Eerder kwam er met Mark Padmore een zeer mooie Britten-cd op de markt met onder andere de Holy Sonnets of John Donne en Winter Words. Op de recent verschenen cd zingt hij opnieuw twee vocaal veeleisende cycli van de Britse componist, gekoppeld aan het Dies Natalis van diens onvolprezen tijdgenoot Gerald Finzi.
**** Eerder kwam er met Mark Padmore een zeer mooie Britten-cd op de markt met onder andere de Holy Sonnets of John Donne en Winter Words (HMU 907443). Op de recent verschenen cd zingt hij opnieuw twee vocaal veeleisende cycli van Benjamin Britten, Serenade for tenor, horn and strings en Nocturne voor tenor, zeven obbligato instrumenten en strijkers. Brittens werken gaan gepaard met Dies Natalis van Gerald Finzi, de onvolprezen Britse tijdgenoot van Britten.
Ook dit keer is de stem van Mark Padmore ideaal voor dit repertoire. Ze heeft een zuivere hoge klank, die er iets etherisch aan geeft, wat perfect past bij de sfeer en de droominhoud van de werken. De hoornsolo introduceert bijtend en schril en neemt de luisteraar onmiddellijk mee in de donkere en onbehaaglijke wereld die in tekst en muziek wordt opgeroepen. In de loop van de liedcyclus keert het hoornthema herhaaldelijk terug met rijke solistische ontplooiing. Stephen Bell brengt de avondstemming mooi tot zijn recht in dialoog met de vocale partij. In Nocturne ontwikkelt Padmore een iets meer dramatische stem. Mooie lange mezza voce frasen gaan een boeiende dialoog aan met het kamerorkest dat delicaat de instrumentale partij aanpakt. Twee werken die aansporen om met uiterste concentratie te luisteren en die dankzij de intense vertolking een aparte wereld openen.
Het derde werk op de cd, Dies Natalis, schreef Gerald Finzi op teksten van een van zijn lievelingsdichters: de zeventiende-eeuwse Thomas Traherne. De muziek van Finzi leunt nog sterk aan bij de romantische harmonie, en de lyriek is lieflijker met pastorale trekjes die zo typisch zijn voor de Britse liedkunst. Zijn muziek is minder bitsig dan de “modernere” taal van Britten. Dies Natalis is een soort meditatie over het leven, via een kind dat met verwondering in de wereld staat. Finzi vindt perfecte klanken bij de poëzie en Padmore’s stem past met bewonderenswaardige flexibiliteit bij de lange melodische lijnen.
De opname brengt uiteraard de cd in herinnering die Ian Bostridge van de Serenade maakte met Simon Rattle (EMI 7243 5 58049 2 1). De stem van Bostridge is hoe dan ook uniek, en zijn interpretatie van deze Brittenliederen door de ijle klank van zijn timbre nog onwereldser. Deze nieuwe opname benadert ze in elk geval heel dicht, en de technisch presente klank haalt de bovenhand op die van Bostridge uit 2005. Ik denk dat voorkeur voor de ene of andere opname een kwestie van persoonlijke smaak is en dat men de keuze moet maken voor een volledige Britten-cd of liever een combinatie Britten-Finzi. In elk geval voelt Padmore zich helemaal thuis in het repertoire en de Britten Sinfonia speelt in totale harmonie met hem.