Madama Butterfly in Teatro Alla Scala di Milano

Als openingsproductie van het seizoen (dat altijd officieel start op 7 December, de feestdag van Sant’ Ambrogio)  presenteerde de Scala van Milaan Madama Butterfly van Puccini. Het is immers de wens van muziekdirecteur Riccardo Chailly om de Puccini-opera’s aan een kritische lezing te onderwerpen en mogelijke versies te evalueren.

Na “Turandot” en “La fanciulla del West” kwam dus nu “Madama Butterfly” aan de beurt – sedert 2007 niet meer op de affiche van de Scala – en wel in de eerste versie van de opera die op 17 februari 1904 in de Scala in première ging en …een fiasco werd. Daarop herwerkte de componist de partituur, kortte het eerste bedrijf in, splitste het tweede in twee en voegde een aria voor de tenor toe Addio fiorito asil. In die versie werd de opera op 28 mei 1904 in Brescia opnieuw gepresenteerd en …met succes bekroond. Het is die tweede versie die nu algemeen opgevoerd wordt waarbij men echter meestal opnieuw de twee losse delen van het tweede bedrijf samenvoegt.

De Vlaamse Opera liet ons in het seizoen 1995-96 in zijn Puccini-cyclus – in regie van Robert Carsen en gedirigeerd door Silvio Varviso – met de eerste versie kennis maken die beslist niet te verwaarlozen is. Maar het slachtoffer is, bij manier van spreken, de tenor die geen eigen aria heeft terwijl zijn personage, Pinkerton, nog een grotere schoft is dan in de Brescia-versie.

Puccini’s rijke, warmbloedige melodieën, muziekdramatische opbouw en subtiele tonen lagen in veilige handen bij Riccardo Chailly die het uitstekende Scala-orkest deed zinderen en kleuren, nooit larmoyant werd maar zuivere ontroering liet opwellen. Hij was een aandachtige begeleider van de zangers en wist de nuances van tekst en partituur mooi aan te brengen en te ondersteunen. Maar hij waakt niet alleen over de muziek. Zo liet hij vorig seizoen een regisseur vervangen voor “La fanciulla del West “ omdat die een te veel eigengereide interpretatie van het werk wou brengen.

De Letse regisseur Alvis Hermanis (die in de Munt Janaceks Jenufa ensceneerde) presenteerde een  traditionele enscenering die het libretto respecteerde maar waarop hij  toch zijn typisch eigen stempel drukte. Het basisdecor, ontworpen door Hermanis en Leila Fteita, bestaat uit een reeks  verschuifbare shosi-panelen die het huisje van Butterfly vormen. Dat is ingesloten in grotere panelen die ofwel extra speelvlakken onthullen of waarop allerlei (mooie) projecties  verschijnen die de handeling illustreren, zowel bv. de baai en haven van Nagasaki of een reeks bloemenmotieven,  sfeervol belicht door Gleb Filshtinsky. Dit alles is meestal heel mooi maar soms een beetje te opdringerig en te veel. Zoals hij ook bv. in de Brusselse Jenufa deed schakelt Hermanis een reeks danseressen in die de handeling omlijsten of  atmosfeer oproepen. Alleen bij de zelfmoord van Butterfly betreden ze ook het eigenlijke speelvlak als een soort geesten die Butterfly’ s rituele handeling  begeleiden.

Hermanis opteerde er ook voor Butterfly’s volledige overgave aan haar Amerikaanse man te benadrukken door haar westerse interieurinrichting en kledij. De kostuums ontworpen door Kristine Jurjane en vooral de Japanse kimono’s waren weelderig en mooi.  Binnen dit kleurrijke, dikwijls oogstrelende kader bouwde Hermanis een verantwoorde personenregie uit waarin de een zich al vlotter bewoog dan de andere. Als Cio-Cio-San zag en hoorde ik niet (de verkouden) Maria José Siri die de première zong maar een mij onbekende maar voortreffelijke Armeense sopraan Liana Aleksanyan die een heel overtuigende en ontroerende Butterfly neerzette. De stem is rijk van timbre en homogeen in alle registers en de vertolkster kan ontroeren. Annalisa Stroppa was haar trouwe Suzuki met slanke, expressieve  mezzo-sopraan.

Bryan Hymel gaf Pinkerton een stevige tenor met moeiteloze topnoten maar mist enigszins soepelheid en charme. Niets dan lof daarentegen voor de warmmenselijke en warm klinkende Sharpless van Carlos Alvarez. De Goro van Carlo Bosi kon vlotter en snediger en de Bonzo van Arramo Rosalen  miste vocale kracht. Costantino Finucci was een eerder onbeduidende Yamadori maar Leonardo Galeazzi een goed klinkende Yakuside. De Scala-koren deden het prima.


WAT: Scala van Milaan, Madama Butterfly                                                                                                   WIE: Silvio Varviso, Liana Aleksanyan, Leonardo Galeazzi, Carlos Alvarez, Carlo Bosi, Bryan Hymel, Annalisa Stroppa, Maria José Siri                                                                                                                 WAAR & WANNEER: Milaan, 16 december 2016c                                                                                           Foto’s: © Teatro Alla Scala di Milano

Krijg elke donderdag een overzicht in je mailbox van alle artikelen die geplaatst zijn op Klassiek Centraal. Schrijf je snel in:

Welcome Back!

Login to your account below

Retrieve your password

Please enter your username or email address to reset your password.

Add New Playlist