In 2010 werd het initiatief genomen om een nieuw orkest en koor in het leven te roepen in Antwerpen, stad die zich graag ‘De Metropool’ noemt. De nieuwe naam lag voor de hand: Metropolis Orkest & Koor. Jaak Gregoor leidt sindsdien het ensemble dat veel aandacht heeft voor componisten van bij ons. Het jongste project ‘Maçonnieke Cantates’ leerde ons meer kennen van Karel Lodewijk Hanssens.
In 2010 werd het initiatief genomen om een nieuw orkest en koor in het leven te roepen in Antwerpen, stad die zich graag ‘De Metropool’ noemt. De nieuwe naam lag voor de hand: Metropolis Orkest & Koor. Jaak Gregoor leidt sindsdien het ensemble dat veel aandacht heeft voor componisten van bij ons. Het jongste project ‘Maçonnieke Cantates’ leerde ons meer kennen van Karel Lodewijk Hanssens.
Velen zullen zich afvragen: “Wie? Karel Lodewijk Hanssens? Die kennen we niet”. En dat klopt. Vandaag de dag kennen alleen muziekvorsers deze Gentenaar die in zijn tijd lof oogstte bij onder meer Felix Mendelssohn-Bartholdy en de leraar was van Peter Benoit, waar we ook al veel te weinig van horen. Karel Lodewijk Hanssens (later werd de naam verfranst tot Charles-Louis) leefde van 1801 tot 1871. Hij werkte in zijn jongere jaren onder meer in Amsterdam en dat werd hem bij de revolutie van 1830 niet in dank afgenomen. Hij werd in den beginne door het nieuwe België gebroodroofd, maar in 1839 in eer hersteld. Meer nog, hij werd de drijvende kracht van De Muntschouwburg. Hij was lid van een orangistische loge in Gent en mogelijk is het door dat lidmaatschap dat hij uiteindelijk de opdracht kreeg, ondanks die orangistische sympathieën (men dacht dat België niet lang zou overleven en een hereniging met Nederland scheen toen opportuun), van de loge waar koning Leopold I lid van was, een rouwcantate te componeren om de koning te herdenken. Korte tijd na diens overlijden wilde men een pompeuze herdenking met muziek organiseren en zo gebeurde.
Hanssens die veel relaties had, wist in twee weken tijd te zorgen voor een libretto, geschreven op drie dagen tijd door de Franse librettist Marcel Briol. Het koor van De Munt, orkestmusici en betere zangers werden verzameld en een kleine maand na de opdracht gegeven was, werd de Rouwcantate uitgevoerd. Nadien geraakte het werk onder het stof bedolven in een archief. Dat stof werd niet lang geleden afgeveegd, de partituur werd grondig bestudeerd en op zondag 22 februari werd ze opnieuw uitgevoerd in het Zuiderpershuis in Antwerpen.
Mozart als voorbeeld
Het Zuiderpershuis is niet de ideale concertzaal en de mensen van de cafetaria doen hun best, maar beseffen niet dat je na een klassiek concert geen keiharde popmuziek moet laten draaien… De zaal liep bomvol. Er werden stoelen bijgeplaatst. Het orkest en het mannenkoor (Waar zijn de jonge mannen? Er is overal nood aan!) brachten onder de leiding van Jaak Gregoor, met de solisten Robert Luts (tenor) en Simon Schmidt (bariton) drie werken die Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) voor de loge waar hij lid van was componeerde. Meistermusik, Eine kleine Freimauerkantate en Die Mauerfreude brachten het talrijke publiek in de eenvoudige, maar niet minder Mozartiaanse muzikale sfeer die er destijds in die Weense loge moet geheerst hebben.
Rouwcantate
Het is een keer wat anders dan een requiem, zo’n maçonnieke rouwcantate. Ze is minder zwaar beladen en op een of andere wijze levenslustiger, feestelijker. Koninklijk moest dit werk zeker klinken en Hanssens maakt dan ook veel gebruik van koperblazers. De solisten hebben zware partijen te zingen die Wagneriaanse of Verdiaanse kunde vereisen om volledig tot hun recht te komen. Hanssens die beroep kon doen op het operakoor, schreef net als voor het orkest op die leest. Regelmatig verwijst de componist naar de Franse muziekliteratuur en grijpt ook even terug naar het Duits classisisme. Dat laatste is mogelijk een verwijzing naar Mozart, de vrijmetselaarscomponist bij uitstek of het is toch onder meer dat waar Mozart voor staat. Tevens maakt hij gebruik van een recitant (een rol die Fabien Van Cauwenberghe hier vervulde) wat hem minder componeerdruk bezorgde. Slim bekeken…
Metropolis Orkest & Koor werkt met een bijzonder beperkt budget en kan geen beroep doen op dure solisten, een professioneel (opera)koor of een vast orkest van beroepsmusici. Toch slaagt de inspirerende dirigent Jaak Gregoor erin de ervaren professionele musici en de minder geschoolde krachten en solisten (de vermelde mannenstemmen en de sopraan Anne Cambier en mezzo Sandra Paelinck) samen te laten werken op een wijze die verantwoord genoeg is om het avontuur aan te gaan. Het resultaat is behoorlijk en het zou zonde zijn dat dit initiatief moet ophouden te bestaan door het gebrek aan middelen.