Nominatie Gouden Label – Op méér dan een vlak was dit een memorabele avond. In de eerste plaats stonden we anderhalf uur in de file – voor pakweg dertig kilometer – om nog net op tijd in deSingel te arriveren, veel te snel een boterham te verorberen en plaats te nemen in een voor amper drie vierde gevulde halve Blauwe Zaal. En de afwezigen hadden, zoals vaak, groot ongelijk.
Nominatie Gouden Label – Op méér dan een vlak was dit een memorabele avond. In de eerste plaats stonden we anderhalf uur in de file – voor pakweg dertig kilometer – om nog net op tijd in deSingel te arriveren, veel te snel een boterham te verorberen en plaats te nemen in een voor amper drie vierde gevulde halve Blauwe Zaal. En de afwezigen hadden, zoals vaak, groot ongelijk.
Carte Blanche
Dit seizoen krijgt pianist Marc-André Hamelin “carte blanche” in deSingel. Een soort “artist in residence” zo u wil. Hij treedt een keer of vier op – als solist met orkest, in kamermuziekverband of zoals vanavond in een solorecital.
Deze vlotte vijftiger (geboren in Montréal in 1961) bouwt aan een carrière als pianist en componist. Zijn toewijding gaat vooral naar – vaak ten onrechte – minder bekende componisten uit de 19de en de 20ste eeuw (Godowsky, Ornstein, Roslawetz, Alkan, Dukas, Medtner…). Maar hij heeft ook roemrijke namen als Albéniz, Brahms, Busoni, Chopin, Haydn, Liszt, Reger, Sjostakovitsj, Skrjabin, Villa-Lobos… op zijn palmares. Het regent dan ook prijzen – echt te veel om op te sommen…
In een interview met Chloë Herteleer verklaart hij doodgemoedereerd: “Ik heb een hekel aan het woord supervirtuoos”. Best begrijpelijk is dat, omdat vaak met virtuoos, en met supervirtuoos al helemaal, gerefereerd wordt aan iemand die technisch zo “volmaakt” is dat hij of zij gewoon “alles” kan spelen (inbegrepen aan snelheden die elke fantasie tarten). Maar dit zijn in mijn ogen niet noodzakelijk dé grote muzikanten. Even terloops: de techniek verbetert allicht nog in de loop der jaren – dat horen we bijvoorbeeld tijdens wedstrijden – maar de muzikaliteit, vind ik, heeft een bepaalde grens bereikt en – jawel – is soms ver te zoeken of, nog erger, gaat erop achteruit.
Hamelin is in de eerste plaats een… supermuzikant. En met die term zal hij allicht wel tevreden zijn.
Creatieve vonk
Als kind kon Hamelin grasduinen in de kasten vol partituren (Liszt en Chopin) van zijn vader en noten op papier krabbelen zat er van kindsbeen af wel in. “Natuurlijk stelde dat niet veel voor”, weet hij. “Maar de creatieve vonk was er altijd.” Niet verwonderlijk dus dat we vanavond ook muziek van zijn hand te horen krijgen, zelfs nog eer hij op het podium verschijnt: met zijn Ringtone Waltz namelijk worden de aanwezigen verzocht hun gsm uit te schakelen. En het werkt. Nota bene: vanavond niet één gsm gehoord en niet één storende kuch.
Het programma is stevig. Eerst de Belgische première van Hamelins Barcarolle. Geen enkele link met de barcarolle van Alkan (te horen na de pauze) of die van Chopin, maar een opdracht van het Klavierfestival Ruhr, waarvoor Hamelin eveneens carte blanche kreeg. Het is een vrijwel compleet atonaal en donker stuk geworden, anders dan oorspronkelijk bedoeld.
Zware brok
De Pianosonate in e, opus 25 nr. 2 van Nikolaj Medtner (1880-1951) kreeg de bijnaam Nachtwind. Ze begint met een intrigerend andante en eindig met een stormachtig presto. In zijn geheel pakweg vijftig pagina’s ingewikkelde, moeilijke muziek… die Hamelin “voor het gemak” helemaal uit het hoofd leerde. Ook dit dwingt bewondering af. Zijn handen zweven als het ware over het klavier maar dit is slechts een impressie. Met verbazingwekkende trefzekerheid komen de diepste klanken uit de Steinway tevoorschijn, afwisselend bijna ademloos stil en overdonderend fortissimo. Hamelin: “Medtner is een ondergewaardeerde componist. Zijn sonate Nachtwind is het werk van een groot vakman, zowel compositorisch als op pianistiek vlak. Het barst van ideeën en thema’s en ik heb me er dan ook op toegelegd om dit volledig te memoriseren. Mijn liefde voor deze muziek heeft me daarbij geholpen.”
Wonderkind
Niet elk wonderkind is een Wolfgang Amadeus maar Charles-Valentin Alkan (1813-1888) studeerde als zesjarige al aan het Conservatorium van Parijs. Nochtans valt over hem weinig te vertellen, tenzij dat hij – na zijn concertcarrière als kind – vrij eenzaam leefde en zich wijdde aan een toch wel indrukwekkend oeuvre en aan het bestuderen van de heilige boeken van het jodendom en het christendom… “Ook Alkan heb ik leren kennen dankzij mijn vader… zo ongeveer tegelijk met Liszt en Chopin. Alkan is veel belangrijker dan wordt aangenomen. Maar nog voor zijn veertigste werd hij mensenschuw en trok zich terug. Zijn muziek werd dan wel uitgevoerd maar niemand, ook hij niet, zorgde ervoor dat die meer bekendheid zou verwerven. Busoni vond hem interessant en ook Claudio Arrau… maar laatstgenoemde heeft nooit iets van Alkan opgenomen.”
Twee stukjes krijgen we te horen. De bijzonder liefelijke Barcarolle in g, opus 65 nr. 6, met hier en daar toch een beetje herkenbare melodieën, die Hamelin als een soort Spielerei of als talrijke bloemen over onze hoofden heen strooit. En het ‘verraderlijk eenvoudige’ Aime-moi, opus 15 nr. 1 waarin Hamelin rubato’s aandurft die een aandachtige luisteraar als het ware op een verkeerd been zetten. Het geheel gaat naar onze smaak iets te snel, maar komt feilloos op zijn pootjes terecht.
Et pour conclure…
Nu we toch in la douce France vertoeven, lijkt een monument van pianomuziek uit dit land bijna onafwendbaar. Claude Debussy (1862-1918) is een onvervalste negentiende-eeuwer die dit ‘karakter’ tot aan het einde van WO I, met andere woorden tot aan zijn dood, volhield. En passant: in tegenstelling tot Medtner, die de hele eerste helft van de twintigste eeuw, inclusief twee wereldoorlogen, nog zou meemaken.
Van Debussy staat eerst boek 1 uit Images op het programma. Drie titels: Reflets dans l’eau, Hommage à Rameau en Mouvement. Om af te ronden L’Isle joyeuse. Voor wie wil meeluisteren is (voor een keer) precies dezelfde pianist met hetzelfde brokje vrolijkheid te beluisteren op YouTube (CBS Music). Zo krijgt u een idee van de sfeer die Hamelin weet te creëren, maar mist u natuurlijk de ‘waarheid’ van de klank en de elektriciteit van die avond in deSingel.
Het is nu eenmaal de geplogenheid dat een solist – ook al heeft hij of zij zich de hele avond de ziel uit het lijf gespeeld – nog een extra staaltje van zijn of haar kunnen geeft, al was het maar om het publiek te danken voor een hartelijk applaus of het zeer aandachtig luisteren een hele avond lang. Want nogmaals: er was niet één storend geluid te horen (noch van smart- en andere phones, noch van hoesten of kuchen of ongeduldig schuifelen op een stoel). De Nocturne in Des opus 27 nr. 2 van Frédéric Chopin. Tot de allerlaatste seconde weet Hamelin kippenvel af te “dwingen”, hoewel dwingen hier niet het juiste woord is. Subliem. Eén van de allerbeste uitvoeringen (naast die van Valentina Lisitsa).
Ik kan me moeilijk voorstellen dat iemand nóg beter piano zou kunnen spelen dan Hamelin. Anders allicht en in een ander repertoire… maar niet beter. Ook collega Thomas Boodts vond dit een memorabele avond. Een Gouden Label met speciale melding van de recensent!