Lucifer: duivels goed !

Nominatie Gouden Label (Oratorium) – Slechts zeer weinigen kennen het oratorium Lucifer van Peter Benoit. Het is meer dan 30 jaar geleden dat het nog eens geprogrammeerd werd. In het raam van het vier jaar durend Peter Benoitproject van deFilharmonie (Gouden Label Project 2015), werd dit oratorium in de nieuwe Elisabethzaal in Antwerpen uitgevoerd. Wat een overweldigend werk !

Lucifer is in vele opzichten een bijzonder oratorium. Het is het eerste in het Nederlands en was mee een aanzet tot de culturele Vlaamse ontvoogdingsstrijd in de 19de eeuw. Het is ook het (waarschijnlijk) allereerste doorgecomponeerde oratorium. Benoit verwijst met Leidmotieven naar Wagner en her en der meen je ook wat Verdiaanse invloed te horen. Maar voor alles: dit is echt een zeer persoonlijk werk van Peter Benoit (1834-1901) waar onder meer De Rubenscantate en De Schelde bij aansluiten in vorm, muzikale zingeving en invulling.

Hoe komt het dat dit werk, ooit behoorlijk populair en meer dan terecht dan toch minder aandacht is gaan krijgen? 32 jaar werd het niet meer geprogrammeerd. Het zal wel te maken hebben met het feit dat onze programmators van de orkesten en koren nu eenmaal onze muziek om onverklaarbare redenen niet meer interessant genoeg meer vinden. Of zijn ze bang van politiek incorrect nationalisme of zo beschuldigd te worden? Dat zou al te belachelijk zijn. Neem eender welke Fin, hij / zij speelt Sibelius. Neem eender welke Noor, hij / zij speelt Grieg. Neem eender welke Tsjech, hij / zij speelt Dvořák en Smetana en zo kunnen we doorgaan. Het zijn voornamelijk Vlamingen en Nederlanders (Walen hebben meer aandacht voor muziek van eigen bodem) die ziek zijn in het bed van het eigen werk onvoldoende te beoordelen. Fout dus en dat is nog maar eens bewezen met Lucifer van Benoit.

Bart Van Reyn dirigeerde deFilharmonie, het Octopus Symfonisch Koor, het Chœur de Chambre de Namur, het Kinderkoor Opera Vlaanderen en de solisten Renate Arends (sopraan), Maria Fiselier (alt), Marcel Reijans (tenor), André Morsch (bariton) en Werner Van Mechelen (bas).

Laten we maar meteen Werner Van Mechelen extra bewieroken. Hij zong de zware rol van Lucifer als een groot vertolker en meteen bewees hij dat hij zijn debuut in Bayreuth later dit jaar, meer dan verdient ! Wat een interpretatie toch ! Welk een stembeheersing, inleving, tekstbewust en noem maar op. Ik zou niet weten wie het nog beter zou kunnen.

Bart Van Reyn hield de maat strak, wat nodig is met zo’n werk en zoveel uitvoerders, met zeer aanvaardbare tempi die het werk in elk detail begrijpbaar maakten voor het publiek waarvan maar zeer weinigen het kenden. Tevens heeft hij als een grootmeester zeer brede aanzwellende crescendo’s weten te realiseren net als gelijkmatig afnemende decrescendo’s. Dat het werk, toch wel wat bol en opgeblazen bij momenten, veel forte en fortissimo kent en van de zangers veel eist, was voor hem geen zaak. Het publiek hoorde met smaak hoe de dirigent de koren én het orkest absoluut met discipline en de nodige muzikale eerbied door de partituur en tekst leidde.

deFilharmonie in vol ornaat kleurde met glanzende kopers, warme houtblazers en zuivere strijkers als een van de betere orkesten. Hopelijk zaten er buitenlandse organisatoren in de zaal… De koren presteerden zeer sterk en een extra boeket krijgt van ons het kinderkoor want het was niet eenvoudig om boven het tutti orkest en uit volle borst zingende volwassen zangers uit te komen en toch lukte dat of het iets van elke dag was.

Het kwartet solisten, sopraan, alt, tenor en bariton, presteerde eveneens meer dan behoorlijk al kon dat toch nog wat meer volume geven. Een beetje meer durf, zoals Werner Van Mechelen had, mocht er bij zijn en dan was de uitvoering nog grootser en nog perfecter geweest.

En al die muzikale grootsheid, die mochten we dan nog beluisteren in de Zaal der Zalen, want ja, de nieuwe Elisabethzaal (de derde op deze plaats) kan meer dan wedijveren met de Henry Le Bœufzaal in het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten. Akoestisch heeft deze zaal alles was je maar kan verlangen en de architectuur is bijzonder harmonisch.

Het hergebruiken van een aantal materialen van de oude zaal zoals de traptreden en -leunigen, geeft iets extra warms. Het zachtbruine hout en de met een voorzichtig moderne tekening ingeweven rode fluwelen stoelen, zorgen voor een sfeer die aansluit bij de brocante zalen uit die goede oude tijd. Eigenlijk had de feestelijke opening van deze zaal, die er zonder de invloed van Peter Benoit zo lang geleden nooit had geweest, met dit werk moeten zijn. We geven u meteen een kleine fotoreportage mee.

U heeft het begrepen, beste lezers, dat ik voldaan huiswaarts treinde. Wie er bij was in die mooie zaal, zal het volmondig en unisono beamen: deze uitvoering van een werk dat veel meer aandacht vereist, verdient eerlijk en objectief (wat niet altijd zo gemakkelijk is, ik geef dat toe) een Nominatie Gouden Label.


  • WAT: Lucifer, oratorium, tekst Emanuel Hiel, muziek Peter Benoit.
  • WIE: Bart Van Reyn – dirigent, deFilharmonie, het Octopus Symfonisch Koor, het Chœur de Chambre de Namur, het Kinderkoor Opera Vlaanderen en de solisten Renate Arends (sopraan), Maria Fiselier (alt), Marcel Reijans (tenor), André Morsch (bariton) en Werner Van Mechelen (bas).
  • WAAR & WANNEER: Elisabethzaal Antwerpen, zaterdag 25 februari 2017
  • Foto’s: © Klassiek Centraal

Krijg elke donderdag een overzicht in je mailbox van alle artikelen die geplaatst zijn op Klassiek Centraal. Schrijf je snel in: