**** Het dvd-label Arthaus Musik brengt om zijn vijftiende verjaardag te vieren de allereerste opera-opname die het publiceerde opnieuw uit. Een goede zet, want de opera is en blijft een populair meesterwerk van Mozart en de opname is vocaal en muzikaal uitstekend.
**** Het dvd-label Arthaus Musik brengt om zijn vijftiende verjaardag te vieren de allereerste opera-opname die het publiceerde opnieuw uit. Een goede zet, want de opera is en blijft een populair meesterwerk van Mozart en de opname is vocaal en muzikaal uitstekend.
Toegegeven, de regie is ondertussen wat gedateerd, maar in haar traditionele stijl heel aanvaardbaar. De decors zijn eenvoudig en bieden volop mogelijkheid de geestigheden van de opera visueel te beklemtonen: het verstoppertje spelen van Cherubino, zijn verkleding als Susanna als hij niet door de graaf ontdekt mag worden, de soort gaanderij die in het derde bedrijf de paleiskamer overspant en Susanna de kans geeft verleidelijk de graaf te plagen met haar naar beneden bengelende sjaal. De regie zit vol eenvoudige details die uiting geven aan verliefdheid, kwaadheid, autoriteit, melancholie en verrassing: dus aan de talloze toestanden waarmee Mozart zijn verhaal opbouwt en spanning geeft. Het positieve is vooral dat elke zanger zo intens opgaat in zijn of haar personage, dat spel en zang helemaal in elkaar opgaan. Hoogtepunten hiervan zijn zeker de ironie in Figaro’s aria Se vuol ballare, waarbij Pape met ironie zingt en ze tegelijk uitbeeldt in de dwaze gitaarbegeleiding op een bezem. Of Cherubino’s populaire aria Voi che sapete die hij (zij) nerveus en bibberend als een riet zingt, of zijn samenzweerderig duet met Susanna in het derde bedrijf. Jammer dat de nachtelijke scène in het vierde bedrijf zo duister is belicht om ten volle van de hele “imbroglio” te genieten.
Zangfestijn
Maar wat een zangfestijn! Een ensemble van zangers van dit gehalte bij mekaar krijgen is een meesterzet geweest van de Deutsche Staatsoper Unter den Linden in Berlijn in 1999. Dorothea Röschmann (die we pas nog een Gouden Labelnominatie gaven voor haar recital in Wigmore Hall) verpersoonlijkt de charme, de spontaneïteit en het slimme inzicht van Susanna. Ze zit vol leven en spitsvondigheid en ze zingt met een stralende sopraanstem die haar in deze verrukkelijke Mozartpartij tot een natuurtalent maakt. Haar laatste aria in het vierde bedrijf, Giunse alfin il momento – deh vieni non tardar, is dan ook een topmoment. Emily Magee is een schitterende Contessa, zowel vocaal als qua acteren. Ze ziet er voornaam en teder uit en vooral haar tweede aria (Dove sono i bei momenti) zingt ze met ontroerende nostalgie, waarin het orkest haar vol gevoel op de voet volgt. René Pape is met zijn sonore bas-bariton een fantastische Figaro die zijn gave stem (en zijn mimiek) vol verhalende inhoud steekt, telkens aangepast aan de stand van zaken. Een sublieme vertolking. Roman Trekel ziet er wat raar uit met zijn hoge voorhoofd en superlange, ranke gestalte, maar het komt perfect uit voor zijn brutale en autoritaire voorstelling van de Graaf. “Crudele” is het gepaste adjectief voor deze assertieve man van wie de radeloosheid in de aria Hai già vinta la causa gauw opnieuw plaatsmaakt voor kwaadheid. Ook de andere partijen van Cherubino tot de tuinman Antonio zijn stuk voor stuk fantastisch bezet.
En dan is er ten slotte nog Daniel Barenboim, die zijn Staatskapelle doet bruisen en sprankelen en gewoon de hele partituur met de juiste gevoeligheden tot klinken brengt. Hij bezielt zijn muzikanten tot puur spelplezier zonder ooit aan precisie in te boeten. Hij vertelt samen met de zangers een verhaal zonder één moment de toehoorder los te laten. Ja, het muzikale geheel, dat is toch wel de allerhoogste kwaliteit van deze opname.