"Wagner hat über nichts so tief wie über der Erlösung nachgedacht" (Friedrich Nietzsche in 'Der Fall Wagner')
Ter gelegenheid van de 200ste verjaardag van Richard Wagner heeft de prestigieuze Duitse uitgeverij Piper Verlag, Martin Gregor-Dellins Wagner Biografie in paperback uitgegeven en heeft Osterwold Audio er een luisterboek versie van uitgebracht.
"Wagner hat über nichts so tief wie über der Erlösung nachgedacht" (Friedrich Nietzsche in 'Der Fall Wagner')
Ter gelegenheid van de 200ste verjaardag van Richard Wagner heeft de prestigieuze Duitse uitgeverij Piper Verlag, Martin Gregor-Dellins Wagner Biografie in paperback uitgegeven en heeft Osterwold Audio er een luisterboek versie van uitgebracht. Gregor Dellins boek wordt sinds zijn eerste publicatie in 1980 terecht nog steeds beschouwd als een standaardwerk en de uitgave in de vorm van een enigszins ingekort audio boek, maakt het lijvig boek toegankelijker voor een breed publiek. Zo wordt de drempel verlaagd om een meer dan 900 pagina’s tellend boek te gaan lezen.
Een Wagner biografie die opent met een citaat van de toch een klein beetje omstreden Franse schrijver en cineast Alain Robbe-Grillet (1922-2008) kan alleen maar bijzonder zijn. Dat is inderdaad wel het minste wat je van deze biografie kan zeggen want het boek is een monument. Het is een goeie dertig jaar oud maar is pas nu tegen een voor iedereen betaalbare prijs te koop. Niet aarzelen dus!
Martin Gregor-Dellin, eigenl. Martin Gustav Schmidt (1926-1988), geboren in het voor ons verre Naumburg aan de Saale, verzorgde in 1958 als redacteur van de “Mitteldeutsche Verlag” in Halle an der Saale, Bruno Apitz' beroemde roman "Naakt onder Wolven". Dit is het naar de keel grijpend verhaal over een driejarig kind in…het concentratiekamp van Buchenwald!
Martin Gregor-Dellin verhuisde dat jaar naar de Bondsrepubliek en woonde tot 1961 als schrijver in Bayreuth. Daar droeg hij bij aan de publicatie van de autobiografische geschriften van Richard Wagner. Dat was toen nieuw. Hij was begin jaren ’60 korte tijd lid van de Literatuur afdeling van de Hessischer Rundfunk en was van 1962 tot 1966 hoofdredacteur van de prestigieuze uitgeverij “Nymphenburg” in München. Martin Gregor-Dellin was aanvankelijk in de eerste plaats uitgever en schrijver en publiceerde in de jaren ‘50 en ’60 romans en kortverhalen in de lijn van Kafka en Thomas Mann. Zijn in 1956 nog in de DDR gepubliceerde, ophefmakende roman "Joods Largo", was trouwens één van de eerste romans van de naoorlogse Duitse literatuur, die de gruwel van de joden vervolging in het Derde Rijk als onderwerp had.
Na zijn verhuis naar het Westen verzorgde Martin Gregor-Dellin de uitgave van de dagboeken van Cosima Wagner. Vanaf dan leefde hij in dienst en in het teken van Richard Wagner en groeide hij uit tot één van de grootste Wagner kenners van de nieuwe strekking. Hij gaf ook de verzamelde werken uit van Klaus Mann en de boeken van de bij ons helaas niet zo bekende Duitse schrijver Bruno Frank (1887-1945). Lees daarom ook eens Franks “Trenck, Roman eines Günstlings” en zijn “Der Reisepaß”.
Eén van de beste en belangrijkste biografieën
Gregor-Dellins bijna duizend bladzijden tellende biografie over Wagner verscheen voor het eerst in 1980. Dat was drie jaar nadat hij samen met Dietrich Mack (°1940), (zie mijn recensie van diens boek “Wagners Frauen”), de publicatie van Cosima’s dagboeken had verzorgd. In die jaren verscheen in het Duits relatief weinig over Wagner. De Engelsen deden het toen beter. Los van de publicaties uit de laatste decennia van de 19de eeuw waren tot dan toe de standaardwerken van Ferdinand Phohl (1911), (de Hanslick van Leipzig), Paul Bekker (1924) en Hans Gál (1963) verschenen en waren de zes indrukwekkende delen van de “Wagnerforscher”, Carl Friedrich Glasenapp (1847-1915), uit 1876-1911, heruitgegeven. Het boek van Gregor-Dellin verscheen dus op een moment dat er wel eens een nieuwe Duitse Wagner biografie mocht verschijnen. Het boek vulde bijgevolg een niche en werd meteen en terecht beschouwd als een monument. Het bleek één van de beste en belangrijkste biografieën van Richard Wagner ooit geschreven. En men kon vergelijken!
Daarenboven was Gregor-Dellin aangaande Wagner, niet aan zijn proefstuk toe. Hij had reeds “Wagner und kein Ende” (1958), Das kleine Wagnerbuch (1969), „Wagner-Chronik“ (1972) en „Richard Wagner: die Revolution als Oper“ (1973) gepubliceerd. In 1963 had hij de uitgave van Wagners „Mein Leben“ verzorgd. In 1982 publiceerde hij “Richard Wagner: eine Biographie in Bildern” en Wagners “Mein Denken” en in 1983 “Erlösung dem Erlöser eine Betrachtung zu Richard Wagner”. Samen met Michael von Soden (°1946), de auteur van de onontbeerlijke “Richard Wagner, Ein Reiseführer”, publiceerde hij in maart 1985 het “Handlexikon Richard Wagner”. In 1987 verscheen zijn „Richard Wagner: Ein deutscher Musiker in Paris“ en gaf hij in het jaar van zijn overlijden nog Wagners novelle „Eine Pilgerfahrt zu Beethoven” uit.
Nu is zijn monumentale Wagner biografie verkrijgbaar als “Taschenbuch”, als paperback dus. En het kost in Duitsland nog nauwelijks € 16,99. Het boek is onderverdeeld in een “Vorspiel”, drie uitgebreide delen en een “Nachspiel”. Als Aanhangsel (bijna een boek op zich) eerst uitgebreide voetnoten (“Anmerkungen”), commentaren en documenten. Die worden gevolgd door een uitgebreide bibliografie die onderverdeeld is in “Selbstzeugnisse” (geschriften en brieven van Wagner en brieven en dagboeken van Cosima) en een alfabetisch geordende!, lijst van boeken en artikelen “Über Wagner und Seine Zeit”. Ten slotte de behoorlijk gedetailleerde chronologie (“Zeittafel”) en het indrukwekkend personenregister van een goeie twintig bladzijden!
In het “Vorspiel” beschrijft de auteur in drie hoofdstukken “Die Alpenträume von 1813”, “Große Verstörung” en “Vatersuche und Mutterbindung”, Wagners kinderjaren tussen 1813 en 1821. Alleen al zijn tekst over de Ballade “Die wandelnde Glocke” van Goethe waarmee het boek opent, is zeer treffend en beklijvend. Het eerste deel behandelt de periode 1821-1849. In negen hoofdstukken beschrijft Gregor-Dellin achtereenvolgens „Wilhelm Meisters Jugend“, „Ein Künstler erwacht im Vormärz“, „Vorspiel in unteren Rängen“, „Der Ernst des Lebens“, „Die Flucht aus Riga“, „Ein deutscher Musiker in Paris“, „Auf dem Weg zum Musikdrama“, „Dr. Richard Faust in Dresden“ en „Freiheit die ich meine“.
Het tweede deel gaat over de jaren 1849-1864. De negen hoofdstukken van dit tweede deel gaan over „Lebenskrise im Exil“, „Entstehung einer verkappten Religion“, „Wasser, Berge, Nibelungen“, „Ring-Durchblicke“, „Wisst ihr wie das wird?“, „Die Welt ist meine Vorstellung“, „Die zweite Wanderschaft“ en „Freund, wie soll das enden?“.
In het derde deel, dat de periode 1864 tot 1882 beschrijft, vertelt Gregor-Dellin, verdeeld over elf hoofdstukken, over „Eine Farce, erstklassig besetzt“, „Zwischen München und Tribschen“, „Befestigung eines Lebens im Wort“, „Machtgeschürtzte Innerlichkeit“, „Die Bayreuther Gründerjahre“, „Was einer träumt“, „Zum erstenmal Festspiele“, „Ariadne, Amfortas, die Wunde“, „Deutscher Geist und Abendland“, „Erlösung dem Erlöser“ en „Genie, Werk und Charakter“. Het “Nachspiel” behandelt ten slotte, onderverdeeld in “Abschied mit Parsifal”, “Ein Ende in Venedig” en “Totenklage”, de laatste maanden van 1882 tot die verschrikkelijke dag op 13 februari 1883, de dag van Wagners overlijden in Venetië.
De grootste kracht van deze biografie is het door intellectueel onderzoek bereikte objectief evenwicht. Het boek is evenwichtig, neutraal en objectief omdat het Wagner niet demoniseert maar hem ook niet aanbidt of verafgoodt. De auteur waardeert enerzijds uiteraard de grandioze muzikaliteit van zijn personage, weliswaar zonder te vervallen in al te veel technisch jargon (ook een plus punt), maar verbloemt ook niet bepaalde, haast wansmakelijke kanten van Wagner. Vooral dan zijn antisemitisme, hoewel dat aspect meer vanuit de 19de eeuwse geest benaderd moest en moet worden. Het eigenlijke, biografische deel begint onderaan bladzijde 14 met de intrigerende zin “Wilhelm Richard Wagner kam am 22. Mai im Judenviertel einer Französisch besetzten Stadt zur Welt”. Voilà. Gregor-Dellin beschrijft het leven van Wagner tot in de kleinste details en Wagners complex, persoonlijk leven komt in zijn boek uiteraard ook, meer dan uitvoerig aan bod.
Historische context
Wat zijn biografie ook zo uitzonderlijk maakt, en geloof mij, het is één van de beste biografieën die ik in het algemeen ooit gelezen heb, is dat Gregor-Dellin, zoals de ondertitel aangeeft, ook in detail de historische context beschrijft. Wagners tijd dus. Neem nu het revolutiejaar 1848. Hij beschrijft uitvoerig Wagners deelname en de daaropvolgende repressie. Dat is trouwens het eerste wat hij zelf ooit heeft geleerd over Richard Wagner, aangezien onze biograaf uit de DDR kwam en onze verdwaalde medemensen aldaar het accent legden en uitvergrootten op Wagner als revolutionair. Ge ziet dat van hier!
Aan het eind van het boek kent u Wagner in elk geval als een ingewikkelde, uiterst veelzijdige kunstenaar maar ook deels als antipathieke persoonlijkheid. Hoewel ik daar persoonlijk geen last van heb omdat ik te zeer leef met Wagners aanstekelijk gevoel voor humor dat terug te vinden is in zijn geschriften en vooral in zijn zelf geschreven teksten van zijn opera’s en drama’s. Vergeet niet dat Siegfried, wanneer hij de “Panzerringe” van de slapende, “gewapende man” (“in Waffen ein Mann”) met zijn zwaard doormidden snijdt en deze “in einem weichen weiblichen Gewande vor ihm liegt” en haar aantrekkelijke, vrouwelijke “Busen” verschijnt, hij “in höchste Beklemmung” om zijn moeder roept! Zo gezegd om hulp! Hij die het vrezen niet kent! Wie doet er zo iets?
Maar dat is blijkbaar alleen voor insiders toegankelijk. En het is niet omdat je een lijvige biografie schrijft dat je een insider bent. Maar zoals altijd in de evaluatie van kunst, moet men voorzichtig zijn met persoon en werk te mengen en maakt men best niet te veel het werk van de kunstenaar afhankelijk van zijn persoon. Zeker niet in het geval van Richard Wagner. De meeste genieën hadden trouwens hun mindere tot slechte kantjes en de cultuurgeschiedenis toont voldoende aan dat brave burgers zelden of nooit heldhaftige, creatieve dingen verwezenlijken. Zij verslechteren de wereld niet echt, verbeteren doen ze de wereld zeker niet, zij houden alleen maar de saaiheid van de wereld in stand omdat ze zelf zo zijn. Overigens, die aanvankelijk grappige en stuntelige situatie van Siegfried in confrontatie met die “slapende man”, mondt wel uit in haar ontwaken, waarna ze “mit feierlichen Gebärden der erhobenen Arme, ihre Rückkehr zur Wahrnehmung der Erde und des Himmels begrüßt”. Dan zingt ze met hem “Mir strahlt zur Stunde Siegfrieds Stern”, het mooiste liefdesduet aller tijden, dat eindigt met hun gezamelijke woorden “Sie (er) ist mir ewig, ist mir immer, Erb und Eigen, Ein und All! Leuchtende Liebe, lachender Tod!”. En dat is geen humor maar waarschijnlijk hét mooiste, meest verheven en ontroerendste moment uit de liefdesgeschiedenis van de muziek of uit de geschiedenis van de liefdesmuziek!
In zijn biografie heeft Gregor-Dellin heel deskundig en met heel veel aandacht voor detail, de verschillende levensfasen van Wagner beschreven. Beginnend met Wagners kindertijd tot hedendaagse, historische en politieke stromingen. Gregor-Dellin is daarbij zeer duidelijk en nadrukkelijk wanneer het gaat om het antisemitisch gedachtegoed van Wagner. Maar dit is ondertussen goed bekend en wordt tegenwoordig terecht, met almaar noodzakelijker regelmatigheid, door schrijvers in kaart gebracht. Dit gedachtegoed wordt ondertussen voldoende geconfronteerd met het fenomeen van het muzikaal en algemeen artistiek meesterwerk.
Iedereen die Wagners carrière wil begrijpen, stoot in het boek van Gregor-Dellin op gebeurtenissen die het operagenie in een opvallend licht plaatst. We leren bvb. Wagner kennen als iemand die, om zijn carrière op te bouwen, totaal afhankelijk was van anderen, maar ook als iemand die ondanks alles nooit wilde opgeven. Gregor Dellins boek blijft ook na 33 jaar, een onuitputtelijke bron van informatie voor muzikaal en historisch geïnteresseerde mensen.
We lezen over Wagner in al zijn facetten en de auteur vermijdt de donkere kant van het genie niet. We lezen over de revolutionaire Wagner die tijdens de turbulente gebeurtenissen van 1848 veel geluk heeft gehad dat hij niet in de gevangenis is beland. Ten tweede is er de playboy Wagner die financieel nergens stond en voortdurend verhuisde en moest vluchten voor zijn schuldeisers. Maar Wagner was zeker van zichzelf en had een ego dat zijn kleine gestalte van 1,66 m met een veelvoud overtrof.
Toch moet een dergelijke aard of een dergelijk karakter een genie niet bestraffen. Gregor-Dellin beschrijft een man van de 19de eeuwse muziekwereld, die een moeilijke, rotsachtige weg moest lopen maar er altijd van overtuigd was dat het precies die weg was die hij op die manier diende te volgen. Wagner was een echt genie dat besefte dat zijn werk zijn leven ging overleven en dat hij om dat doel te bereiken, hij zijn leven niet kon leiden maar moest verduren en verdragen. En anderen hem. Dit soort leven bracht hem door half Europa, van Leipzig naar Dresden en van Riga naar Parijs en Zürich. Tot hij eindelijk zijn plaats vond in Bayreuth, vandaag nog steeds het Wagner hoofdkwartier.
We ontmoeten in het boek niet alleen Wagner maar ook vele andere belangrijke geesten die met Wagner omgingen: Naast zijn "fan" van het eerste uur, Koning Ludwig II van Beieren, had hij een vriendschappelijke band met Franz Liszt en andere vooraanstaande musici van zijn tijd. Ook de filosoof Arthur Schopenhauer en Friedrich Nietzsche wijdden teksten aan zijn werken en waren in nauw contact met hem. En uiteraard komen we ook in contact met Wagners liefdesaffaires die resulteerden in de echtelijke problemen met zijn eerste vrouw Minna. Zijn tweede vrouw Cosima had op dat gebied, mede dank zij zijn toen toch al wat meer gevorderde leeftijd, meer en beter grip op hem. Ze schonk hem twee dochters en een erfgenaam Siegfried die met zijn vrouw Winifred, Bayreuth de 20ste eeuw binnen loodste.
Hörbuch
U kan de biografie ook beluisteren. De door de musicoloog Dr. Heinz-Dieter Sommer (°1956), Hoofd van de Hessische Radio, bewerkte tekst voor zo maar eventjes 45 radio-uitzendingen, is door “Osterwold audio” in co-productie met de Hessische Rundfunk als “Hörbuch” op 15 cd’s uitgegeven. De tekst wordt gelezen door de bekende Duitse acteur Ulrich Noethen. Info op www.osterwold-audio.de
Het audio boek is echt een geslaagde hommage aan de grote kunstenaar. De waardering van de lectuur door Ulrich Noethen van bijna negentien uur tekst is welverdiend, al was het maar voor het uithoudingsvermogen van de spreker. Het aantal personen is natuurlijk immens. De personages en hun relaties onder elkaar overweldigt u in die mate dat het bijna onmogelijk is om ze allemaal te onthouden, te herkennen en uit elkaar te houden. Maar het menselijk brein filtert gelukkig snel de belangrijke van de onbelangrijke waardoor al vlug onbeperkt luisterplezier ontstaat. De voordracht van acteur Ulrich Noethen neemt de luisteraar mee op reis naar Wagners eeuw. Door de vele details wordt maximale aandacht gevraagd en moet u zich als luisteraar een beetje aanpassen om geleidelijk aan te luisteren naar de vertelling van een intense reis van meer dan zeventig jaar. De lezing behandelt strikt Wagners leven, het begint met de geboorte van Wagner 200 jaar geleden in Leipzig en eindigt met zijn dood en zijn laatste woorden in Venetië bijna exact zeven decennia later.
De box met het audio boek schittert door haar presentatie. De 15 cd's zijn verdeeld over drie opvouwbare dozen gemaakt van karton en samengebracht in een slipcase en ze zijn voorzien van een boekje met een tijdslijn en verklarend commentaar van producent Heinz-Dieter Sommer. Muziekfragmenten zijn bewust weggelaten om zich volledig te kunnen richten op het opvallend en boeiend leven van Richard Wagner. Veel lees- en luisterplezier.