Onze website is vernieuwd, geef zelf je evenementen in. Heb je een fout gezien. Mail ons!

Klassiek Centraal

  • Martijn Padding Greatest Hits (So Far!)

Martijn Padding Greatest Hits (So Far!)

Dit album heeft een wel érg leuke titel meegekregen: Martijn Padding Greatest Hits (So Far!). Het Nederlandse Attacca-label, dat door Sieuwert Verster na de beëindiging van zijn loopbaan als eerst medeoprichter en daarna directeur van het Orkest van de Achttiende Eeuw met nog groter voortvarendheid wordt gevoerd, heeft niet alleen voor een boeiend programma, maar ook voor een uitstekend verzorgde toelichting van de componist zelf gezorgd. Dat kennen we van Attacca: de algehele presentatie straalt consistent klasse uit.

‘Rommelaar’
Martijn Padding (Amsterdam, 1956) studeerde compositie bij Louis Andriessen aan het Haagse conservatorium, piano bij Fania Chapiro en musicologie aan de Utrechtse universiteit. Hi jheeft samengevat wat hem muzikaal beweegt:

‘Toen ik zeventien was nam ik les bij de geweldige pianiste Fania Chapiro. Ik moest een stuk uit Bartóks Mikrokosmos instuderen, met daarin vier mollen in de linker- en vier kruizen in de rechterhand, of omgekeerd. Ik lette niet eens op de voortekens in de bladmuziek en studeerde het stuk volkomen verkeerd in. Ik vond dat het zo mooi klonk en het kostte me uiteindelijk erg veel moeite om het in zijn oorspronkelijke, juiste vorm opnieuw in te studeren. Ik begreep de muziek maar het leidde tot iets geheel nieuws.’

Een ‘rommelaar’ met noten, zo ziet hij zichzelf. Hij heeft er een eigen stijlfiguur van gemaakt: muziek van anderen, en in het bijzonder die van zeer gerespecteerde collega’s uit het verleden, te ‘verbeteren’, maar ook zijn eigen werk opnieuw, zelfs meermaals onder handen te nemen. Zo ongeremd mogelijk componeren, zo luidt zijn boodschap. Niet op een ‘economische’ manier, maar met de remmen los, want het leven is tenslotte geen generale repetitie voor een uitvoering in het hiernamaals. Gewoon componeren, wel of niet systematisch, aan de piano; en denk aan de akkoordopvolging. Dubbele maatstreep, volgende stuk.

Kopiëren? Waarom niet! In herhaling vervallen? Ook prima! Onze hersenen hebben de wonderlijke eigenschap om fouten te maken. Maar zijn eigen werk kopiëren of herhalen kan Padding niet. Ergens in het proces gaat het dan mis. De pen gaat zijn eigen weg, de noten glijden makkelijk over het papier, maar ze kunnen en zullen een geheel onverwachte wending nemen. Dan raakt Padding in onverwachte situaties. Wat hem betreft houdt dat soort van vervreemding niet op, want het is het beste dat de muziek kan overkomen. Echte vernieuwing in kunst komt voort uit het toeval, niet uit pure berekening. Ze komt onmerkbaar binnengeslopen en pas later blijkt dat die verantwoordelijk is geweest voor de uitkomst. Fouten zijn daarom niet alleen menselijk, maar voor de muziek zelfs wenselijk. Sterker nog, ze zijn absoluut essentieel!

Streven naar helderheid
Gestileerde gammelheid, zo heeft Padding zijn werk eens betiteld. In zijn composities streeft hij willens en wetens naar een soort onhandigheid die bizarre, maar tegelijkertijd ontwapenende effecten sorteert. Andere kwalificaties: speels, vernuftig, helder, burlesk; maar altijd met die spirituele inslag die direct de aandacht opeist. De helderheid in Paddings muziek levert naar zijn zeggen een parallel op met Scarlatti. Padding: ‘Het lijkt flinterdun, maar het zit zó goed in elkaar.’ Dat is wat hij in de hedendaagse muziek vaak mist: transparantie. ‘Ik wil raak schieten, in plaats van een diepe kuil graven.; Of zoals Hendrik Andriessen eens schreef: de diepte van de muziek ligt vaak aan de oppervlakte.

Creatieve honger
Het ligt voor de hand om Padding het etiket van de onvervalste postmodernist op te plakken, want hij gebruikte immers zoveel muziekstijlen uit het verleden? Het blijkt te simpel. Paddings manier van componeren heeft alles te maken met zijn creatieve honger naar het nieuwe, het onbeproefde. Dat betekent na die dubbele maatstreep letterlijk steeds weer opnieuw beginnen, daarbij niets uitsluitend. Het is die eigenlijk ongebreidelde experimenteerdrift die hem dicht bij Karlheinz Stockhausen plaatst. Geen wonder dus dat voor Padding de muziek van Stockhausen tot een van zijn belangrijkste inspiratiebronnen behoort. Over oorspronkelijkheid valt bovendien niet goed te twisten: die is er, of die is er niet.

Typisch Haags…
Het mag dan zo zijn dat Padding tijdenz zijn studie bij Louis Andriessen intensief deelgenoot werd gemaakt van de hoekige en luidruchtige stijl van de ‘Haagse School’, zelf vindt hij dat hij al vroeg de warmte van de romantiek en van de lyriek in zijn muziek toeliet. Zijn Nicht Eilen, Nicht Schleppen uit 1993 heeft volgens Padding wel dat typisch Haagse attack-achtige, maar het is wel veel toegeeflijker geschreven. Maar de lichtheid in Paddings componeren is toch een ontwikkeling van de laatste jaren. Een lichtheid die samengaat met verschuivingen binnen het tonale systeem: ‘Bij Haydn hoor je als een compositie in C-groot staat; tachtig procent van de tijd dat C-groot akkoord, twintig procent andere akkoorden. Als je daarmee gaat schuiven, krijg je een heel nieuwe, onberekenbare versie van tonaliteit.’ Misschien was Albinoni hier een meer terecht voorbeeld geweest, maar Paddings boodschap is duidelijk.

Serieus vak
De albumtitel mag dan met een stevige knipoog zijn, Padding vindt het componeren wel degelijk een serieus vak. Zo luidt ook de kop van mijn interview met hem (klik hier), alweer geruime tijd terug, in de lente van 2011. Daarin kwam ook zijn rol als docent en coördinator compositie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag aan bod (hij is er inmiddels dertig jaar aan verbonden). Ondanks de stevige bezuinigingen die in die tijd hadden plaatsgevonden vond hij het een fantastische én eervolle baan, nauw samenwerkend met niet de minsten onder het vaderlandse componistengilde, waaronder Guus Janssen, Diderik Wagenaar, Cornelis de Bondt en Calliope Tsoupaki. Onze oud-collega Louis Andriessen komt nog steeds regelmatig langs om er lezingen te geven.

Het was zijn vaste overtuiging: wie zich niet los wist te maken van zijn omgeving, niet wist vrij te vechten, niet ver kon komen. Wie dat wél kon, wist zich verzekerd van de vele mogelijkheden die het Koninklijk Conservatorium bood, een kweekvijver van jewelste, terwijl bij de meeste andere instituten de compositieafdeling er maar zo’n beetje bijhangen. Daar wordt alleen maar aan bodemvissen gedaan, met de componisten, die ‘gekken’, ergens in het sousterain.

Art of Sound
Het idee voor de drie stukken op deze cd stamt van de toenmalige directeur van het Koninklijk Conservatorium, Henk van der Meulen. Ze zijn voornamelijk uitgevoerd door topstudenten van de klassieke afdeling en opgenomen door studenten van de KC-afdeling Art of Sound (voortkomend uit de vroegere afdeling ‘Muziekregistratie’) onder leiding van Daan van Aalst. Padding: ‘Voorafgaand aan de opnames vond een langdurig repetitieproces plaats waarin de musici zich de muziek eigen maakten en er ook hun eigen draai aan gaven onder leiding van [de] dirigenten Gregory Charette en Andreas Hansson.’

Fascinerende mix
Het Ensemble Academy of the Royal Conservatoire The Hague, dat voor deze vertolkingen tekende, wordt gevormd door masterstudenten van de klassieke afdeling die zich specialiseren in de hedendaagse muziek in al haar facetten. Van Aalst: ‘Door deze drie ingrediënten (Paddings compositie-afdeling, het ensemble en Art of Sound, AvdW) bij elkaar te brengen ontstond er een mix van heel intensief werken, luisteren en leren voor alle betrokkenen. Precies het snijvlak tussen leren/studeren en een professioneel traject waarbij met grote efficiëntie en een goede voorbereiding de concerten en opnames tot stand kwamen.’

Martijn Padding

Dialoogvorm
In het cd-boekje toont Padding, de componist van het experiment, zijn voorliefde voor het componeren van concerten. Het is vooral de dialoogvorm die hem aantrekt, het als het ware met elkander communiceren maar dan met muziek, de solist die het voortouw neemt, of juist andersom. Het opent voor Padding de weg naar talloze mogelijkheden, met of zonder hindernissen en valkuilen. Waar nog bijkomt dat hij graag voor ‘underdog’-instrumenten schrijft, zoals mandoline, harmonium, contrabas, basfluit en clavichord. Het bezorgde hem de geuzentitel ‘Hoofd zielige instrumenten’.

Uitdagend
De drie werken op deze cd zijn niet toevallig gekozen: ze weerspiegelen Paddings ‘concertante’ schrijfwijze, want iedere partij is solistisch en technisch uitdagend. Niet dat dit op zichzelf zo bijzonder is, want dat fenomeen kennen we al vanaf de Barok, maar het ‘eigentijdse’ schuilt wel in het componeren ‘naar de uitvoerende(n) toe’, de nauwe samenwerking tussen Padding en de musici die hij voor ogen (en oren) heeft. Zoals Last Words voor cello en ensemble, dat het zonder de – ik citeer Padding – ‘clichématige dubbelgrepen’ in de solopartij moet stellen, zoals in een van de eerste gesprekken met Doris Hochscheid al werd besloten. In het tweede deel begeleidt Hochscheid zichzelf op een pedal Hi-hat… In het derde en tevens laatste deel wordt zowaar teruggrepen op de ‘Forlana’ uit Bachs Ouverture in C, BWV 1066. Padding: ‘Ik vind dit werk van Bach de mooiste muziek in C-groot die ik ken.’

Dromerige muziek
Een ander welsprekend voorbeeld is Slow Landscape with thunder) voor basfluit en ensemble. Padding schreef het oorspronkelijk in 2015 voor de fluitiste Marije van den Berg en Orkest de Ereprijs. De tweede versie (2016) – die op deze cd is vastgelegd – was specifiek bedoeld voor het New European Ensemble en fluitiste Felicia van den End bij de uitreiking van de aan Padding toegekende Johan Wagenaar Oeuvreprijs 2016.

Opnieuw bijzonder: Padding die Van den End vraagt om eerst iets over zichzelf te schrijven alvorens hij aan het componeren slaat. Het resultaat was een mooie tekst met poëtische karakteristieken, aldus de componist. Een aantal kernachtige zinnen en woorden daaruit ‘vertaalde’ hij in ritmes en toonhoogten, met als uitkomst een ‘consistent parcours van melodieën en directe vertalingen van de zinnen uit de tekst’. Dromerige muziek zonder grote contrasten en snelle tempi en – zeker niet des Paddings – zonder verwijzingen naar eerdere composities of andere muziek.

Herkansing
Unique Parts klinkt hier in de versie van 2016, precies tien jaar na het ontstaan van het gelijknamige, vijfdelige pianoconcert (met als uitvoerenden de pianist Gerard Bouwhuis en het Asko Ensemble) in opdracht van de ZaterdagMatinee, toen nog artistiek geleid door Jan Zekveld. Bouwhuis heeft menig werk van Padding uitgevoerd, hij kent het typische Padding-idioom als geen ander. In 2006 nog gezet voor een ongebruikelijk en (tamelijk) groot ensemble werd het na de première in het Amsterdamse Concertgebouw vrijwel nooit uitgevoerd. In 2016 volgde in zekere zin een herkansing, maar nu voor een aanmerkelijk kleiner ensemble: van de oorspronkelijke 27 naar 16 musici. Padding besloot voor de gelegenheid niet alleen te herinstrumenteren, maar ook om het stuk qua vorm geconcentreerder te maken. Padding: ‘De uitdaging was om de essentie van de oorspronkelijke compositie overeind te houden zonder er echter nieuwe noten voor te componeren.’ Daarbij ontbrak de zelfkritiek niet, zoals uit zijn toelichting blijkt: ‘De meanderende vorm van de eerste versie uit 2006 kreeg meer richting.’

Samenwerking
Ik weet het van veel musici: de samenwerking met de nog levende componist is altijd een regelrechte pre, al valt het soms niet mee (ik herinner in dit verband mijn gesprekken met Reinbert de Leeuw over zijn soms uiterst moeizaam verlopende samenwerking met Galina Oestvolskaja en György Kurtág). Maar die samenwerking brengt wel een zekere autoriteit met zich mee zoals die (hopelijk) wordt weerspiegeld in de betreffende vertolking. Dat geldt ook voor Greatest Hits, in uitvoeringen en registraties op hoog niveau waar veel voorbereidingstijd aan vooraf is gegaan. Maar het resultaat mag er dus zijn en gelden als regelrechte aanwinst in dit eigentijdse domein dat niet genoeg aandacht verdient (maar het niet echt krijgt; door allerlei oorzaken en omstandigheden die ik hier liever maar onbesproken laat, want dat zou vele pagina’s extra vergen…)

Details:

Titel:

  • Martijn Padding Greatest Hits (So Far!)

Te koop via:

Label + Cat. nummer:

  • Attaca

Lengte:

  • 53'

Opname data:

  • 2020 - 2021- 2022

Opname locatie:

  • KC, Den haag

Blijf op de hoogte

Elke donderdag sturen we een nieuwbrief met de meest recente berichten op onze website

– advertentie –

© 2024 klassiek-Centraal.be - Alle rechten voorbehouden.