**** Rossini moet zich kostelijk geamuseerd hebben toen hij Le Comte Ory componeerde. Die indruk geeft althans deze opname, gemaakt in de Metropolitan Opera New York. Vóór zijn allerlaatste – ernstige – meesterstuk, de grand opéra Guillaume Tell heeft hij nog eens alle registers van zijn komisch talent opengetrokken.
**** Rossini moet zich kostelijk geamuseerd hebben toen hij Le Comte Ory componeerde. Die indruk geeft althans deze opname, gemaakt in de Metropolitan Opera New York.
Vóór zijn allerlaatste – ernstige – meesterstuk, de grand opéra Guillaume Tell heeft hij nog eens alle registers van zijn komisch talent opengetrokken. Het team van de Metropolitan Opera heeft dat goed begrepen en de voorstelling bruist dan ook van bulderende komiek. Geen goedkope of flauwe grappen, maar geestige gags die de spitsvondigheid van Rossini scherp tot uiting brengen en zijn burleske verhaal tot een buffo-operafeest maken. Bartlett Sher heeft de scène van de Met verkleind tot een pseudo-historische theaterscène. In die intieme middeleeuwse paleisomgeving wachten de jonkvrouwen op de terugkeer van hun ridders die op kruistocht getrokken zijn. Meteen een goed alibi voor ouderwets kaarslicht, wind en stormmachines die door in de weg lopende figuranten bediend worden. Het ridicule is doorgetrokken tot in de kostuums, die vooral de “rondborstige” figuren weelderig kleden. Juan Diego Florez ontpopt zich hier als een stand up comedian pur sang, wisselend van eremiet naar non en pelgrim, zonder greintje schade aan de superbelcanto-stem. Diana Damrau verrast als goed gedoseerde comédienne die de coloraturen van de Comtesse sprankelend en soepel zingt. Joyce DiDonato amuseert zich in de Hosenrolle van de page Isolier. Hun trio in het tweede bedrijf (d’amour et d’espérance) is een hilarische bedscène, een triootje met theatrale Rossiniaanse verwarring. Maurizio Benini kruidt zijn orkest met delicatesse. Een dvd vol muzikale inspiratie en geestige finesse.