Nominatie Gouden Label – Bij de eerste blik op de titel van deze cd denk ik meteen aan Marcel Proust (1871-1922) en zijn A la recherche du temps perdu (Op zoek naar de verloren tijd) waaraan hij begon in 1909 en dat hij pas kort voor zijn dood in 1922 voltooide. Niet toevallig natuurlijk want het laatste van zeven delen draagt als titel… Le temps retrouvé (De tijd hervonden).
Nominatie Gouden Label – Bij de eerste blik op de titel van deze cd denk ik meteen aan Marcel Proust (1871-1922) en zijn A la recherche du temps perdu (Op zoek naar de verloren tijd) waaraan hij begon in 1909 en dat hij pas kort voor zijn dood in 1922 voltooide. Niet toevallig natuurlijk want het laatste van zeven delen draagt als titel… Le temps retrouvé (De tijd hervonden).
Pittig detail. In dit literair monument, waarin Proust in feite zijn hele leven vertelt, komt hij pas in het laatste deel tot wat voor hem de essentie is: het schrijverschap…
Filosofie
Over het begrip tijd (en relativiteit daarvan) zijn hele bibliotheken volgeschreven: van doorwrochte filosofie tot de moeilijkste wiskunde, van de meest diepzinnige wijsheid tot de grootste larie. Uit deze enorme massa pikken we één enkel citaat van Marcus Aurelius: “Tijd is een rivier, een niet te stuiten stroming van al het geschapene.”
En hiermee zitten wij bij het creatieve aspect van wat ons permanent boeit: kunstmuziek door de eeuwen heen. Zoals u kan raden zitten we vandaag – met bijna tijdgenoten van Proust – globaal genomen in de eerste helft van de 20ste eeuw en bij componisten die – vreemd genoeg – niet door iedereen ‘gesmaakt’ worden. Over de reden daarvan kunnen we een boompje of een heel bos opzetten. Het lijkt wel of voor sommige melomanen de muziek ophoudt te bestaan met de hoogromantiek (pakweg van Franz Liszt (1811-1886) tot Jean Sibelius (1865-1957). Niets is minder waar natuurlijk.
Belle époque
De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) is ontegensprekelijk een scharniermoment en de periode daarvoor – tussen het einde van de Frans-Pruisische oorlog (1871) en het begin van W.O. I wordt niet voor niets beschreven als de Belle Epoque (term die achteraf bedacht werd). De vraag is of die periode voor iedereen zo zorgeloos was, maar de kunst floreerde als zelden tevoren met als algemeen epitheton het ‘impressionisme’ van literatoren als Zola, de grafische kunst van art nouveau en (vooral) in Frankrijk een broeihaard van muzikale activiteit met namen als Saint-Saëns, Chausson, Duparc, Fauré en Franck.
Selectie
Met een en ander kan u een halve compactotheek vullen, maar deze cd selecteert het allermooiste voor fluit en piano uit deze ‘gouden’ bladzijden van de Franse muziekgeschiedenis. Dat de dwarsfluit in die periode een hoofdrol speelt, is geen toeval. Halverwege de 19de eeuw had fluitist-juwelier-edelsmid Theobald Boehm belangrijke verbeteringen op het vlak van toonvastheid, dynamiek en mechaniek aan de fluit toegevoegd. Niemand minder dan W.A. Mozart zei ooit: “Wat klinkt er nog valser dan een dwarsfluit, juist, twee dwarsfluiten”. Dat zou na de ingrepen van Boehm niet meer waar zijn. Met een fluit in zilverlegering nam de dynamiek van het instrument enorm toe. Vandaag zijn er zelfs fluiten in goudlegering… naast het onvervangbare edelhout, vanwege zijn warmere klank maar met minder krachtige dynamiek beter geschikt voor oudere muziek. Maar, even terloops, je hebt nog steeds fluitisten en fluitisten. Iemand zei: “Je hebt er die op een buis blazen en je hebt er die fluit spelen.”
Interessante uitleg over elk van de stukjes vindt u in het bijbehorende boekje, in het Nederlands geschreven door Sofie Taes en ook vertaald in het Frans, Engels en Duits in een niet meteen luxueuze maar wel zeer verzorgde uitgave. Dit mag ook wel eens gezegd.
Van Debussy tot Enescu
De vroegst geboren componist uit de selectie is Gabriel Fauré (1845-1924) maar diegene die het jongst stierf, was Claude Debussy (1862-1918). Daartussenin leefden Philippe Gaubert (1879-1941), Charles Koechlin (1867-1950) en de uit Hongarije afkomstige George Enescu (1881-1955). Laatstgenoemden zouden zelfs beide wereldoorlogen meemaken…
Van Debussy, die bijzonder mooie melodieën schreef zowel voor fluit, piano als voor beide instrumenten samen, horen we Chansons de Bilitis, Syrinx, Pièce pour Psyché (voor fluit solo) en Deux Arabesques (voor piano solo). Voorts op de cd werk voor fluit én piano: van Fauré de Fantaisie opus 79; van Gaubert zijn Deux Esquisses; van Enescu het Cantabile et presto en van Koechlin de Sonate opus 52.
Kamermusici
Wie zijn beide kamermusici die samen zo veel moois vertolken? Fluitist Toon Fret (° 1971) kennen we vooral als drijvende kracht achter Oxalys en dus als kamermuzikant par excellence. Hij studeerde in Brussel, Parijs, Maastricht en Basel en won tijdens zijn studies reeds een aantal wedstrijden. Hij is nu zelf professor fluit en kamermuziek in België en in Frankrijk maar concerteerde intussen op belangrijke festivals over heel de wereld.
Veronika Iltchenko (° 1976) stamt uit een muzikale familie en studeerde aan de Tsjaikovski Muziekacademie en het Moessorgski Staatsconservatorium in Jekaterinenburg, Rusland. In 2000 verhuisde ze naar Brussel waar ze een meestergraad haalde bij Jan Michiels. Ze gaf recitals in Rusland, Engeland, Cyprus, Ierland, Frankrijk, Slovenië en Nederland en sedert ze in België woont vanzelfsprekend ook bij ons.
Beide musici zijn als het ware gepokt en gemazeld in de kamermuziek. Dit genre benadert allicht nog het dichtst de essentie van muziek, alleen al vanwege het intieme karakter. Hierin kunnen de componisten hun diepste zielenroerselen kwijt en slaagt de doorsnee liefhebber er iets makkelijker in de stratificatie van muziek te onderscheiden en te waarderen.
De emotie die Toon Fret in zijn wondermooie klank weet te leggen en de subtiele begeleiding van Veronika Iltchenko spreken ons aan als vrienden. Dat beiden rasechte virtuozen zijn, bewijzen de stukjes solo op deze cd.
Nominatie Gouden Label die aantoont dat ook in kamermuziek en in onze eigen contreien bijzonder hoogstaande producties tot stand komen, zowel muzikaal als opnametechnisch.