Deze charmante opera van Georges Bizet is nauwelijks bekend en wordt zelden opgevoerd. Dankzij de Opéra Royal de Wallonie (ORW) krijgen we zo’n, welja, vergeten pareltje eindelijk nog eens te zien.
Deze charmante opera van Georges Bizet is nauwelijks bekend en wordt zelden opgevoerd. Dankzij de Opéra Royal de Wallonie (ORW) krijgen we zo’n, welja, vergeten pareltje eindelijk nog eens te zien.
Voor volgend seizoen kan ik in dat verband alvast Ernani aanstippen, de vroege opera van Verdi waarmee het seizoen in september inzet. Een meer uitgebreide toelichting bij het programma 2015-2016 van de ORW kan u overigens hier lezen.
Het verhaal van Les pêcheurs de perles is eenvoudig en er zijn slechts vier personages. In deze opera, die Bizet zowat twaalf jaar voor zijn populaire meesterwerk Carmen componeerde, geen hopeloos verwarrende toestanden dus. Dit door het negentiende-eeuwse exotisme geïnspireerde werk is gesitueerd in Ceylon (het huidige Sri Lanka). Het hoofdpersonage is een priesteres die wordt verscheurd tussen haar liefde voor Nadir en haar gewijde gelofte: een dilemma gelijkaardig aan dat waarmee Norma worstelt in de opera van Bellini. De jaloezie tussen twee mannen, Nadir en Zurga, die oorspronkelijk vrienden zijn, zorgt voor extra conflictstof en verrijkt de verhaallijn.
Geraffineerde timbres
De regie van Yoshi Oïda is sober en hij slaagt erin de zangers, die zich intens in hun rol inleven, op een meeslepende en geloofwaardige manier uiting te laten geven aan hun intieme conflict. Scènes die daarentegen een context moeten weergeven, lijken hem moeilijker te liggen. Zo durft de regie in de passages met het koor wel wat naar het amateuristische neigen, getuige de ronduit belachelijke choreografie van het beginkoor. Ook de passage waarin het “parelvissen” gesuggereerd wordt, met de vissers die als het ware met hun netten in het water duiken, is ietwat simplistisch. Het decor is feeëriek en de kleuren suggestief. Ook de kostuums zorgen voor een gepaste, oosterse toets.
Het best geslaagd is ongetwijfeld de muzikale uitvoering, die de geraffineerde timbres en de kleurrijke harmonie van Bizet mooi tot uiting bracht. Paolo Arrivabene slaagde erin zijn orkest te bezielen en continu alert te houden. In vergelijking met de uitvoering van Die lustigen Weiber von Windsor van Otto Nicolai leken we hier wel een ander – en dus beter – orkest te horen. Het koor leek daarentegen niet in zijn beste dag. De solisten – die trouwens geregeld op de scène van de ORW te horen zijn – vormden een homogeen team. Anne-Catherine Gillet beheerste als Leïla de hoge lyrische partij en gooide zich overtuigd in de coloraturen. Lionel Lhote bevestigde zijn reputatie van mooie diepe bariton als Zurga. Marc Laho had wat moeite met het hoge register, zoals in zijn mooie solo in het tweede bedrijf. De kleinere partij van Nourabad werd overtuigend vertolkt door Roger Joakim.
In zijn totaliteit, en zeker gezien de zeldzame kans het werk te zien: vaut le voyage. En voor zij die het toch gemist hebben, is er nog altijd deze dvd-uitgave met Patrizia Ciofi als wondermooie Leïla.