Grandes Variations de Bravoure pour Piano sur la ‘Marche des Puritains’ de Bellini” (S392). Dit werk bestaat uit zes variaties op een thema van Bellini. Liszt heeft zelf de inleiding, de finale en één variatie geschreven en heeft dan aan vijf andere componisten van zijn tijd gevraagd telkens één variatie te schrijven. Alleen de interpretatie van de variatie van Chopin kon ons enigszins bekoren door zijn lyriek maar voor het overige klonk het als één groot gehamer op het klavier. Spijtig.
Vitaly Pisarenko: Liszt op zijn best
Na de pauze was het de beurt aan pianist Vitaly Pisarenko. Hij begon met de Sonata in b (Hob. XVII/32) van Joseph Haydn. Wat een verademing! De articulatie zat goed, mooie afwisseling tussen fris en lyrisch spel, een foutloos parcours. Ook in de Sonata-fantasia “Après une lecture de Dante” van Liszt bewees Pisarenko dat hij de materie beheerste. We hoorden grote bogen, goed opgebouwde crescendi, een lichte toucher waar nodig zoals wanneer de rechterhand zacht begeleidt en de melodie in de linkerhand klinkt. Het tragere deel ontroerde echt. Dit was Liszt op zijn best.
Met “Une barque sur l’Océan” en “Alborada del Gracioso”, beide uit “Miroirs” van Maurice Ravel, bewees Pisarenko dat hij ook de impressionistische stijl meester was. Bij het eerste stuk konden we als het ware meewiegen met de golven en in het tweede werden we opgehitst door de ritmiek van het zuiderse temperament. Als laatste solowerk speelde hij op een meeslepende manier een Liszt-bewerking van de “Danse macabre” van Camille Saint-Saëns.
Het concert eindigde met een vierhandige versie van de zesde Hongaarse Rapsodie van Liszt, een spektakelstuk dat een mooie afsluiter van de avond vormde.