In het raam van het festival Amazing Haydn dat dit jaar onder het thema ‘Fascination Beethoven’ plaatsvindt in Mechelen, was het zondag 25 oktober luisteren naar trio’s voor piano, dwarsfluit en cello in het mooie kader van de barokke kerk Onze Lieve Vrouw van Leliëndaal.
Voor de uitvoering van werken van Haydn, Van Beethoven, Ries, Reinecke en von Weber tekenden fluitiste Tatjana Ruhland, pianist Eckart Heiligers en cellis Wen-Sinn Yang. Deze laatste begreep niet dat het land dat aan de basis staat van de klassiek muziek van overheidswege zo weinig doet voor deze muziek. Kunnen we de man ongelijk geven?
Lieve Haydn, shockerende Beethoven en fijne Ries
Joseph Haydn (1732-1809) componeerde een aantal afwisselende, intelligent geschreven trio’s voor piano, fluit en cello. Een ervan stond op het programma van wat op alle vlakken een aangename namiddag zou worden. De piano heeft het leeuwenaandeel te vertolken en de fluit mag de melodie versterken en accentueren. De cello ondersteunt het geheel als een veredelde basso continuo. Haydn is en blijft Haydn, niet iedereen kan deze muziek zomaar spelen. Je moet bij de betere gevormde en ervaren musici zijn om het vlot aan te kunnen. Die vlotheid was er bij dit gelegenheidstrio dat misschien wel een echt trio vormt na deze concertervaring. Het zou mogen.
Met de cello sonate nr. 4 van Ludwig Van Beethoven (1770-1827) kregen we een heel ander werk. Zwaarmoedig, tot tranen verwekkend is deze sonate en het viel op hoe ver de cellist in de partituur, of mag ik zeggen in Beethoven zelf drong. Deze uitvoering dwong niet alleen respect af, ze maakte het ook opvallend stil in de zaal. Wen-Sinn Yang die het werk inleidde in vloeiend Duits, overtuigde over heel de lijn bijzonder sterk. Ik mag hopen hem opnieuw te mogen aanhoren. Na de zwaarmoedige Beethoven was het lichtere werkje van Ferdinand Ries (1784-1838) een bijna noodzakelijke verluchter van de weemoedige sfeer die Beethoven naliet. Het trio kon dit werk vrij interpreteren en musiceerde er vrolijk op los. Heerlijk.
Dromerige Reinecke en imposante von Weber
Na de pauze soleerde Tatjana Ruhland begeleid door de piano met een de sonate Undine van Carl Reinecke (1824-1910). Haalde Debussy een deel van zijn mosterd bij Reinecke? Ik kon me niet van die indruk ontdoen. Het werk zelf paste minder in het programma omdat het de romantiek al zo goed als verlaten heeft en hooguit een klassieke sonate qua vorm kan genoemd worden. De musici speelden zuiver, maar het werk bekoorde me niet. Het zij zo. Daarentegen werd ik volledig ingepalmd door het trio voor fluit, cello en piano van Carl Maria von Weber (1786-1826). De neef van Mozarts echtgenote schreef hier een trio in sonatevorm dat meer weg heeft van een symfonische ouverture. Wat een energie en brede uitstraling heeft dit werk. Weber, nog student geweest van Michaël Haydn (Josephs broer) legt een enorme expressiviteit in dit magistraal trio dat al even magistraal werd uitgevoerd. Nagenieten deed ik niet alleen op een receptie met zeer verzorgde lekkere hapjes, maar ook bij het schrijven van deze recensie. Zeker weten.