Der Gottebeweis, Mahlers eerste symfonie. Zijn „brennende Anklage an den Schöpfer“, zijn „Lied vom Jammer der Welt“.
Mahlers muziek is niet in woorden te vatten. De emoties die zijn muziek oproept ook niet, en een uitvoering door Myung-Wun Chung en het Filharmonisch Orkest van Seoel nog veel minder. Stop, laat alles liggen en reis mee naar Mahlers nieuwe Beloofde Land, het Verre oosten, dat muzikaal almaar dichterbij komt, en waar hij voor lange, lange tijd vredig zal gedijen. Geloof mij.
Der Gottebeweis, Mahlers eerste symfonie. Zijn „brennende Anklage an den Schöpfer“, zijn „Lied vom Jammer der Welt“.
Mahlers muziek is niet in woorden te vatten. De emoties die zijn muziek oproept ook niet, en een uitvoering door Myung-Wun Chung en het Filharmonisch Orkest van Seoel nog veel minder. Stop, laat alles liggen en reis mee naar Mahlers nieuwe Beloofde Land, het Verre oosten, dat muzikaal almaar dichterbij komt, en waar hij voor lange, lange tijd vredig zal gedijen. Geloof mij.
Het moet nog al een ervaring zijn voor Myung-Whun (° 1953), om het orkest te dirigeren waarmee hij als 7-jarige pianist reeds concerteerde. Want, dit is het geval met het Filharmonisch Orkest van Seoel. Dit Koreaans Orkest werd opgericht in 1948 en kwam o.l.v. Seong-Tae Kim. De prille ontwikkeling van dit nieuw orkest werd enigszins geboycot door de Koreaanse Oorlog (1950-1953), maar het orkest speelde verder, weliswaar onder de naam Naval Symphony Orchestra. Musici als Kyung-Sook Lee, Kun-Woo Paik, Kyung-Wha Chung, Myung-Wha Chung, jawel, zusters van Myung-Whun, Dong-Suk Kang and Myung-Whun Chung zelf, kregen de kansen van hun leven. Myung-Whun ging vervolgens naar de States en werd er assistent van Carlo Maria Giulini! Sindsdien dirigeerde Myung-Whun de beste orkesten ter wereld, werd in Parijs een operaspecialist en kreeg het met Michael Fine, voor mekaar een contract af te sluiten met DGG om 10 cd’s op te nemen. Een primeur voor een Aziatisch Orkest. Michael Fine, een top classical recording producer en Senior Advisor, Artistic Planning, verhuisde van Rotterdam naar Seoel, en werd in 1992, GRAMMY Award winning Classical Producer of the Year. Toch even stil staan bij het feit dat in Zuid-Korea met zijn 50 miljoen inwoners, de meeste cd’s met klassieke muziek verkocht worden (17% van de totale wereldmarkt), en dat de kopers er jonge tot heel jonge mensen zijn. In verhouding of in vergelijking, in Europa is er, met uitzondering van wat barokmuziek, nog nauwelijks verkoop. Eén van die 10 cd’s is de opname van Mahlers “Titan”, zijn eerste symfonie, een meesterwerk van jewelste, dat de beste uitvoerders vraagt. Dit is hier meer dan het geval. Stel je een orkest voor dat bestaat uit enthousiaste, begeesterde jongeren die hartstochtelijk houden van hun instrument en letterlijk, spelenderwijs, uiting geven aan de gevoelens die hun ontdekking van de grote meesterwerken van de klassieke muziek, bij hen teweeg brengt. Dit is wat je beluistert op deze cd, nog los van de dirigeerkunst van onze Koreaanse dirigent. Dit jongerenorkest als ik het zo mag noemen, speelt fantastisch. Je kan je als “Europeaan” of misschien beter, als niet-Koreaan, afvragen, wat die (jonge) mensen verstaan onder de oer-Duitse tempo- en karakteraanduidingen van onze grote, hamerende, Hebreeuwse, muzikale profeet uit Wenen, die de boodschap en de kracht van Elias en Jesaja samen, in zijn muziek en persoon verenigde. Langsam, Schleppend, Kraftig Bewegt, Doch Nicht Zu Schnell, Feierlich Und Gemessen, Ohne Zu Schleppen, Stürmisch Bewegt…of "Frühling und kein Ende" "Mit vollen Segeln" "Gestrandet – Des Jägers Leichenbegängnis" of "Dall'Inferno al Paradiso"…
Hoe begrijpen zij de razernij, het leed, de pijn, de uitgelatenheid, de generositeit en de tedere liefkozingen, kortom de felste, emotionele uitersten, van de Mozes van de muziek? Wel, luister naar hun cd. Bvb. naar de bronstige, Duistjoodse, nu Koreaanse hoorns, in de finale van de eerste beweging. Overweldigend goed gespeeld en daarenboven, zeer goed opgenomen. Ook voor de triangel alleen al zou je luisteren. Daarnaast klinkt de stampvoetende, uitgelaten Oostenrijkse boerendans in de tweede beweging, meer, veel meer uitgelaten dan Mahler ooit heeft kunnen of mogen zijn. Mahlers muziek bij, en verklanking van “klezmerartige Szenen” in zijn derde beweging, klinkt triviaal tot vulgair en knotsgek zoals het hoort. De „Lindenbaum“-Passage uit zijn Lied “Die zwei blauen Augen” uit zijn cyclus “Lieder eines fahrenden Gesellen” uit 1883-1885, in diezelfde beweging, aangekondigd door de harptonen die nog zouden terugkeren in het adagietto van zijn vijfde, klinkt dan weer zo innemend, zo teder en zo ontroerend dat je je afvraagt of Mahlers uitspraak “Mijn tijd zal komen” nu voor immer en altijd bewaarheid is. Alleen kon Gustav niet weten neem ik aan, dat het aan de andere kant van de wereld zou gebeuren. Speelt geen rol, dit is geschiedenis, belangrijkste is dàt het gebeurt!
Lenny (Bernstein) heeft het ooit nog tegengesproken door te stellen “Zijn tijd had moeten komen”. Na de kampen, meer, meer dan begrijpelijk Lenny. Helaas kan jij de fase van de vervollediging, d.i. de vervolmaking in de tijd, die we vandaag beleven van Mahlers boodschap, niet meer meemaken. De uitvoering van de finale beweging is niet (meer) menselijk. Dit is de verklanking en het sonoor bewijs van die ene onzichtbare, onvoorstelbare en alomtegenwoordige scheppingskracht, die altijd maar weer deelbare, maar tegelijk nimmer ophoudende vergroting, van die ene oerkracht, die ooit de aanzet was om het scheppingsproces op gang te brengen in dimensies en proporties die het menselijk bevattingsvermogen te boven gaan, maar die in het brein van het scheppend genie aanschouwelijk en uitvoerbaar wordt gemaakt. Ga naar 4’04” van de finale, luister, denk niet na, sluit de ogen en vergeet, vergeet alles, maar dan ook alles. Geniet van Mahlers “Naturlauten”, geniet van de “plötzliche Ausbruch der Verzweiflung eines im Tiefsten verwundeten Herzens“, en van de inleiding tot de eerste beweging die „das Erwachen der Natur am frühesten Morgen schildert“, en geniet van de Todtenmarsch in „Callots Manier“ (de Bruder Martin-Canon van de Feierliche und gemessene derde beweging). De symfonie was oorspronkelijk gedacht als symfonisch gedicht, (Symphonische Dichtung in zwei Teilen, Aus den Tagen der Jugend en Commedia humana, later Titan, eine Tondichtung in Symphonieform), vandaar de zeer literaire, programmatische inhoud. De symfonie was de verklanking van de roman „Titan“ uit 1803 van Jean Paul (Richter) (1763-1825), waarin zoals Jean Paul het zelf stelde, „jeder Himmelsstürmer seine Hölle finde”. Een roman over de „idealistische Philosophie“ van Fichte, het “ästhetizistische l'art pour l'art“, „Ideal und Wirklichkeit“, „hochfliegenden Ambitionen und desillusionierender Erfahrungen“, „Kälte und politische Berechnung“, “schwärmerische Religiosität” (Pietismus, Herrnhuter Brüdergemeine), en de “vermeintlich ungebührliche Hybris emanzipierter Frauen”. Weet overigens dat de held in de roman Gustav heet. Zeker lezen. Het telt maar 4 delen, 195 hoofdstukken en 900 bladzijden.
Na verschillende herwerkingen beleefde de symfonie zoals we die vandaag kennen haar première in Berlijn in 1896, na de première het jaar daarvoor, eveneens in Berlijn van zijn tweede symfonie “Auferstehung”. Deze cd is een godsgeschenk. Ze doet me denken aan de cd van het Jeugdorkest van Venezuela (Mahlers vijfde door het Orquesta Sinfónica Simón Bolívar van Venezuela o.l.v. Gustavo Dudamel (°1981), eveneens op DGG, 2009), of de uitvoering destijds, ik meen mij te herinneren rond 1980, die ik gelukkig live meemaakte, van diezelfde vijfde, door het toenmalig Europees Jeugdorkest (European Union Youth Orchestra (EUYO)) o.l.v. Claudio Abbado, helaas nooit uitgebracht op cd. Transcendente ervaringen waarbij Kants Transzendentalphilosophie, transzendentale Elementarlehre, transzendentale Ästhetik en Transzendentale Methodenlehre, jeugdliteratuur lijkt. En als je dan de ene niet te beschrijven verwondering na de andere hebt ervaren, blijkt na de laatste twee noten, dat het… een live-opname betreft!, opgenomen op 3 november 2010, in de concertzaal (2600 zitplaatsen) van het indrukwekkende Seoul Arts Center.
Meteen aankopen en meteen beluisteren. Met Beethovens op. 132 in gedachten, een „Dankgesang an die Gottheit, een Dankgesang als Beweis für die Existenz Gottes, überirdische Schönheit“. Ewig, Ewig.