De Opéra Royal de Wallonie herneemt Maria Stuarda in de eenvoudige, maar zinvolle regie van Francesco Esposito, zoals deze in 2008 met Patrizia Ciofi in creatie ging. De cast is volledig nieuw en dirigent Aldo Sisillo treedt voor het eerst aan in Luik.
De Opéra Royal de Wallonie herneemt Maria Stuarda in de eenvoudige, maar zinvolle regie van Francesco Esposito, zoals deze in 2008 met Patrizia Ciofi in creatie ging. De cast is volledig nieuw en dirigent Aldo Sisillo treedt voor het eerst aan in Luik.
Het verhaal is vrij rechtlijnig en makkelijk samen te vatten: koningin Elisabeth overweegt een huwelijk uit politieke motieven met de koning van Frankrijk, maar is eigenlijk verliefd op Graaf Leicester. Die is op zijn beurt verliefd op de gevangen gehouden Maria Stuarda, koningin van Schotland. De graaf kan Elisabetta overtuigen om Maria te ontmoeten. Tijdens die confrontatie komt het tot felle beledigingen tussen beide dames en Elisabetta veroordeelt Maria ter dood. Ze verplicht Leicester de executie bij te wonen. Maria biecht bij Graaf Talbot en neemt afscheid van haar volgelingen. Ze bevestigt een laatste keer haar onschuld en bestijgt dan het schavot.
Weinig beklijvende confrontaties
Het decor is gepast somber: een muur met grote grijze steenblokken aan de ene kant en een grote traliepoort aan de andere geeft de mogelijkheid om soepel van locatie te wisselen, van het paleis van Elisabetta naar de gevangenis van Maria Stuarda. Enkele accessoires volstaan om het decor aan te passen, zoals een weelderig zijden gordijn en een wisselende achterwand. Het koor kan er efficiënt in geplaatst worden en vooral de protagonisten staan telkens centraal. De hele opera draait tenslotte om een aantal cruciale confrontaties tussen hen: tussen Leicester die bij Elisabetta pleit voor Maria terwijl Elisabetta hem van haar liefde probeert te overtuigen, tussen Elisabetta en Maria Stuarda, wat uitdraait op een scheldduet, tussen Maria en haar minnaar Leicester, tussen Maria en haar vertrouweling Talbot. Donizetti slaagt erin elk personage zijn eigen muzikale karakter te geven. De zangers in de ORW slagen erin hun personage correct te typeren, maar niet om zich zodanig in te leven dat we als publiek meegesleept worden in de tragiek. Zelfs het spannende (en historisch fictieve) duet tussen Elisabetta en Maria glijdt wat van ons af. Jammer.
De vocale prestatie van de jonge Belgische sopraan Martine Reyners is zeer verdienstelijk. Al zit de rol nog niet helemaal in haar vel, je voelt dat ze zich verdiept heeft in de figuur van de onrechtmatig beschuldigde en terechtgestelde koningin. Ze heeft de ruime tessituur nodig voor de partij en vooral in het slotbedrijf bereikt ze een tragische grandeur. Het is wel jammer dat ze geregeld een te sterk vibrato op de stem heeft. Elisa Barbero zingt met heldere en vaste stem de onsympathieke rol van Elisabetta. Tenor Pietro Picone had een wat te omfloerste stem voor zijn empathische rol van Roberto Leicester. De vertrouweling Talbot werd zeer mooi ingevuld door de Belgische bas Roger Joakim. Ook het koor verdient een pluim. Vooral in het slotbedrijf, net voor de executie van Maria, zorgde het voor een bangelijke sfeer. Het orkest miste daarentegen alle nuance. Het speelde routineus door, zonder verfijning en zonder rekening te houden met de teneur van treurnis, angst en spanning. Dirigent Aldo Sisillo schoot eenvoudigweg tekort. Zo verlaten we toch met enige ontgoocheling de zaal.